Als docent, maar ook als artistedcuator en onderzoeker, heb ik tijdens mijn afscheid van MKE ArtEZ samen met de leergemeenschap een #TuinvanOnderwerpen geplant. Voor elk onderwerp, issue of kwestie een bol. Dat konden fijne alledaagse onderwerpen en belevenissen zijn, maar het konden ook minder fijne alledaagse dingen zijn die soms alledaags dreigen te worden. Het ging om onderwerpen die er toe doen, onderwerpen die volgens de MKE van artisteducators volop verbeelding en groei nodig hebben om tot inzicht, begrip, perspectief en bloei te komen.
DOCUMENT
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
At the end of the 1920s the International Review i10 was published in the Netherlands. This avant-garde magazine was characterized by the search for radical innovation in art and society. The editors of i10 created an international platform where several European avant-garde movements could exchange their ideas. How did this avant-garde platform realize the transnational ambitions of the editors? And what kind of ideas on Europe can be identified in i10 in the context of a more general discourse on moder-nity? This article focuses on the extent to which i10 realized these transnational ambitions to provide an innovative platform of the European avant-garde.
LINK
Diverse partijen, zowel marktpartijen als kennisinstellingen, gaan in 2020 samenwerken in een pilot om te toetsen in hoeverre zij de plant kardoen (familie van de artisjok distel) in haar volle potentieel kunnen gebruiken voor diverse commerciële doeleinden, zoals bloemen, voedsel, composiet en een lamp. Er wordt in deze pilot onderzoek gedaan naar: - Gebruik van reststromen als bodemverbeteraar - Teelt van kardoen - Verwerking van kardoen
Het lectorenplatform Voedsel, Voeding en Gezondheid (LPVVG) draagt bij aan onderzoekagenda’s van de topsectoren Agri & Food, Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en Life Sciences & Health. Hierbij wordt nauw samengewerkt met het Centre of Expertise Groen en Centre of Expertise Healthy Ageing. Het LPVVG bundelt de expertise en kracht van meerdere hbo-instellingen om impact te genereren op het gebied van gezond en duurzaam voedsel, preventie van ziekte en de relatie met voeding en gezondheid. Het bestaande LPVVG is verbreed en verstevigd en legt voor de komende jaren de focus op drie thema’s: voedselaanbod, voedselvaardigheden en voedselomgeving. Deze onderwerpen sluiten nauw aan bij de KIA’s van de missies ‘Landbouw, Water en Voedsel’met de focus op produceren en consumeren van gezond, veilig en duurzaam voedsel en ‘Gezondheid en Zorg’, waarin wordt gestreefd naar langer leven in goede gezondheid, afname van gezondheidsverschillen en het verbeteren van gezonde leefstijl en leefomgeving.Het LPVVG zet in op het verder uitrollen en aanjagen van programma-ontwikkeling gericht op praktische toepassingen met impact op betrokkenen, van beroepsprofessionals tot burgers. Dit is in lijn met de plannen die tot stand zijn gekomen in het coördinatieteam ‘Roadmap Voeding, Gezondheid en Leefomgeving’. Hierbij gebruikt het LPVVG de eerder opgezette regiokaart voor de transfer en bredere implementatie van projecten over voedsel, voeding en gezondheid tussen en naar de regio’s (social twinning). Concreet betekent dit het opzetten van en bijdragen aan regionale leergemeenschappen voor kennisimplementatie en valorisatie in samenwerken met burgers, organisaties, bedrijven, mbo, hbo en wo. Hiervoor organiseert het LPVVG t.b.v. public engagement een aantal regionale hackatons over voedsel, voeding, leefstijl en gezondheid. Kortom, dit lectorenplatform werkt aan het versterken en zichtbaar maken van de rol van het hbo-domein voedsel, voeding en gezondheid in het praktijkgericht onderzoek en de toepassing hiervan naar het werkveld en de samenleving.
De coöperatieve vereniging Woldwijk (hierna CV Woldwijk) ontwikkelt sinds 2016 een gebied van circa 40 hectare aan de noordoostkant van het dorp Ten Boer. Op een terrein met een (vooralsnog) agrarische bestemming zijn sindsdien tijdelijke woningen en een gemeenschapshuis (in totaal ruim 4 hectare), een gemeenschappelijke moestuin (0,6 hectare) en wisselwoningen gebouwd. Daarnaast worden er plannen gemaakt voor de ontwikkeling van een op het terrein gelegen monumentale boerderij en het deels inrichten van enkele akkers voor experimentele strokenlandbouw. De CV Woldwijk heeft een vergunning om het reeds bebouwde terrein tot 2027 te gebruiken, dit in afwachting van een definitieve herbestemming. De gemeente Groningen, waartoe Ten Boer sinds 2019 behoort, is leidend in de vormgeving van de definitieve herbestemming. Momenteel is het traject om tot een dorpsvisieplan te komen in ontwikkeling. De CV Woldwijk wil een vervolgstap in de professionalisering van haar organisatie en in de gebiedsontwikkeling van Woldwijk maken en heeft daarom het lectoraat Leefomgeving in Transitie gevraagd onderzoek te verrichten naar onderwerpen die bij kunnen dragen aan de opschaalbaarheid (en daarmee input leveren voor een toetsing naar haalbaarheid en het creëren van draagvlak) van haar duurzame plannen en zo “een substantiële bijdrage te leveren aan de wijkontwikkeling die hier ongetwijfeld plaats gaat vinden” (bron: document Werksessie Fieldlab Woldwijk, dd. 12/09/22). De mogelijke onderzoeksthema’s waaraan het initiatief Woldwijk raakt zijn divers en op verschillende schaalniveaus onder te verdelen: Op objectniveau (woningen, gemeenschapshuis en hoeve): bijvoorbeeld op het vlak van experimenten met circulaire bouwmethodieken tot biobased bouwen en van duurzame (monumentale) herbestemming tot tijdelijke en verplaatsbare bouwwerken. Op buurtniveau (omvattend Landjegoed, Tiny Houses Woldwijk en Staatjevrij): bijvoorbeeld van het (bottom-up) ontwikkelproces, tot de formelere aspecten met betrekking tot de vergunningverlening en van de leefbaarheidsontwikkeling tot en met de lokale gemeenschapsvorming. En op wijkniveau: bijvoorbeeld de betekenis van Woldwijk voor het dorp Ten Boer; zowel met betrekking tot leefbaarheidsontwikkeling en waardeontwikkeling.