In Nederland is de verantwoordelijkheid voor ziekteverzuim en reïntegratie sinds het begin van de jaren negentig stap voor stap verschoven van het collectieve domein naar de individuele werkgever en werknemer. Achtereenvolgende wetswijzigingen hadden tot doel het ziekteverzuim en de instroom in arbeidsongeschiktheidsregelingen terug te dringen. De wijzigingen hebben ingrijpende gevolgen voor wat op het gebied van reïntegratie wordt verwacht van de zieke werknemer, de leidinggevende die belast is met de begeleiding en de bedrijfsarts die hen daarbij ondersteunt. Deze studie richt zich op het handelen van deze meest direct betrokkenen in situaties van langer durend (langer dan zes weken) ziekteverzuim in relatie tot het gedrag dat door de wetgever van henwordt verwacht.
DOCUMENT
Mentoren en ondersteuningscoördinatoren (onderwijsprofessionals) binnen het Pro Grotius College (hierna PG) ervaren een grote zorglast. Zij besteden een groot deel van hun begeleidingstijd voor leerlingen aan het acteren op vragen en ondersteuningsbehoeften die niet altijd onderwijs gerelateerd zijn. Om deze knelpunten op te lossen is een pilotproject op het PG gestart. Voor het project is een schoolmaatschappelijk werker aangesteld op de school, om leerlingen en ouders te ondersteunen bij hun hulpvragen. Het project is uitgevoerd in de periode november 2021 t/m juni 2024.
DOCUMENT
hoofdstuk 5 in HRM Heden en Morgen In dit hoofdstuk presenteren we de wetenschappelijke en professionele stand van zaken op het gebied van gezondheid en vitaliteit, om hier vervolgens enkele conclusies aan te verbinden die organisaties en professionals op dit gebied verder zouden kunnen helpen. Hiertoe definiëren we – na een meer algemene beschrijving van de maatschappelijke context van en ontwikkelingen rond dit thema – eerst de algemene begrippen gezondheid en vitaliteit, waarna verschillende perspectieven op gezondheidsbeleid worden gepresenteerd. …
DOCUMENT
In de periode rond de millenniumwisseling zijn veel publicaties uitgebracht over toekomstige ontwikkelingen op het gebied van arbeid (onder meer Van Driel 2001; Gaspersz & Verhoeff 2001; Leijnse 2002; Licher 2001; Paauwe & Williams 1999; Schnabel 2000; Weehuizen 2000). In diezelfde periode heb ik met enkele TNO-collega’s twee publicaties uitgebracht met een vooruitblik naar de toekomst. Dat betreft HRM in de toekomst dat ik in 2003 samen met Erik Jan van Dalen en Sjiera de Vries heb geschreven en De toekomst werkt; mens en bedrijf in 2020 uit 2007, waar ik samen met Joost van Genabeek en Cees Wevers de redactie van heb gevoerd. De publicatie HRM in de toekomst (Gründemann, Van Dalen & De Vries 2003) signaleert vier kernontwikkelingen die niet alleen essentieel zijn gezien hun effect op HRM en arbeid, maar ook omdat het vrij zeker is dat zij zich gaan voordoen. Deze kernontwikkelingen zijn: 1. veranderingen in de samenstelling van de beroepsbevolking 2. ontwikkelingen rond ICT en arbeid 3. flexibilisering van arbeidsrelaties 4. verandering in de betekenis van (betaald) werk
DOCUMENT
Rosa Alberto (HU) en Bart Kleine Deters (ECBO) deden onderzoek naar welke lessen we als Nederland kunnen leren van het buitenland op het gebied van beleid in gecijferdheid. Dit deden ze aan de hand van een thematische analyse op vier terreinen: 1. Samenhang in basisvaardigheden(-beleid) 2. Implementatiemethode van basisvaardighedenbeleid 3. De rol van kenniscentra 4. Rol van werkgevers in het versterken van basisvaardigheden Het onderzoek geeft mooie aanknopingspunten en inspiratie voor de ve-plannen die bij het ministerie van OCW in de maak zijn. Dit onderzoek is verschenen binnen het project Gecijferdheid als Basisvaardigheid, waarbij de HU, CINOP en Freudenthal Instituut (UU) samen optrekken.
DOCUMENT
Welk soortelijk gewicht heeft sociaal beleid, en aan welke dynamiek is het onderhevig? Hoe zwaar weegt het in het Haagse? Is het verbeteren van de sociale kwaliteit van onze samenleving een opdracht die opkan tegen het equivalent daarvan in de economische en fysieke sfeer? En is het soortelijk gewicht van sociaal beleid de afgelopen jaren gedaald? (Hebben stoffen eigenlijk altijd eenzelfde soortelijk gewicht? Zou water als het bevriest en ijs wordt een ander soortelijk gewicht krijgen?) In deze bundel wordt vanuit diverse hoeken stilgestaan bij het soortelijk gewicht van sociaal beleid. De teksten zijn geschreven en samengebracht als Liber Amicorum voor Wim Woertman, ter gelegenheid van diens afscheid van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
DOCUMENT
Financiële problematiek onder forensische cliënten is groot, complex en diepgeworteld, belemmert resocialisatie en vergroot het risico op terugval in delictgedrag. Bovendien hangt financiële problematiek vaak samen met problemen op andere levensdomeinen, zoals opleiding, werk, en mentale en fysieke gezondheid. Cliënten zelf én forensisch sociaal professionals die hen begeleiden ervaren vaak veel belemmeringen bij het aanpakken van schulden. Vanuit gemeenten wordt nog relatief weinig aandacht besteed aan deze problematiek voor deze specifieke doelgroep en gemeentelijk beleid verschilt dan ook sterk. Hoe kunnen gemeenten beleid rond financiële problemen onder forensische cliënten intern regisseren en bovendien afstemmen op andere gemeenten?
DOCUMENT
Toets en beleid: twee woorden die in dit boek in één adem genoemd worden. Goed onderwijs vraagt om goede toetsing. En goede toetsing vraagt om goed toetsbeleid: beleid dat is afgeleid van de onderwijsvisie en dat ondersteund wordt door automatisering waar dat kan en waar dat nodig is. Dit boek behandelt in deel 1 het proces van het formuleren en in stand houden van het toetsbeleid (op strategisch, tactisch en operationeel niveau) en in deel 2 de uitwerking van het toetsbeleid op het terrein van papieren geautomatiseerde toetsen. Het begrip: de toetscyclus wordt geïntroduceerd als kapstok voor de diverse processen rondom het toetsen. Het boek is toegespitst op papieren toetsen die automatisch worden aangemaakt, verwerkt en beheerd. Het boek is echter ook bruikbaar voor toetsbeleid en toetsing in het algemeen door de generieke elementen in het boek. Door de beknoptheid is het toegankelijk voor snelle kennisopname.
DOCUMENT
Bedrijventerreinen worden vaak geassocieerd met leegstand, verloedering en verrommeling. Om van dit imago af te komen, riep de Taskforce (Her)structurering Bedrijventerreinen in 2008 op om de markt van bedrijventerreinen te gaan hervormen. Deze publicatie laat zien wat er de afgelopen jaren is gebeurd: bedrijventerreinen zijn op grote schaal geherstructureerd, de overheid speelt een andere rol en kijkt met een meer zakelijke blik op bedrijventerreinen, terwijl de rol van ondernemers en vastgoedeigenaren belangrijker is geworden. Lessen en toekomstig beleid De publicatie bespreekt welke lessen we de afgelopen jaren geleerd hebben op basis van kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar bedrijventerreinen en het gevoerde overheidsbeleid. Daarnaast vat het de inzichten samen die kunnen worden meegenomen in het formuleren van nieuw beleid voor de komende jaren. Hierbij is meer aandacht voor eigenaargebruikers van bedrijfsvastgoed en investeerders noodzakelijk, dienen ‘systeemfouten’ in de markt voor bedrijventerreinen gerepareerd te worden en is het de uitdaging om publiek geld op een ‘slimmere’ manier in te zetten. Met uiteenlopende bijdragen van onderzoekers en praktijkdeskundigen op het gebied van bedrijventerreinen is deze publicatie interessant voor iedereen die hierin inhoudelijk geïnteresseerd is. Op de eerste plaats voor beleidsadviseurs en bestuurders bij het Rijk, provincies en gemeenten, maar ook onderzoekers en adviseurs. De wisselwerking tussen beleid, de werking en uitkomsten van de vastgoedmark is bovendien ook relevant voor een breder publiek van ruimtelijke ordenaars en ruimtelijke economen.
LINK
Sinds enige jaren gaan veel van de discussies en gesprekken in de sociale sector over de nieuwe wet op maatschappelijke ondersteuning, de Wmo. Die vervangt onder meer de Welzijnswet en de Wet Voorzieningen Gehandicapten. Het is goed dat substantiële delen van beleid af en toe groot onderhoud krijgen, gelet op het gecombineerde effect van een zich steeds ontwikkelende maatschappij, voortschrijdend inzicht in welk beleid effectief is en verschuivende voorkeuren in de samenleving. Nieuw beleid brengt ook onzekerheid en onwennigheid met zich mee. Het vraagt verandering en aanpassing. Niet altijd is bij de goedkeuring van nieuw beleid meteen duidelijk hoe de uitvoering gaat verlopen, hoe één en ander er bij de implementatie van het beleid uit gaat zien. Over de invoering van de Wmo is al veel gezegd en geschreven. In deze publicatie trachten we de consequenties van de Wmo in beeld te brengen vanuit het perspectief van de professionals uit de sociale sector. Welke sociale interventies moeten ze uit hun gereedschapsbak verwijderen, welke nieuwe instrumenten komen erbij, welke nieuwe kwaliteiten moet de professional in huis hebben?
DOCUMENT