Dit artikel presenteert de resultaten van een discursief psychologische analyse van geruchtvorming op social media. De analyse van Twitterberichten die zijn geplaatst tijdens de zoektocht naar twee vermiste kinderen heeft tot doel inzicht te verwerven in de manier waarop geruchten zich ten tijde van crisissituaties op social media ontwikkelen. In this article we present the results of our analysis of rumour construction on social media from a discursive psychological perspective. The analysis of tweets during a search for two missing kids aims to provide insight into the way rumours develop on social media during a crisis situation, as well as the interactional and rhetorical aspects of rumour construction.
What exactly are the characteristics of honors pedagogy? What are the teaching strategies that are particularly relevant and successful for academically gifted and motivated students? In spite of the substantial body of literature about the practice of honors education, largely referring to the United States, very little systematic and empirical research has been done about honors pedagogy. This study contributes to a better understanding of honors pedagogies, focusing not just on what might distinguish honors teaching and learning from standard expectations and methodologies but also on how honors pedagogy offers both instructors and students an opportunity to fundamentally rethink their philosophy of education. The present study points out the similar and different approaches and dispositions in American and Dutch honors teaching. Cultural differences, distinctive educational systems, and diverse priorities play a role in defining both the shared and unique perspectives on honors education in both countries. Therefore, a baseline comparison is made between American and Dutch honors teachers with respect to their teaching strategies.
LINK
In de KIA Gezondheid en Zorg 2020-2023 staat dat de zorg steeds meer in de eigen leefomgeving moet worden georganiseerd. Een aanzienlijk deel van uitvoering van deze zorg wordt door de gemeenten geregeld. Het feit dat er grote bedragen omgaan in de zorg, maakt de zorgsector en daarmee ook de gemeenten, aantrekkelijker voor fraudeurs en misdaadondernemers. Het tegengaan van misbruik van zorggelden past naadloos bij KIA Veiligheid, waarin het inzichtelijk maken van de geldstromen, het minder lonend maken van georganiseerde misdaad en het vergroten van de pakkans centraal staan. Deze aanvraag vloeit voort uit een recent onderzoek dat Saxion in opdracht van gemeente Enschede heeft uitgevoerd. Hier is onderzocht welke handvatten helpen bij het vroegtijdig ontdekken en voorkomen van misbruik van zorggelden aan de hand van dossieronderzoek en kennis van experts uit de publieke sector. Echter, er is ook veel kennis aanwezig binnen de zorgsector zelf, maar dan met name bij de bonafide aanbieders. Samen met drie bonafide zorgaanbieders, een zorgverzekeraar en de gemeente Enschede willen we een verkennend onderzoek doen naar de wijze waarop de aanwezige kennis binnen de zorgsector zelf kan bijdragen aan het ontwikkelen van een integraal model voor proactief toezicht. Dit model komt tot stand door het inzichtelijk maken van de werkprocessen. Een voordeel van de betrokkenheid van bonafide zorgaanbieders en zorgverzekeraars is dat het ook het draagvlak voor de implementatie van de uitkomsten door de verschillende betrokkenen vergroot. Een vervolgstap zou een RAAK-publiekonderzoek kunnen zijn, waarin het ontwikkelde model kan worden gevalideerd binnen verschillende gemeenten. Om ook in de toekomst de zorg te kunnen bieden die nodig is, is het zaak malafide zorgaanbieders zoveel mogelijk buiten de sector te houden. Dit is een gedeeld belang van zowel de publieke als private betrokkenen die alleen wordt behartigd als beide kanten samen optrekken tegen misbruik van zorggelden.
De toenemende belangstelling voor toerisme en recreatie, vooral in natuurgebieden, staat voor verschillende uitdagingen. Voor Natuurgrenspark De Groote Heide is dit niet anders. Samenwerking over de grens heen en bezoekersmanagement zijn cruciaal, gezien het gebied zich uitstrekt over Nederland en Vlaanderen.Grensloos Park De Groote Heide verbind Vlaanderen en Nederland letterlijk, door te werken aan fietsroutes die abrupt eindigen bij de grens en historische locaties die afhankelijk zijn van herstel aan de andere kant van de grens. Een tweede uitdaging is het vergroten van de toegankelijkheid voor diverse doelgroepen, zoals mensen met een fysieke beperking. Het gebied mist geschikte toegangspoorten en routes voor fietsers en e-bikes. De projectpartners willen lokale bewoners en verenigingen actief betrekken om het cultuur-historische karakter van het gebied meer tot uiting te laten komen in de thematische routes en via eigentijdse belevingselementen. Het betrekken van lokale gemeenschappen zal op termijn niet alleen de identiteit van het natuurgrenspark versterken, maar ook een breder draagvlak creëren voor beheer en bescherming. Dit brengt ons bij de derde uitdaging van het project om een duurzaam evenwicht te vinden tussen natuur en recreatie. Het Grensloos Park richt zich hiervoor op innovatieve oplossingen, ondersteund door gedetailleerde dataverzameling en -analyse, om bezoekersstromen beter te begrijpen.Collaborative partnersNatuurgrenspark De Groote Heide BGTS, Gemeente Heeze-Leende, Stad Hamont-Achel, Gemeente Cranendonck, Gemeente Valkenswaard, Gemeente Eindhoven, Natuurpunt Beheer.
Dit onderzoek levert een bijdrage aan het bestrijden van laaggeletterdheid in de noordelijke provincies door met leerkrachten en pabo-studenten een werkwijze te ontwikkelen om het ontluikend schrijfgedrag van een- en meertalige kinderen te herkennen en te versterken. De voor- en vroegschoolse ontluikende geletterdheidsontwikkeling van jonge kinderen (2-7 jaar) vormt de basis voor latere formele lees- en schrijfinstructie en geletterdheidsontwikkeling. Hoewel ontluikende geletterdheidsontwikkeling vooral zichtbaar wordt in teken- en schrijfactiviteiten, is juist dit ontluikende schrijfgedrag nauwelijks onderzocht bij zowel één- als meertalige leerlingen, leidend tot professionele handelingsverlegenheid. Zo sluiten leerkrachten niet altijd optimaal aan bij ontluikend schrijfgedrag van (meertalige) kleuters en is onduidelijk hoe ze dit gedrag samen met leerzaam taalgebruik (school language) kunnen ontlokken en versterken in thematische spelverhalen. Omdat interactie tussen kinderen, peerinteractie, in spel zowel bevorderlijk kan zijn voor ontluikend schrijfgedrag als school language, luidt de onderzoeksvraag: Hoe kunnen (aankomende) leerkrachten het ontluikend schrijfgedrag en school language van jonge (één- en meertalige) kinderen herkennen en versterken in peerinteractie? Deze vraag wordt beantwoord door ontwerpgericht onderzoek, waarin intensief met (aankomende) leerkrachten wordt samengewerkt. Door (video-)opnames van peerinteracties en schrijfproducten in thematische spelverhalen te analyseren, wordt meer inzicht verkregen in hoe één- en meertalige kleuters overleggen rondom dergelijke schrijfproducten en in voor hun ontluikend schrijfgedrag en school language stimulerende contexten. Door het cyclische onderzoekskarakter worden tegelijkertijd drie betekenisvolle thematische spelverhalen (door)ontwikkeld en wordt bijgedragen aan de professionalisering van (aankomende) leerkrachten. Tenslotte wordt meer inzicht verkregen in elementen van een potentieel professionaliseringstraject. De opbrengsten worden gedissemineerd in wetenschappelijke- en vakpublicaties en presentaties, en gedeeld middels een website waarop kennisclips en de (door)ontwikkelde thematische spelverhalen beschikbaar worden gesteld voor leraren(opleiders) en pabo-studenten. Met dit onderzoek kan de postdoc-kandidaat bijdragen aan de ambities van beide lectoraten, voortbouwen op zijn promotieonderzoek en zich ontwikkelen in het vormgeven van en leiding geven aan een onderzoeksproject.