Op basis van een literatuurstudie biedt dit rapport een overzicht van sleutelvariabelen voor de transitie naar Natuur-inclusieve Landbouw (NIL) vanuit een multi-level en multi-dimensionaal systeemperspectief. Het doel van de literatuurstudie is om te analyseren welke succes- en faalfactoren in de literatuur genoemd worden om de transitie naar een natuurinclusieve landbouw mogelijk te maken dan wel te versnellen. Deze studie geeft daarmee handen en voeten aan een handelingsperspectief voor NIL. Dit handelingsperspectief vergt maatwerk per gebied, en kan verschillen afhankelijk van het schaalniveau waarop geacteerd wordt, en is afhankelijk van de mate waarin sleutelfactoren en betrokken actoren elkaar versterken of beperken.
DOCUMENT
Uit het rapport: "In mei 2015 bestaat het Centre of Expertise Smart Sustainable Cities 1 jaar. De founding partners, Ballast Nedam, BJW, Hogeschool Utrecht, Movares, ROC Midden-Nederland, Royal HaskoningDHV, Uneto VNI en Utrecht Sustainability Institute, hebben in het afgelopen jaar hard gewerkt aan de organisatie en projecten. Medewerkers van bedrijven, studenten, docenten en onderzoekers werken samen in multidisciplinaire teams om met nieuwe kennis en inzichten concrete toepassingen te ontwikkelen. Dat is de kern van onze manier van werken. Vanuit een systeemperspectief verbinden we technologische oplossingen aan de vraagstukken van mens en maatschappij. Op de conferentie ‘Samen werken aan Smart Sustainable Cities: het Utrechtse model’ (hu-conferenties.nl) op 5 juni, laten we u graag zien hoe we dat in praktijk brengen. In deze uitgave vindt u een kleine greep uit de projecten van het Centre waarin u ziet wat de meerwaarde is van de verbinding beroepspraktijkonderzoek- onderwijs. Kijkt u voor alle projecten van het Centre of Expertise op onze website: www.smartsustainablecities.hu.nl/projecten. Nadia Verdeyen, Algemeen directeur Centre of Expertise Smart Sustainable Cities"
DOCUMENT
Essay over een visie op leerecosystemen vanuit de complexe dynamische systeemtheorie.
MULTIFILE
In het Expeditie-onderzoek is vanuit een systeemperspectief op micro-, meso- en macroniveau en in verschillende sectoren van het onderwijsveld gekeken naar of en hoe adaptief vermogen zich bij onderwijsprofessionals manifesteert. In het eindrapport presenteren we de bevindingen van het Expeditie-onderzoek in antwoord op de hoofdvraag: Op welke wijze is sprake van adaptief vermogen in het Nederlandse onderwijsveld in de wisselwerking tussen micro- (individu), meso- (organisatie) en macroniveau (opleiding en beleid) van leraarschap en wat zijn de belangrijkste kenmerken en verklarende en transfereerbare mechanismen van dit adaptief vermogen? Om die vraag te beantwoorden, hebben we gekeken naar manifestaties van adaptief vermogen in het systeem leraarschap, de beleving van onderwijsprofessionals bij veranderingen en factoren en mechanismen die daarbij een rol spelen. In het Expeditie-onderzoek ontdekten we dat twee kenmerken (naast andere kenmerken) die van invloed lijken te zijn op adaptief vermogen – systeem- en toekomstbewustzijn – waarover in de literatuur minder bekend is. In het eindrapport beschrijven we hoe systeem- en toekomstbewustzijn zich manifesteren in het systeem in de context van verandering. In de uitvoering van het onderzoek is gewerkt vanuit een specifieke benadering van sociaal-wetenschappelijk onderzoek genaamd kristallisatie. Kristallisatie omvat het gebruik van diverse onderzoeksmethoden, van wetenschappelijke methoden en technieken tot het inzetten van creatieve werkvormen) om een veelzijdig begrip van complexe vraagstukken te ontwikkelen. In de Expeditie hebben we kristallisatie vertaald naar zeven bouwstenen: literatuurstudie, praktijkvalidatie, TeacherTapp, veldstudie, kunst dialoog methoden, interventiestudie en vignettenstudie. De resultaten van uit de bouwstenen van het Expeditie-onderzoek zijn samengebracht in een model van adaptief vermogen voor het navigeren naar toekomstbestendig leraarschap. Implicaties voor wetenschap en praktijk zijn opgenomen in het rapport.
MULTIFILE
Kleine Theoretische Vensters Onderwijs is altijd in verandering. Dat vraagt wat van de mensen die in het onderwijs werken. Hoe verhoud je je tot verandering? Wat wil en kun je ermee? Hoe werk je aan verandering? In ons onderzoek naar toekomstbestendig leraarschap gaan we ervan uit dat het in elk geval adaptief vermogen van mensen vraagt. Wat bedoelen we daarmee? In een reeks kleine theoretische vensters geven we delen van het antwoord op die vraag.
MULTIFILE
In complexe situaties waarin huiselijk geweld zich in combinatie met andere problemen voordoet, is samenwerking tussen professionals uit verschillende domeinen nodig. In de regio Haaglanden vindt deze samenwerking onder andere plaats onder de vlag van het Zorg- en Veiligheidshuis, een samenwerkingsverband van een groot aantal organisaties uit de zorg-, strafen bestuursketen. Betrokkenen constateren echter dat ze er lang niet altijd in slagen om te komen tot een goede, gezamenlijke analyse van gezinssituaties en een daarbij passend plan van aanpak. Vaak werken zij nog op hun eigen eilandjes, wordt informatie ‘over de schutting gegooid’ en worden gezamenlijke afspraken niet nagekomen. In participatief actieonderzoek is met een brede groep professionals gewerkt aan een betere gezamenlijke analyse en planvorming. De professionals waren afkomstig van de politie, het Openbaar Ministerie, de reclassering, Veilig Thuis, een gecertificeerde instelling voor jeugdbescherming, twee organisaties voor de aanpak van huiselijk geweld, de forensische ggz en het Zorg- en Veiligheidshuis. De betrokken professionals zijn in zeven (online) bijeenkomsten bij elkaar gekomen om met elkaar te leren en de werkwijze van de casuïstiekbesprekingen verder te ontwikkelen. Resultaat van dit gezamenlijke leer- en ontwikkelproces was een gespreksleidraad voor de multidisciplinaire casuïstiekbesprekingen. Deze gespreksleidraad is een hulpmiddel om de bespreking van casussen gestructureerd te laten verlopen. Gedurende twee korte testfases is de leidraad getest en geëvalueerd. Op basis hiervan is de gespreksleidraad aangescherpt. Gedurende het onderzoek is de gespreksleidraad vooral door professionals gebruikt. Hoewel ervaringsdeskundigen positief over de leidraad oordeelden, is het voor het vervolg belangrijk om te onderzoeken of en hoe deze gespreksleidraad ook met ouders én jeugdigen gebruikt kan worden.
MULTIFILE
Op basis van een uitgebreide literatuurstudie, 25 interviews met gebiedspartijen in Midden-Delfland en een aantal multi-stakeholders workshops is in kaart gebracht hoe een gebiedsgerichte aanpak gericht op landschapinclusieve kringlooplandbouw in Midden-Delfland vorm krijgt dan wel versterkt kan worden. Hiervoor is de Transitiebloem-aanpak (TBA) gebruikt als holistische, transdisciplinaire en praktijkgerichte transitiebenadering. Deze benadering helpt gebiedspartijen bij het realiseren van een integrale systeemaanpak en collectief handelingsperspectief gericht op de samenhang van verschillende gebiedsopgaven met betrekking tot landbouw, water, voedsel, bodem, biodiversiteit, energie, klimaat, erfgoed, stadplattelandrelaties en economie.
DOCUMENT
Deze publicatie beschrijft ervaringen met innnovatie in trajecten in de zorg en de bouw. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de theorie van Peter Senge die complexe veranderingen in systeemdenken beschrijft. Deze Duurzame SysteemInnovatie/aanpak (DSI-aanpak) wordt beschreven met theoretische aanknopingspunten: Transitiemanagement, Sustainability by Design en Eco-acupunctuur. het project is mogelijk gemaakt door subsidieregeling duurzaamheid van de Provincie Utrecht.
DOCUMENT
Deze publicatie richt zich vooral op het concept Design Based Research,gezien vanuit het perspectief van de bijna 40 lectoren die de hogeschool rijk is. Dit lectoratenoverzicht kan worden beschouwd als een atlas of reisgids waarmee de lezer een route kan afleggen langs de verschillende lectoraten. De lectoraten die actief zijn op het gebied van de Service Economy worden beschreven in hoofdstuk 2. De lectoraten die actief zijn op het gebied van Vitale Regio worden beschreven in hoofdstuk 3. De lectoraten die actief zijn op het gebied van Smart Sustainable Industries worden beschreven in hoofdstuk 4. De lectoraten die actief zijn op het gebied van de hogeschoolbrede thema’s Design Based Education en Research worden beschreven in hoofdstuk 5. Tenslotte wordt er in hoofdstuk 6 een eerste aanzet gedaan om één of meer verbindende thema’s of werkwijzen te ontdekken in de aanpak van de verschillende lectoraten. Het is niet de bedoeling van deze publicatie om een definitief antwoord te geven op de vraag wat NHL Stenden precies bedoelt met het concept Design Based Research. Het doel van deze publicatie is wel om een indruk te krijgen van wat er allemaal gebeurt binnnen de lectoraten van NHL Stenden, en om nieuwsgierig te worden naar meer.
DOCUMENT
CINOP Expertisecentrum verkent de thematiek van een leven lang leren van verschillende kanten. Een van de invalshoeken is de rol van het roc. Hoe kan een roc individuen ondersteunen in de loopbaanvorming voor een leven lang leren? In Roc als loopbaancentrum. Een beroepspedagogisch perspectief - een verkennende studie voor het Expertisecentrum van CINOP en de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk - heeft Jan Geurts "( ) een poging gewaagd om de idealen en principes nader te formuleren en te preciseren waaraan een roc dient te voldoen om te functioneren als loopbaancentrum." Al in zijn intreerede als lector pedagogiek van de beroepsvorming aan de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk (2004) stelt Geurts, dat roc's de omslag moeten maken van opleidingenfabriek naar loopbaancentrum. Een keuze voor een uitdagende visie is van belang, maar Geurts stelt dat een loopbaancentrum zich vooral in de praktijk moet bewijzen. Zonder een goede balans tussen idealen en realiteit wordt onderwijsvernieuwing het doel, terwijl het een middel moet zijn om de maatschappelijke functie van het mbo beter waar te maken. Volgens hem horen roc's bij onderwijsvernieuwing niet uit te gaan van meer marktwerking of vraagsturing, zoals nu meestal gebeurt, maar op de eerste plaats van een verhoging van hun eigen professioneel handelen. Hij werkt hiervoor een beroepspedagogisch perspectief uit. De kern vormt een pleidooi voor een herwaardering van het beroepsbegrip. Zo onstaat een vast en inspirerend oriëntatiepunt voor leerling, school en bedrijf als het gaat om het ontwerpen en realiseren van succesvolle loopbanen. Het geschetste perspectief ziet Geurts tevens als een kans voor revitalisering van niet alleen het initiële, maar ook het postinitiële beroepsonderwijs.
DOCUMENT