Demand Driven Care plays a key role in the modernization of the Dutch health care system. This modernization is needed because a) clients needs for care increases quantitatively as well as in diversity, b) the financial means for collective services are inadequate, c) the accessibility of health care will depend on clients own responsibility, and d) shortage of professional care givers is foreseen. In the Netherlands, the need for professional care givers increases with an average of 2% every year. Demand Driven Care is an instrument for liberalization of public activities. The Faculty Chair Demand Driven Care focuses on those activities that will contribute to sufficient care supply. Within the program of the chair, activities are executed under the theme of Integrated Care, Substitution, Patient Centred Care, and Home Care Technology with an emphasis on gerontechnology. The Faculty Chair wants to contribute to a better integration and coherence in care. So that clients live and function independently as long as possible and are able to enhance their self management. In addition, health care professionals should be aware of demand driven processes and should have a demand driven attitude towards clients.
DOCUMENT
Dit rapport is de opbrengst van een onderzoeksproject dat de twee lectoraten van de Hogeschool van Amsterdam (Lectoraat Management van Cultuurverandering) en van Hogeschool Inholland (Lectoraat Diversiteitvraagstukken) het afgelopen half jaar hebben uitgevoerd. De opzet van dit onderzoek was tweeledig. Enerzijds had het als doel om een specifieke onderzoeksvraag te beantwoorden ten aanzien van de zorgbehoefte van Licht Verstandelijk Beperkten (hierna ‘LVB’ genoemd). Anderzijds kende het onderzoek in zijn opzet een experimenteel karakter, waarin we verkenden in hoeverre we het onderwijs van beide hogescholen aan een onderzoeksproject als dit konden verbinden. Het was daarom ook een experiment naar onderzoek doen, in het kader van stage-, project en afstudeeropdrachten, samen met studenten van beide hogescholen.
DOCUMENT
In voorliggend sectorstudierapport gaat het om geweld jegens minderjarigen die in de periode van 1945 tot heden zijn geplaatst in instellingen voor minderjarigen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Tegenwoordig heten deze instellingen orthopedagogische behandelcentra (OBC). Voorheen werden deze instellingen behandelinstituten, instellingen voor licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen, zwakzinnigeninrichtingen of ‘debieleninternaten’ genoemd.1 In de periode van 1945 tot heden zijn er ook minderjarigen met een LVB geplaatst in instellingen in andere sectoren, zoals GGZ-instellingen, Justitiële Jeugdinrichtingen en residentiële instellingen die niet specifiek gericht zijn op minderjarigen met een LVB. Geweld jegens minderjarigen met een LVB in die sectoren is onderzocht in de andere sectorstudies van de Commissie Onderzoek naar Geweld in de Jeugdzorg, verder te noemen commissie. In dit hoofdstuk wordt allereerst de LVB-sector omschreven, net als de doelgroep van jongeren die in instellingen in deze sector geplaatst werden en worden. Daarna volgt een overzicht van de ontwikkelingen in de sector in de periode van 1945 tot heden, met speciale aandacht voor het financiële en wettelijke kader waarbinnen de OBC’s werken en gewerkt hebben. Vervolgens beschrijven we het onderzoeksproces en de specifieke onderzoekskeuzes voor deze sectorstudie en sluiten we af met de opbouw van dit rapport.
DOCUMENT
Mensen met een verstandelijke beperking en onbegrepen gedrag zijn bijzonder gevoelig voor hun fysieke omgeving. Deze heeft een directe invloed op hun welbevinden en daardoor ook op hun gedrag. In geval van onbegrepen gedrag kan zich dit uiten door vernieling van hun fysieke omgeving. Hierop wordt door zorginstellingen vaak beheersmatig gereageerd met als gevolg een kale leefomgeving en sociaal isolement. Door het toepassen van architectuur, gebaseerd op de mentale, sociale en fysieke behoeften van mensen die zorg en ondersteuning ontvangen kan een positief effect worden bereikt. De kandidaat heeft een ontwerpaanpak voor een humane architectuur ontwikkeld, waarmee positieve gedragsverandering bij mensen met een verstandelijke beperking en onbegrepen gedrag in woongroepen in de langdurige gezondheidszorg is vastgesteld. Juist voor deze bewoners is het begrijpen van échte persoonlijke gebruikersbehoeften in een fysieke omgeving en het herkennen van hun identiteit cruciaal. Praktijkorganisaties willen de ontwikkelde aanpak van humane architectuur daarom verder onderzoeken en standaardiseren. Dit PD-project richt zich hierop door het uitvoeren van projecten in de gehandicaptenzorg en het ontwikkelen van een generieke methodiek die aansluit bij de behoeften van gebruikers. Ook wordt hiermee aangetoond hoe samenwerking tussen architecten, zorgverleners en andere disciplines kan leiden tot praktische en innovatieve ontwerpen die gebouwen verbeteren en het gedrag van bewoners veranderen. De verwachte opbrengst is dat humane architectuur het welbevinden en de kwaliteit van leven van bewoners, medewerkers en familie doet toenemen en het personele ziekteverzuim en de zorg-, personeels- en vastgoedkosten doet afnemen. Middels een regionaal, nationaal en internationaal leernetwerk wordt de methodiek van humane architectuur ontwikkeld, gedeeld, verbeterd, geïmplementeerd en daarop gereflecteerd. De doelen worden gerealiseerd met verschillende praktijkpartners. Hierbij wordt aangesloten bij bestaande (regionale) netwerken, bijv. de innovatiewerkplaatsen Health Space Design en Gezond leven met een beperking en vindt afstemming en kennisdeling plaats met het Programma à la carte van Vilans.
Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking in de wijk Vathorst (Amersfoort) is in de praktijk niet vanzelfsprekend. Hoe kunnen professionals samen met bewoners en andere partijen in de wijk dit realiseren?Doel We willen mensen met een verstandelijke beperking in de wijk Vathorst (Amersfoort) ondersteunen om mee te doen aan activiteiten in de wijk of de stad. Het doel daarbij is om (langdurige) zorg, welzijn en maatschappelijke ondersteuning beter op elkaar aan te laten sluiten. Om te zorgen dat deze mensen er bij gaan horen in de wijk, willen we werkwijzen ontwikkelen om hen te stimuleren aan activiteiten mee te doen. Ook willen we een lokaal samenwerkingsverband versterken tussen: medewerkers van Amerpoort, Humanitas DMH en Abrona; de genoemde zorgorganisaties en de wijk, zoals Indebuurt033 en Wijk en Participatie; de zorgorganisaties en andere zorg- en welzijnsorganisaties die actief zijn in de wijk. We willen op alle niveaus het netwerk verbeteren en de mogelijkheden die er zijn beter benutten. Resultaten Beoogde resultaten: Volwaardige participatie in en van de wijk, en daarmee tevens vergroting sociale netwerken bewoners (middelen o.a.: meer vrijwilligers in contact met bewoners, meer contacten met organisaties in de buurt); dit leidt tot grotere satisfactie en Kwaliteit van Leven. Professionalisering. Medewerkers zijn gericht op participatie en inclusie en zijn daarmee ‘sociale ondernemers’ Medewerkers benutten elkaars kennis, faciliteiten en inzet. Er is een innovatieve samenwerkingsconstructie welke aansluit op het toekomstbeeld van de participatiesamenleving. De eerste fase van deze OWP is afgesloten met een publicatie met daarin de belangrijkste bevindingen op de bovenstaande doelstellingen. Tevens zijn in deze publicatie 'Vathorst inclusief. Samen werken aan inclusie' de opbrengsten van het studentonderzoek opgenomen. De OWP Vathorst inclusief is nu onderdeel geworden van het promotietraject van Jeroen Knevel waar inclusiegerichte praktijken centraal staan. Looptijd 01 februari 2017 - 01 november 2020 Aanpak Het betreft hier een actie-onderzoek waar onderzoekers samen met professionals nieuwe werkwijzen ontwikkelingen; de zogenaamde Ontwikkelwerkplaats (OWP). Dit is een model waarbij een groep enthousiaste mensen met elkaar aan de slag gaat om de doelstellingen te realiseren. Het is een proces van leren, ontwikkelen en uitproberen waarbij we plannen maken en activiteiten ondernemen om verbindingen tot stand te brengen. Idealiter bestaat een OWP uit (vertegenwoordigers van) alle belangrijke doelgroepen, zoals cliënten, familieleden, professionals en buurtgenoten. De groep is tussen de acht en twaalf personen groot en krijgt begeleiding van een 'facilitator' van de hogeschool. Dit is iemand die het proces begeleidt, zorgt voor een goede leeromgeving en voor kennis en inspiratie. De OWP heeft verschillende functies: Creatieve initiatieven ontwikkelen; Een enthousiasmerende aanjaagfunctie naar medewerkers, medecliënten en medeburgers; Mogelijkheden voor betrokkenheid en oplossingen voor belemmeringen onderzoeken. Hierbij gaan we ervan uit dat energie die partijen in dit project steken, van beide kanten komt. In de OWP van dit onderzoek zijn medewerkers van Abrona, Amerpoort en Humanitas DMH vertegenwoordigd. Daarnaast is door studenten onderzoek uitgevoerd ten behoeve van het ontwikkelproces van de OWP. De eerste fase van deze OWP is afgesloten met een publicatie met daarin de belangrijkste bevindingen tot noch toe. De OWP Vathorst inclusief is nu onderdeel geworden van het promotietraject van Jeroen Knevel waar inclusiegerichte praktijken centraal staan.