Gezamenlijke activiteiten, vooral culturele activiteiten, zijn geen luxe tijdsbesteding maar een must om de samenleving gezond te houden. Hoe zorgen we ervoor dat burgers hieraan gaan of blijven deelnemen, nu de verzorgingsstaat verandert? Eltje Bos, lector Culturele en Sociale Dynamiek aan de Hogeschool van Amsterdam, legt in haar Lectorale Rede van 13 januari 2015 uit hoe sociaal-culturele professionals moeten luisteren naar verschillende burgers in deze tijd van verandering.
LINK
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
Neighbours have been found to influence each other’s behaviour (contagion effect). However, little is known about the influence on sport club membership. This while increasing interest has risen for the social role of sport clubs. Sport clubs could bring people from different backgrounds together. A mixed composition is a key element in this social role. Individual characteristics are strong predictors of sport club membership. Western high educated men are more likely to be members. In contrast to people with a nonWestern migration background. The neighbourhood is a more fixed meeting place, which provides unique opportunities for people from different backgrounds to interact. This study aims to gain more insight into the influence of neighbours on sport club membership. This research looks especially at the composition of neighbour’s migration background, since they tend to be more or less likely to be members and therefore could encourage of inhibit each other. A population database including the only registry data of all Dutch inhabitants was merged with data of 11 sport unions. The results show a cross-level effect of neighbours on sport club membership. We find a contagion effect of neighbours’ migration background; having a larger proportion of neighbours with a migration background from a non-Western country reduces the odds, as expected. However, this contagion effect was not found for people with a Moroccan or Turkish background.
Psoriasis kan niet worden genezen, wel onderdrukt. Bestaande onderdrukkingsmethoden hebben grote nadelen door lage effectiviteit, hoge kosten en/of tijdsbesteding. Sinds 2 jaar wordt er gewerkt aan het ontwikkelen van een alternatieve en tevens innovatieve onderdrukkingsmethode tegen de huidaandoening psoriasis waarbij deze aandoening op een natuurlijke basis wordt onderdrukt met minder nadelen voor de patiënt. Met behulp van de subsidie kan er onderzoek worden gedaan naar de haalbaarheid van het in de markt zetten van deze nieuwe methode. Verder zal de subsidie worden gebruikt voor de begeleiding bij het opzetten van het testprotocol en de evaluaties van de testresultaten.
Dit project heeft tot doel in kaart te brengen hoe virtuele en fysieke sociale interacties in de vrije tijd zich tot elkaar verhouden. Wat is de impact van virtualisering van de vrijetijd op lokale praktijken? Vrijetijdspraktijken worden traditioneel gezien als gelegenheden bij uitstek om op een laagdrempelige manier in contact te komen met anderen en worden aangewend om sociale cohesie te bewerkstelligen (bijvoorbeeld via urban gardens). Het internet heeft echter voor nieuwe vormen van vrijetijdsbesteding en daarmee gepaard gaande sociale interactie gezorgd. Het is mogelijk om -bijvoorbeeld in het kader van een hobby zoals gamen- contact te leggen met gelijkgestemden aan de andere kant van de wereld. Dit roept de vraag op naar de invloed van digitale media en individualisering van de vrije tijd op de omvang en aard van sociale netwerken die aan de basis staan van sociale cohesie en sociaal kapitaal. Mogelijk versterken virtuele praktijken lokale sociale netwerken. Aan de andere kant kunnen mensen met een beperkte toegang tot de virtuele wereld buitengesloten raken. Onderzoek is nodig om te begrijpen hoe virtuele en fysieke sociale contacten op elkaar inwerken. In afstemming met bewoners en lokale organisaties beoogt dit project vervolgens een antwoord te geven op de vraag hoe de interactie tussen virtuele en fysieke praktijken succesvol kan bijdragen aan de kwaliteit van de sociale leefomgeving. Het onderzoek zal een mixed methods benadering toepassen om inzicht te verkrijgen in de (micro)dynamiek van de interactie tussen virtuele en fysieke vrijetijdspraktijken Vervolgens zullen de resultaten van het onderzoek benut worden om met bewoners en lokale organisaties een instrument te ontwikkelen om zowel fysieke als virtuele sociale verbindingen in de buurt in kaart te brengen en te versterken. Het project maakt deel uit van het onderzoeksprogramma Placemaking and Events van Breda University of Applied Sciences.
Wie zijn dove, slechthorende en doofblinde gebruikers van de Nederlandse Gebarentaal (NGT)? Hoe ervaren zij het gebruik van NGT als één van hun voorkeurstalen, en welke barrières komen ze daarbij mogelijk tegen? Het onderzoek ‘Dovengemeenschap in beeld’ wil op deze en andere vragen antwoorden krijgen.