Nederland moet innoveren. Technologisch, bestuurlijk, mentaal. Concurrentievermogen, echnologisch bijblijven zijn aanduidingen die in dit kader vaak worden gebruikt. Diverse commissies en organisaties, waaronder het innovatieplatform en Syntens, zijn inmiddels in het leven geroepen om het tempo van de technologische innovatie in Nederland omhoog te krijgen. Maar de vraag is of die werkelijk erop inspelen dat succesvolle toepassing en ontwikkeling van nieuwe technologieën van onderop komen (“bottom up”). Topdown beleidskaders bij zowel ICT als bestuurlijke als mentale innovatie hebben alleen een rol bij het verder opschalen van innovatieve successen, niet bij richting geven en realiseren. De bestuurlijke inrichting van Nederland moet op dit gegeven op korte termijn tegen het licht worden gehouden.
De Innovatie Werkplaats Begeleid Leren ontwikkelt producten en diensten voor en geeft informatie aan studenten, cliënten, familieleden, docenten en hulpverleners over het (gaan) studeren met een psychische aandoening. Een van die producten is de reeks “Succesvol studeren met …”, een serie brochures over het studeren met verschillende soorten psychische problemen. Deze brochures zijn geschreven voor studenten met psychische problemen die een opleiding (gaan) volgen en voor medestudenten, begeleiders en relevante anderen die betrokken zijn bij studenten met psychische problemen. De informatie in deze brochures is gebaseerd op de ervaringen van studenten en direct betrokken medewerkers uit het onderwijs en de GGz. De huidige brochure gaat over studeren met een psychose.
LINK
Dit boek neemt u mee door vijf jaar minoren binnen het Innovatie- & Ondernemerscollege van het lectoraat Ondernemen en Innoveren. De minor Ondernemen & Innoveren is ontwikkeld voor studenten die een eigen onderneming willen opzetten. Studenten kunnen met allerlei ideeën aankomen om de haalbaarheid van hun product of dienst te toetsen. In de afgelopen vijf jaar hebben al ruim 300 studenten de minor afgerond. Dit boek is geschreven voor ondernemers die deel kunnen gaan uitmaken van het businessnetwerk van het Innovatie- & Ondernemerscollege. Dit businessnetwerk bestaat uit ondernemers die gastcolleges geven en/of studenten begeleiden. Daarnaast zal dit boek ook gebruikt worden voor studenten die van plan zijn de minor te gaan volgen. Tot slot zal dit boek gebruikt worden om andere onderwijsinstellingen kennis te laten maken met onze ervaringen met de minor. Ter inleiding krijgt u een introductie op wat de minor voor zowel de stad Den Haag als voor De Haagse Hogeschool van toegevoegde waarde is. Vervolgens krijgt u een kijkje in de keuken, een wat meer gedetailleerde uitleg over de inhoud van de minoren. Daarna worden stapsgewijs, afhankelijk van welke minor het betreft, interviews met betrokken partijen getoond. Tot slot zult u specifieke informatie over de minor aantreffen. Van de huidige stand van zaken van oud-minorstudenten in 'Facts & figures' tot aan een totaaloverzicht van de studenten die deel hebben genomen aan de minor in het 'Smoelenboek'.
Hoe ontwikkel je op een succesvolle manier technologie voor ondersteuning van de verpleegkundige waardoor er meer tijd is voor de patiënt? Slechts 30% van de technologieën die ontwikkeld worden voor ondersteuning, is succesvol ingevoerd. Dat moet anders.Doel Hoe kun je technologie, die verpleegkundigen ondersteunt in hun werk, zo ontwerpen dat deze ook echt gebruikt wordt? Verpleegkundigen besteden een derde van hun werk direct aan de patiënt, de rest aan zaken als registratie, administratie en logistiek. Slechts 30% van de technologieën die ontwikkeld worden om daar verandering in te brengen, is succesvol ingevoerd. Dit percentage is zo laag doordat innovatie, het werk van verpleegkundigen en bestaande (informatie)systemen niet op elkaar aansluiten. Idealiter worden deze aspecten bij elkaar gebracht in één gezamenlijke aanpak, die tot op heden ontbreekt. Het UMC Utrecht benaderde Hogeschool Utrecht met dit vraagstuk. Looptijd 01 juli 2018 - 30 juni 2021 Aanpak We combineren onderzoeksmethoden uit de wereld van co-design, procesanalyse en systemisch ontwerp. Co-design: samen met de eindgebruiker (=verpleegkundige) ontwerpen: de eindgebruiker weet het best waar hij/zij behoefte aan heeft en op welke manier een technologie aansluit op het werkproces; Procesanalyse: hoe lopen de processen van verbeteridee van een verpleegkundige tot eventuele uitvoer nu in het ziekenhuis en hoe kunnen die worden verbeterd? Systemisch: hoe ontwerp je op zo'n manier dat het ook in de hele organisatie (ziekenhuis) kan worden ingebed, wie moeten allemaal worden betrokken en wat gaat er veranderen door de innovatie? Op verschillende verpleegafdelingen van het UMC Utrecht en het Sint Antonius Ziekenhuis werken we samen met verpleegkundigen via bovenstaande methoden. Samen met hen zoeken we naar aanknopingspunten om de hoeveelheid werk te verlagen. Vervolgens gaan we met de verpleegkundigen een aantal vernieuwingen ontwerpen en testen. Verpleegkundigen spelen een belangrijke rol bij het ontwerpproces. Dit levert naar verwachting twee of drie arbeidsbesparende producten en/of diensten op, zoals een slim verpleegkundig oproepsysteem. Ook schrijven we een aanvulling op het opleidingsprofiel voor de verpleegkundige in 2020 van de Beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland. Verpleegkundigen gebruiken niet alleen technologie, maar dragen er ook aan bij om het te verbeteren. Resultaten Het driejarige onderzoek COUNT is in juni 2021 afgerond. Door het combineren van onderzoeksmethoden van co-design, procesanalyse en systemisch ontwerp is op verschillende verpleegafdelingen in het UMCU en het St. Antonius Ziekenhuis met verpleegkundigen gezocht naar aangrijpingspunten in het verpleegkundig werkproces voor het verlagen van de werklast. Vervolgens is een aantal innovaties (her)ontworpen en getest. Het intensief in het ontwerpproces betrekken van verpleegkundigen heeft toepasbare en ‘gedragen’ arbeidsbesparende producten en/of diensten opgeleverd (zie: Inzet van technologie en Verbeteren van werkprocessen). Het selecteren, (door)ontwikkelen, combineren, toepassen en volgen van diverse methodes bij het ontwikkelen van de arbeidsbesparende producten en/of diensten heeft geresulteerd in een integrale ontwerpaanpak voor verpleegkundige innovaties, bedoeld voor ontwerpers in de zorg (zie: Co-design met verpleegkundigen). Ook is een aanvulling gemaakt op het beroepsprofiel voor de verpleegkundige in 2020 van Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland dat stelt dat verpleegkundigen niet alleen technologie moeten kunnen gebruiken maar ook bij moeten kunnen dragen aan het verbeteren ervan (zie: Leren innoveren). Publicatie van competenties In deze uitgave vindt het complete overzicht van benodigde competenties voor verpleegkundigen en ICT’ers (hieronder ook te downloaden). De beide kwalitatieve studies, waar de competenties op gebaseerd zijn, zullen binnenkort worden ingediend bij een wetenschappelijk tijdschrift. COUNT_2021_Competenties_Bruggenbouwers_Zorg_Technologie
De wereld verandert snel en ingrijpend. Daarbij staan we voor complexe maatschappelijke opgaven. Deze opgaven spelen op alle niveaus: mondiaal, Europees, nationaal, regionaal en lokaal. De missiegedreven opgaven zijn complex en vragen om een slimme, doelgerichte en creatieve aanpak met inzet van verschillende disciplines. Met ons profiel ‘kwaliteit van (samen)leven in een stedelijke omgeving’ en de ontwikkeling van zwaartepunten op digitalisering, educatie, gezondheid & welzijn, duurzaamheid willen en kunnen we als hogeschool hieraan een bijdrage leveren en waar mogelijk regie nemen. De Impuls2020-financiering stelt ons in staat om verdere invulling te geven aan onze zwaartepunten en onze onderzoeksinfrastructuur een stap verder te brengen. De Impuls2020-financiering zetten wij daarom in via drie lijnen, allen ten behoeve van onze zwaartepuntvorming: • Lijn 1: Impuls geven aan netwerk en consortia (o.a. ten behoeve van onze SPRONG-consortia) • Lijn 2: Impuls geven aan onze onderzoeksinfrastructuur en de rol van de innovatielabs daarbij • Lijn 3: Impuls aan de verdere professionalisering van onze onderzoekers Om op ieder zwaartepunt een krachtige onderzoeksgroep te realiseren dat mede lading geeft aan de invulling van het zwaartepunt alloceren wij financiering voor verdere netwerk- en consortiumvorming van onze SPRONG-consortia. Door middel van een impuls aan onze innovatielabs kunnen wij onze Publiek Private Samenwerkingen verder kracht bijzetten en onze profilering in de regio versterken. Door het ontwikkelen van gezamenlijke handelswijzen voor blended en praktijkgericht onderzoek, met bijbehorende tools en professionalisering van onze onderzoekers hiertoe, versterken wij de cross-overs op onze vier zwaartepunten. Door het aanwenden van de Impuls2020-financiering via drie lijnen met focus op onze profilering, ondersteunen wij onze onderzoeksgroepen in hun verdere ontwikkeling naar krachtige onderzoeksgroepen en werken wij toe naar een hogeschooloverstijgende onderzoeksinfrastructuur.
Living Lab West is de omgeving waarbij gelijktijdig onderzoek en innovatie plaatsvindt volgens participatief ontwerpen: Een coalitie van kennisinstellingen, adviseurs, brancheorganisaties, waar commitment is om kennis en ervaring te delen met als doel co-creatie die leidt tot meer succesvolle bedrijfsovernames in de agrarische sector. Regio West is een verstedelijkt gebied waar de druk op de ruimte vraagt om creatieve oplossingen, waar een groot afzetgebied leidt tot kansen om het product dicht bij huis af te zetten en feedback van de consument te krijgen, waar maatschappelijke acceptatie door onvoldoende kennis van het voedselsysteem leidt tot protesten. De concentratie van bedekte en onbedekte tuinbouw, sierteelt, groenten en fruit, bollen, bomen en struiken geven de regio de sectorale kleur, zonder bijvoorbeeld de melkveehouder in het Groene Hart en Noord-Holland te vergeten. Bedrijfsovername is een complex proces wat langjarig is, waar veel expertises nodig zijn, vanuit verschillende perspectieven (familiegeluk, de persoon, maatschappij & strategie, financieel-juridisch) met verschillende adviseurs, informanten, erfbetreders en beïnvloeders op verschillende momenten. Living Lab West zet in om de hoofdvraag “Welke stimuli kunnen wij inbouwen om de infrastructuur van bedrijfsovernames in de agrarische sector te innoveren?” te beantwoorden. “Wanneer je niet verandert, hoef je ook niet te verwachten dat het beter gaat” (Lambert Zwinkels, website Tuinbouw Jongeren Westland)