In het themanummer ‘Politiefunctie en politietaak’ van het Tijdschrift voor de Politie beschrijven wij 6 spanningen in de samenwerking tussen politie en zorg in acute situaties. Ook geven we richting aan vervolgstappen. Dit is gebaseerd op ons onderzoek GIPZ – Gezamenlijke Inspanning Politie en Zorg.
MULTIFILE
- ‘We hebben een Nederlandstalig tijdschrift voor de forensische gedragskunde opgericht.’ - ‘Oh wat leuk, maar bestaat dat dan nog niet?’ Dit was een veelvoorkomende reactie van mensen die iets verder van het forensische veld af staan. De tekenende vanzelfsprekendheid waarmee zij van het bestaan ervan uitgaan, weerklinkt ook in de aanwezigheid van vergelijkbare specialistische wetenschappelijke tijdschriften in de taalgebieden om ons heen. Uiteraard zijn er veel Engelstalige tijdschriften op het gebied van de forensische gedragskunde, die immers de nationale markt in verschillende landen die Engels als voertaal hebben bedienen, naast de internationale markt (of Noord-Amerikaanse of Europese) met het Engels als wetenschappelijke lingua franca. The Journal for Forensic Psychiatry and Psychology is voor deze vergelijking een vrij letterlijk voorbeeld van zo’n tijdschrift, maar er zijn er vele. Ook in het Duitse taalgebied zijn er verschillende tijdschriften, waaronder Forensische Psychiatrie, Psychologie, Kriminologie en Forensische Psychiatrie und Psychotherapie. Wie zich in het forensisch gedragskundige onderzoeksveld zelf begeeft, wordt vroeg of laat deze leemte in Nederland gewaar. Voor ons werd die steeds meer onontkoombaar, doordat we zelf als relatief nieuwbakken hoogleraren steeds meer jonge onderzoekers te begeleiden kregen. Denk aan promovendi, maar ook aan klinisch psychologen in opleiding die in het kader van die opleiding onderzoek verrichten dat een publicabel artikel moet opleveren, en andere startende onderzoekers in het forensische veld, waaronder behandelaars die naast hun behandelwerk onderzoek verrichten. Zij worden door deze leemte gedwongen hun studies aan te passen aan de eisen van meer algemene tijdschriften in onder meer de psychiatrie, de psychologie, de criminologie en het (straf)recht. Hoewel publicatie in dergelijke tijdschriften ook interessant kan zijn om een breder publiek te bereiken, is de inhoud niet altijd passend of vereist het veel extra uitleg over het forensische veld, terwijl de kans op afwijzing groter is vanwege de concurrentie met allerlei andere deeldisciplines daarbinnen. Uitwijken naar specialistische internationale tijdschriften vraagt soms juist binnen de forensische disciplines om aanpassing van de eigen nieuwsgierigheid en onderzoeksvragen, om deze begrijpelijk en relevant te maken voor de internationale context. Echter, juist omdat de context van het (straf)recht zo nationaal is, bestaat al met al de kans dat veel relevant onderzoek niet gedaan of gedeeld wordt omdat voor de publicatie ervan het juiste gremium niet bestaat. Deze zorgelijke conclusie, gecombineerd met een gedeelde gevoelde verantwoordelijkheid en een flinke dosis enthousiasme voor ons vakgebied, heeft ons doen besluiten in dit gat te springen.
LINK
Er zijn heel veel kinderen en volwassenen die ernstige problemen ervaren in het dagelijkse leven omdat zij Licht Verstandelijke Beperkingen (LVB) hebben of op enig moment in hun leven op dat niveau functioneren (Moonen, 2017). In dit artikel staan we stil bij hoe de beperkingen in adaptieve vaardigheden objectief vastgesteld kunnen worden.
LINK
Bijna tien jaar geleden publiceerde ik Grijs verleden, een geschiedenis van Nederland en de Tweede Wereldoorlog. In dit boek probeerde ik – in navolging van oudere historici als Hans Blom en Jan Bank en jongere historici-leeftijdsgenoten als Bart van der Boom, Kees Ribbens en Jan van Miert, onder de indruk van de recente onthullingen over de naoorlogse omgang met joodse mensen en goederen en aan het denken gezet tot slot door de gebeurtenissen in ondermeer voormalig Joegoslavië en Rwanda – een ander beeld van de oorlog te schetsen. Volgens mij, en daarmee beweerde ik niets nieuws, was het onjuist de oorlog telkens opnieuw vanuit het perspectief van onderdrukking en verzet te bekijken. Te midden van deze polen, zo beweerde ik, lag een breed veld vol schakeringen. Die schakeringen waren in de naoorlogse geschiedschrijving, met name in het werk van Loe de Jong en zijn ontelbare navolgers, onderbelicht gebleven en op dat moment slechts met betrekking tot enkele steden en onderwerpen beschreven. Het was tijd voor een veralgemenisering. Vandaar dat en en niet in van de ondertitel. Grijs verleden kon immers niet anders zijn dan zowel een polemiek met een beeld als een beschrijving van een andere historische werkelijkheid. Het boek maakte veel los. Veel negatieve en veel positieve reacties. Ook verscheen druk na druk. Pas na een jaar of twee werd het rustig. Tegenstanders bleven het een slecht werk vinden, voorstanders meenden het tegenovergestelde. De reden van een en ander werd me niet altijd even duidelijk.
DOCUMENT
Onze omgeving, een gebouw en de inrichting van dat gebouw hebben veel invloed op onze beleving. Er is steeds meer aandacht voor die omgeving en voor de vraag hoe die omgeving kan bijdragen aan het bevorderen van het herstel en welbevinden van de mens. Dit artikel licht toe hoe het concept Healing Environment kan worden vertaald naar een ontwerp voor een éénpersoonskamer in een ziekenhuisomgeving vanuit het perspectief van de gebruiker.
DOCUMENT
“Nadat de langste formatie ooit was afgerond en portefeuilles waren verdeeld, kwam het kabinet voor het eerst bijeen. Een van de onderwerpen in dit eerste overleg: wat losse eindjes in de taakverdeling. Zo moest er bijvoorbeeld nog iemand worden gevonden voor het mbo. Zou ook het herstellen van het vertrouwen van burgers in de overheid tijdens dat overleg in iemands portefeuille zijn beland? Het zal je maar gebeuren.
MULTIFILE
Enige tijd geleden nodigde de redactie van het Tijdschrift voor Economisch Onderwijs mij uit - tezamen met alle redacteuren en columnisten - voor een uitstapje in Amsterdam.
DOCUMENT
Verschenen in Levende Talen Tijdschrift, 16 (2), 3-15. 2015
LINK
Jongeren die zich door de politiek niet gehoord voelen, ondernemen zelf actie, buiten de stemhokjes en het parlementaire debat om. Jongerenwerkers kunnen hen hierbij helpen vanuit de aloude empowerment gedachte.
DOCUMENT