In de helft van de Surinaamse en Antilliaanse gezinnen in Nederland ontbreekteen vader. Dit artikel bespreekt de achtergronden en mogelijke effectendaarvan en de manier waarop vaders uit deze groepen zelf tegen hunrol als vader en het grote aantal afwezige vaders aankijken. Daarbij ligt hetaccent op Afro-Surinaamse vaders. Een belangrijke vraag die in het artikelwordt behandeld is hoe vaderschap in Afro-Caribische kring te versterken.Enkele recent gestarte initiatieven rond versterking van vaderschap in Amsterdamworden daartoe kort uitgelicht.
DOCUMENT
Recensie van de literaire bespiegelingen en verhalen van Toine van Benthem (2004) Vaderschap en literatuur, bruikbaar voor onderwijs over vaderschap.
DOCUMENT
De rol van vaders in het gezin krijgt steeds meer aandacht van praktijk en beleid. De inbreng van vaders in de opvoeding van kinderen is, net als die van moeders, uiterst belangrijk. Niet alleen als kostwinner of begeleider naar de voetbalclub, maar omdat zij een belangrijke eigen invloed hebben op de ontwikkeling van kinderen. In het leven van alledag is een actieve inbreng van vaders echter niet vanzelfsprekend, hebben moeders een groter aandeel in de zorg en opvoeding. In deze publicatie staat de vraag centraal: Hoe kan de emancipatie van mannen, in het bijzonder hun rol als vader, in diverse groepen in Amsterdam worden versterkt door lokaal beleid? Onderzoekers en studenten hebben beschikbare informatie geïnventariseerd, sleutelpersonen en vaders van diverse etnische achtergronden geïnterviewd. De resultaten zijn beschreven in dit rapport.
LINK
De methodiek ‘Opvoeddebatten met migrantenvaders’ is ontwikkeld door Trias Pedagogica. De debatten hebben als doel om vaders die niet zo snel worden bereikt door formele opvoedondersteuning met elkaar te laten nadenken en discussiëren over hun vaderschap. Aanvullend krijgen zij kennis over opvoeding en ontwikkeling aangereikt. De methodiek is oorspronkelijk ontwikkeld voor Marokkaanse vaders, maar wordt inmiddels ook uitgevoerd met vaders van andere etnische achtergronden.
LINK
Trias Pedagogica, een onafhankelijk advies- en trainingsbureau voor interculturele pedagogiek, opvoeding en vaderschap, ontwikkelde de methodiek Opvoeddebatten met Marokkaanse vaders. Opgeleide trainers passen deze methodiek toe in groepsgesprekken met vaders over hun opvoeding, inmiddels met vaders van diverse etnische achtergronden door het hele land. De methodiek is beschreven door onderzoekers, op basis van literatuurstudie, documenten van Trias Pedagogica, interviews met trainers en vaders, observaties van bijeenkomsten.
LINK
Little is known about the link between fatherhood and reoffending among people released from prison. This study examined the association between fatherhood, residential status, and registered reconviction rates using data from a Dutch pre-trial prison cohort sample (N = 845, 42.5% fathers). The results show that fathers who co-resided with a partner and children 6 months after release from prison were significantly less likely to be reconvicted 18 months after release than non-fathers and fathers who did not reside with a partner and children. This paper concludes that fathers’ larger family context and reoffending risk factors need to be viewed in conjunction to understand the relationship between fatherhood and reoffending after release from prison.
DOCUMENT
Van der Pas (2002) gaf aan dat zowel vaders als moeders in het contact met professionele zorg de erkenning van dagelijkse problemen rondom ouderschap soms missen en ook de legitimatie om als ouder te falen. Er is nu toenemende aandacht voor ouderschap bij psychische aandoeningen (Van der Ende 2016). Omdat ouderschap meer ingevuld wordt door moeders dan door vaders, krijgen de laatsten minder aandacht. De combinatie van psychische beperkingen en de zorg voor kinderen geeft ook voor vaders met psychische aandoeningen stress. Bij een man kan, tijdens de zwangerschap van zijn vrouw en de geboorte van een kind, een crisis optreden. Als er onvoldoende draagkracht is kan de geboorte van een kind tot psychische decompensatie en gezondheidsproblemen leiden. Tegelijkertijd kan vaderschap kracht opleveren. In dit artikel gaan we nader in op het belang van het vervullen van de vaderrol voor mannen met een psychische aandoening en welke ondersteuning desgewenst kan worden geboden door onder meer professionals en ervaringsdeskundigen in de ggz, in instellingen voor begeleid wonen en in sociale teams.
DOCUMENT
Het doel van reclasseringswerk is voorkomen en verminderen van crimineel gedrag en vanuit veiligheid en zorg bijdragen aan duurzame re-integratie en resocialisatie van delinquenten. Reclasseringswerkers worden in het werken daaraan geconfronteerd met emoties van cliënten en die van zichzelf. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar hoe reclasseringswerkers omgaan met emoties in hun werk en hoe ze deze uiten in cliëntencontact. De aandacht gaat tot nu toe vooral uit naar het uiten van emoties als empathie of humor die belangrijk zijn in effectieve werkwijzen in het reclasseringswerk zoals prosociaal modelleren of motivational interviewing. Maar wat doe je als je die emoties niet direct voelt en hoe ga je om met emoties als boosheid, walging, ergernis? Dat vraagt om emotional labour, zoals Hochschild dat noemt: werken om een emotie te uiten die bijdraagt aan het doel dat je als reclasseringswerker voor ogen hebt. En dat betekent soms iets maskeren of juist veinzen. In dit artikel doen we verslag van een kleinschalig verkennend onderzoek onder reclasseringswerkers van Inforsa Amsterdam (verslavingsreclassering) naar emoties die zij ervaren in hun werk, de wijze waarop zij emoties uiten in de interactie met hun cliënten en wat er volgens hen nodig is om ondanks de emotionele ballast van hun werk, hun veerkracht te behouden. We gaan allereerst in op emoties en schetsen vervolgens hoe emoties een rol kunnen spelen in de reclasseringspraktijk en wat voor emotional labour dat vraagt van de reclasseringswerkers in de interactie met hun cliënten. We sluiten af met enkele conclusies en implicaties voor de praktijk.
DOCUMENT
Onderzoek naar de praktijk van re-integratie van alleenstaande moeders naar de arbeidsmarkt in Maastricht, Hasselt en Aken. Wat zien professionals (en beleidsmakers) als probleem en oplossing en hoe ziet de doelgroep dat zelf? Hoe kunnen die verschillen overbrugd worden? Een vergelijking over de grenzen kan een extra dimensie geven aan een onderzoek, maar ook aan de verbetering van de praktijk. Het rapport dat voor u ligt: “Bijstandsmoeders in Maastricht” is het resultaat van het eerste deelonderzoek. Het rapport begint met een korte beschouwing over de stand van zaken over het onderwerp, op basis van een literatuurstudie en een eerste werkveldverkenning. Na die eerste verkenning volgen twee hoofdstukken over de opzet van het onderzoek. Eerst een hoofdstuk over de opzet van het totale onderzoek, dan een hoofdstuk over de opzet en uitvoering van het deelonderzoek. Dan de ‘ziel’ van dit onderzoek: Een uitwerking van de interviews met de doelgroep ‘bijstandsmoeders in Maastricht’. De hoofdstukken volgen de thema’s die in de interviews aan de orde kwamen. Het rapport eindigt met een nabeschouwing waarin de onderzoeker reflecteert op de twaalf gesprekken, als onderzoeker, maar wellicht nog meer als docent, maatschappelijk werker en ervaringsdeskundige van heel lang geleden. Daar de geïnterviewde moeders de uitvoeringspraktijk goed kennen, heeft de onderzoeker op basis van de interviews een aantal aanbevelingen geselecteerd waar de professionals wellicht hun voordeel kunnen doen.
DOCUMENT