Vanuit eerder onderzoek is het vermoeden ontstaan dat de inzet van buurtsportcoaches kan bijdragen aan allerlei maatschappelijke veranderingen waarvan we op dit moment geen of nauwelijks weet hebben of welke niet of nauwelijks aantoonbaar gemaakt kunnen worden. Voor de gemeente Den Haag is een breed inzicht in de opbrengsten van de buurtsportcoach van belang om een overwogen en onderbouwd besluit te kunnen nemen over de inzet van de buurtsportcoaches en sportstimuleringsprojecten. Het doel van dit onderzoek is daarom het inzichtelijk maken van de maatschappelijke veranderingen die buurtsportcoaches in Den Haag teweeg brengen. Daartoe worden in dit onderzoeksrapport maatschappelijke veranderingen beschreven die optreden als gevolg van de inzet van de buurtsportcoach in de gemeente Den Haag, in de perceptie van verschillende stakeholders. Het onderzoeksrapport – en met name het resultatenhoofdstuk – is als het ware een foto van de huidige situatie. Dit onderzoeksrapport bevat tevens aanbevelingen gericht op het versterken van maatschappelijke veranderingen die ontstaan door de inzet van de buurtsportcoach.
DOCUMENT
Economische, technologische en maatschappelijke ontwikkelingen hebben enorme gevolgen voor het werk in de regio Rotterdam,. Grote clusters van banen verdwijnen, maar er komen ook banen bij. In dit artikel worden de trends op een rij gezet. De bijdrage vanuit Inholland is verzorgd door Petra Biemans en Gurkan Celik.
DOCUMENT
In dit verslag wordt gerapporteerd over conversaties met opleidingsmanagers over het studiesucces van opleidingen aan de hand van managementinformatie. Binnen Zuyd Hogeschool is het Programma Succesvol Studeren actief dat opleidingen ondersteunt bij het creëren van meer studiesucces. Het Programma Succesvol Studeren is momenteel in een fase belandt waarin op een steeds grotere schaal opleidingen, met hulp van leden van het kernteam van dit programma, aan de slag gaan met interventies. Deze interventies houden verband met de Sleutels voor Studeerbaarheid (Van der Klink, 2017) en richten zich bijvoorbeeld op programmering, toetsing, didactiek of onderwijsklimaat. Op de langere termijn zullen deze interventies naar verwachting resulteren in zichtbare veranderingen in het studiesucces van de participerende opleidingen. Op de kortere termijn resulteert dit mogelijk in veranderingen die wellicht wat minder direct zichtbaar zijn en een meer diepgaande analyse van beschikbare managementinformatie vergt dan doorgaans gebruikelijk is. Om zicht te krijgen op mogelijk eerste signalen van verandering is in dit kortlopende onderzoeksproject geëxploreerd wat een mogelijke werkwijze is om deze veranderingen zichtbaar en bespreekbaar te maken. Het doel van het project is om te komen tot een werkwijze die behulpzaam is en die op bredere schaal kan worden toegepast binnen Zuyd Hogeschool.
DOCUMENT
De publicatie ‘De kracht van verbinding: Loopbaanthematieken in het licht van veranderende beroepsbeelden” is modulair opgebouwd. Iedere module behandelt een stukje van de thematiek, waarbij steeds vanuit een ander perspectief wordt gekeken: vanuit kiezende jongeren, vanuit de veranderingen die plaatsvinden in de maatschappij en die ons werk beïnvloeden, vanuit de Nederlandse arbeidsmarkt, vanuit onderwijsorganisaties en vanuit arbeidsorganisaties.
DOCUMENT
In deze publicatie onderzoeken we hoe sociaal werkers zelf aankijken tegen eco-sociaal werk en de rol die zij in de klimaatcrisis en ecologische crisis zouden kunnen innemen. Zien zij het belang van in van eco-sociaal werk? Welke mogelijkheden zien zij en welke belemmeringen ervaren zij? In hoeverre zijn zij persoonlijk betrokken bij klimaatveranderingen, hoe vertalen zij deze betrokkenheid agogisch in hun werk en hoe zetten zij zich in voor het verduurzamen van hun organisatie? Welke ideeën hebben zij bij eco-sociaal werk en hoe vertalen zij dat in hun handelen? Het antwoord op deze vragen geeft weer waar sociaal werkers naartoe willen, hoever we staan en wat nodig is om een stap verder te zetten in de richting van eco-sociaal werk. Deze vragen vormen het startpunt voor dit onderzoek.
DOCUMENT
Welke concrete veranderingen hebben plaatsgevonden op het werk en welke 21st century skills zijn of worden essentieel om het werk te kunnen blijven uitvoeren? Deze vraag stelden lectoren Petra Biemans (Hogeschool Inholland) en Ellen Sjoer (De Haagse Hogeschool) zichzelf. Het antwoord op deze vraag is te vinden in het boek ‘Werk verandert. 21st century skills in de praktijk'. Spelen onderwijsinstellingen voldoende en tijdig in op de vaardigheden die toekomstbestendige werknemers en ondernemers nodig hebben? Of krijgen studenten zodra ze de arbeidsmarkt betreden een cultuurshock omdat het onderwijs achterblijft? Hoe en welke van de 21st century skills effectief in het onderwijs geïmplementeerd kunnen worden vereist volgens de lectoren nog vervolgonderzoek.
DOCUMENT
English Abstract:Administrative turbulence in social work: the challenge of pluralist coalition-formation As elsewhere in Europe, social work in the Netherlands is facing ever more administrative changes. This article analyzes the administrative changes that local social work institutions are currently facing and how representatives of these institutions are reacting to these changes. The article is divided into three sections. The first section describes four administrative changes that organizations in the field of social work are currently facing. The second section is based on the results of four studies in local social work, and analyzes how social workers and managers from these organizations are experiencing and handling these administrative changes. We group the reactions into four different clusters: the confused reaction, the introvert reaction, the extravert reaction and the binding reaction. The third section zooms in on what we see as the most beneficial strategy: the binding reaction. We argue that these turbulent times call for organizations that are able to create strong coalitions, both internally and externally. These are necessary to guarantee service provision as well as innovation in a meaningful way.--Dutch Abstract:Bestuurlijk turbulentie in het sociaal werk: de uitdaging van meervoudige coalitievorming Net als elders in Europa wordt het sociaal werk in Nederland geconfronteerd met indringende bestuurlijke veranderingen. In dit artikel analyseren wij met welke bestuurlijke veranderingen instellingen in het lokaal sociaal werk te maken hebben en hoe representanten van deze instellingen op deze veranderingen reageren. Het artikel bestaat uit drie delen. In het eerste deel beschrijven we vier in het oog springende bestuurlijke veranderingen waarmee organisaties in dit veld geconfronteerd worden. In het tweede deel analyseren we op basis van verschillende onderzoeken in het lokaal sociaal werk hoe representanten van deze organisaties – sociaal werkers en managers – deze veranderingen ervaren en hoe zij hiermee omgaan. We onderscheiden vier clusters reacties: de verwarde reactie, de introverte reactie, de extraverte reactie en de verbindende reactie. In het derde deel zoomen we in op de ons inziens meest vruchtbare reactiewijze: de verbindende reactie. We betogen dat deze turbulente tijd vraagt om organisaties die erin slagen om zowel sterke interne als krachtige externe coalities te creëren, nodig om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen en betekenisvol te innoveren.
DOCUMENT
Er is een polemiek aan het ontstaan over het politiserende karakter van het sociaal werk over de hoofden van de sociaal werkers heen. Waar blijft hun stem, en die van hun opleiders? Artikel in Dossier Politisering Sociaal Werk.
LINK
Net als elders in Europa wordt het sociaal werk in Nederland geconfronteerd met indringende bestuurlijke veranderingen. In dit artikel analyseren wij met welke bestuurlijke veranderingen instellingen in het lokaal sociaal werk te maken hebben en hoe representanten van deze instellingen op deze veranderingen reageren. Het artikel bestaat uit drie delen. In het eerste deel beschrijven we vier in het oog springende bestuurlijke veranderingen waarmee organisaties in dit veld geconfronteerd worden. In het tweede deel analyseren we op basis van verschillende onderzoeken in het lokaal sociaal werk hoe representanten van deze organisaties – sociaal werkers en managers – deze veranderingen ervaren en hoe zij hiermee omgaan. We onderscheiden vier clusters reacties: de verwarde reactie, de introverte reactie, de extraverte reactie en de verbindende reactie. In het derde deel zoomen we in op de ons inziens meest vruchtbare reactiewijze: de verbindende reactie. We betogen dat deze turbulente tijd vraagt om organisaties die erin slagen om zowel sterke interne als krachtige externe coalities te creëren, nodig om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen en betekenisvol te innoveren.
LINK
Lectoraat Duurzaam HRM: Werk Mijn opa heb ik niet gekend. Ik vraag me af wat mijn opa zou hebben gezegd als hij hoorde van het lectoraat Duurzaam HRM. Hè, wat, duurzaam HRM? En ook: Hè lectoraat? Wat is dát dan? Er is in de afgelopen vier decennia veel veranderd, zowel op het vlak van werk, van HRM, alsook van duurzaam HRM. Maar ook lector en lectoraat zijn vrij nieuwe termen. Nu hoef je niet onder een steen te hebben geleefd om niet (volledig) aan de recente ideeën en trends rondom deze termen te zijn aangehaakt. Als verse lector Duurzaam HRM & leiderschap ga ik hier in de komende blogs meer over vertellen. In deze blog starten we met werk. Okay opa, eerst maar eens over werk. Het meest saillante kenmerk van werk in deze moderne tijd is de veronderstelling dat werk zou moeten bijdragen aan het geluk van de mens. Deze overtuiging is niet van alle tijden, zoals Alain De Botton treffend in Ode aan de Arbeid beschreef. Hoewel werk altijd al een prominente rol in samenlevingen heeft gespeeld, is de identificering die men tegenwoordig heeft met werk typerend voor het post-moderne tijdsgewricht. Het is bij een eerste ontmoeting tussen mensen dan ook vaak de eerste vraag die men stelt: Wat doe jij voor werk? Het gaat dan niet om wie die ander is, of welke interesses of afkomst die ander heeft. Zo is het niet altijd geweest. Ten tijde van Aristoteles ontpopte de mentaliteit van de onverenigbaarheid van werk en voldoening. Financiële nood maakte de mens tot een gelijke van een slaaf of dier. Arbeid zou tot psychische deformaties leiden. Dat werd ruim twee millennia het algemeen gedachtegoed over werk. Pas in de Renaissance, en vooral halverwege de 18e eeuw vinden we lofzangen op praktische werkzaamheden en daaraan gekoppelde bekwaamheden. Significante bijdrage in deze is de Encyclopédie van Diderot en d’Alembert waarin de vloer werd aangeveegd met de lofzang op de vrije kunsten als doelloze liefhebberijen van dilettanten. Door de bourgeoisie werden de genoegens opgeëist die ooit de aristocratie toebehoorden zoals vrijheid, trots, geluk, kortom het welbevinden van de mens door bezoldigd werk. Dus, waar werk voorheen eeuwenlang niet kon samengaan met geluk en vreugde, zo leek voortaan het bestaan zónder werk onmogelijk tot geluk te kunnen leiden. Mijn opa was zelf een product van zíjn tijd: hij was ingenieur en lid van de directie van de Nederlandse Maatschappij voor de Walvisvaart N.V. Indertijd werd hij getypeerd als de motor achter het in de vaart brengen van de eerste en tweede Willem Barendsz om Nederlands schrale vetpot na de Tweede Wereldoorlog te verbeteren. Ai, de walvisvaart: voor mij, als product van míjn tijd én vegetariër, een pijnlijk punt. Echter, de walvisvaart was na de tweede wereldoorlog het symbool van de herrijzende natie geworden. Zie hier in twee generaties tijd een mindgap van jewelste ten aanzien van werk. En die veranderingen gaan maar door. De veranderingen gaan ook steeds sneller. Dientengevolge heeft ook het werk zelf zich in ruim anderhalve eeuw getransformeerd. Veel beroepen van vroeger bestaan niet meer. De sigarenmaker, de walvisvanger, maar ook de lantaarnopsteker is niet meer nodig. Immers, veel werk dat vroeger met de hand werd gedaan, is overgenomen door machines of wordt eenvoudigweg niet meer gedaan. De populariteit van de grootschalige en geautomatiseerde productie sinds de industriële revolutie houdt verband met de betaalbaarheid ervan. Zonder fabrieken zouden auto’s bijvoorbeeld onbetaalbaar zijn. De gevolgen zijn iedere dag voelbaar op het werk. Wat betekent dit allemaal voor de medewerker? Het zijn immers niet alleen veranderingen in en rondom het werk waarmee medewerkers te maken hebben, maar ook met veranderingen in zichzelf. Te denken valt hierbij aan de alternaties van fysieke en cognitieve capaciteiten die inherent zijn aan het menselijke verouderingsproces. De wijze waarop men op wijzigende werkomstandigheden reageert kan verschillend zijn; deze kunnen belastend zijn, en daarmee bijdragen aan de achteruitgang van vitaliteit, maar ze kunnen ook stimulerend zijn, en daarmee juist vitaliteit bevorderen. Dit laatste impliceert dat werk, dat wil zeggen participatie in een samenwerkingsverband, een positieve rol kan spelen in het optimaliseren van de kansen op lichamelijke, sociale en geestelijke gezondheid. Deze thematiek geldt voor iedere medewerker, maar zeker nu loopbanen alsmaar langer worden door de verhoging van de pensioenleeftijd, is deze meer dan ooit actueel. Arbeid kan, kort gezegd, de werking van een medicijn hebben. De vraag is in welke mate organisaties en medewerkers hieraan kunnen bijdragen. Daarover in de volgende blog meer.
DOCUMENT