In de ideale wereld maakt iedere werknemer gebruik van zijn of haar talenten en werkt in een functie en organisatie waar deze talenten optimaal benut worden. Om dat te bereiken moeten werkenden en werkzoekenden weten wat hun mogelijkheden zijn. HR-managers, loopbaancoaches en andere beslissers hebben voldoende informatie nodig om een passende werkplek te bieden. De vraag is of in de huidige en veranderende werkomgeving aan die voorwaarden wordt voldaan, en wat nodig is om eraan te kunnen voldoen.
Bijstandsgerechtigden, ook degenen met parttime werk, hadden tijdens de pandemie nog minder dan anders het idee grip te hebben op hun leven, werk en inkomen. HvA-onderzoekers Judith Elshout en Hafid Ballafkih pleiten voor verbetering van hun arbeidsmarktpositie.De coronapandemie hield ons de afgelopen twee jaar in de greep. We kennen allemaal de beelden en verhalen van mensen die thuis moesten werken en mensen die dat niet konden. Het maakte de kloof tussen verschillende groepen in de samenleving goed zichtbaar. Onderzoek onder bijstandsgerechtigden en professionals in het hoger onderwijs tijdens de eerste golf van de pandemie, maakt deze kloof nog beter zichtbaar. Vooral verschillen in ervaren welbevinden, regie, autonomie en toekomstperspectief kwamen hierbij aan het licht.
LINK
De werkenden van de toekomst erven de gevolgen van een economie die eeuwen gericht is op winst boven alles. De problemen die hieruit voortkomen, zoals toenemende sociale en economische ongelijkheid, burn-outs, individualisering, precarisering, laten de noodzaak zien om economische activiteiten anders te organiseren. De organisatie van de arbeid en de bestaanszekerheid vragen om resoluut ingrijpen.
LINK
Met huidige opleidings- en trainingsprogramma’s kan niet worden voldaan aan de groeiende vraag naar vakbekwame medewerkers op gebied van kunstmatige intelligentie (AI). Europa heeft daarom een innovatieve Europese AI-strategie nodig, die de bijscholing van werkenden kan versnellen om aan deze steeds toenemende vraag te voldoen. Doel Het project ondersteunt het Europese Pact for Skills door een strategie op het gebied van AI skills te ontwikkelen. Deze strategie moet leiden tot impact op het terugdringen van tekorten, hiaten en mismatches in skills op de arbeidsmarkt, en zorgen voor passende kwaliteit en niveaus van skills. Resultaten Verwachte resultaten en impactHet project omvat: de oprichting van een lange termijn partnerschap voor een innovatieve Europese alliantie voor AI; het ontwerpen en uitrollen van een innovatieve en duurzame strategie voor AI-skills op korte en lange termijn; het ontwikkelen, testen en uitrollen van opleidingscurricula in acht proeflocaties (5 universiteiten/hogescholen en 3 mbo-aanbieders); de aanpassing van programma's en kwalificaties aan de nieuwste marktbehoeften. het koppelen van micro-credentials aan het opleidingsaanbod Voordelen op lange termijnDe AI-skills strategie en de opleidingscurricula zullen, nadat ze zijn ontworpen en grondig getest in de praktijk, beschikbaar worden gesteld om te worden aangepast en opgeschaald in heel Europa. Op deze manier kan worden voldaan aan de huidige en toekomstige skills-behoeften van de AI-sector en kan de groei van AI-talent in Europa worden gestimuleerd. Looptijd 01 juni 2022 - 30 juni 2026 Aanpak Het project wordt als volgt uitgevoerd in negen werkpakketten: 1 – Projectbeheer en coördinatie 2 – Behoeftenanalyse 3 – Strategie voor AI-skills 4 - Ontwikkeling van een innovatief leerplan en trainingsprogramma 5 - Ontwikkeling van een certificeringssysteem 6 – Pilots in verschillende EU-landen 7 – Verspreiding en communicatie 8 – Duurzaamheid op lange termijn 9 – Kwaliteitsborging Inhoudelijk start het project met de behoeftenanalyse, waarin de skills mismatch op Europees niveau wordt geanalyseerd door o.a. de behoefte aan skills op basis van vacatures en beschikbaar relevant AI opleidingsaanbod te onderzoeken. Meer over ARISA Het vierjarige onderzoeksproject ARISA wordt gefinancierd door de Europese Unie via een Erasmus+ programma. Meer informatie vind je op de ARISA website, de ARISA Twitter en de ARISA LinkedIn. Lees ook dit artikel (ENG) over de start van ARISA.
Motivatie Het versterken van de samenwerking tussen relevante lectoraten door het ontwikkelen van een multidisciplinaire onderzoeksagenda op het terrein van Arbeid in de brede zin van het woord. Hierdoor kan de thematiek rondom toegang tot en behoud van arbeid vanuit meerdere kanten worden aangevlogen én kan focus en massa worden gecreëerd voor onderzoeksprogrammering en –funding. Daardoor kunnen we als lectoraten een belangrijke rol te spelen bij vraagstukken die betrekking hebben op het duurzaam (weer) aan het werk gaan én duurzaam aan het werk blijven. Achtergrond Om als individu zelfstandig en volwaardig te kunnen deelnemen aan onze participatiemaatschappij, is het hebben van werk cruciaal. Werk is echter voor mensen met minder of onvoldoende arbeids-, persoonlijk-, sociaal-, en cultureel kapitaal en/of toegang tot hulpbronnen steeds minder vanzelfsprekend. Naast traditioneel kwetsbare groepen – zoals laagopgeleiden, mensen met een chronische aandoening en migranten - zijn er nieuwe categorieën, waaronder veel middelbaar en hoog opgeleiden, voor wie het lastig is/wordt structureel betaald werk te vinden. De oorzaak ligt voornamelijk bij de toenemende digitalisering en robotisering in combinatie met de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Ook werk op academisch niveau, dat gebaseerd is op regels, bijvoorbeeld accountancy en rechtspraak, zal steeds vaker (deels) geautomatiseerd kunnen worden (Est et al. 2015, Went et al. 2015). Anderzijds zijn er sectoren, zoals techniek en ICT, die een steeds grotere behoefte hebben aan hoogopgeleid personeel en waar het lastig is om voldoende gekwalificeerde mensen te krijgen. Tot slot zien we in alle sectoren een toename van stress- en burn-out klachten, die deels gerelateerd zijn aan traditionele, functioneel ingerichte organisaties. Het bovenstaande biedt geen rooskleurig beeld voor grote groepen in de samenleving en vanuit een breed Platform Arbeid willen we de thema’s op het terrein van arbeid vanuit meerdere perspectieven benaderen en in samenhang beschouwen.
Doel van deze postdoc-aanvraag is om een interventie te ontwikkelen en te evalueren bij werkenden met een lage sociaal economische status (SES) en beperkte gezondheidsvaardigheden, om verergering van beginnende musculoskeletale klachten (MSK) te beperken. Bestaande interventies hebben beperkt effect en te weinig aansluiting bij werkenden met een lage SES en beperkte gezondheidsvaardigheden. Daarom wordt deze interventie door middel van de intervention mapping methode in co-creatie met werkenden ontwikkeld en geëvalueerd. Betrokken praktijkpartners zijn schoonmaakbedrijf Aalbers, cateraar Compass groep en HAN Facility & ICT. Allereerst wordt aan de hand van input van de praktijkpartners de behoefte en het kennishiaat op het gebied van cognities met betrekking tot gezondheid en gedrag vastgesteld. Dit kennishiaat wordt met hulp van scoping literatuuronderzoek nader gespecificeerd. Ten tweede wordt het doel van de interventie bepaald, plus de passende methoden en strategieën. De gedragsmatige interventiemethode is gebaseerd op een wetenschappelijke theorie. Per praktijkpartner vindt er een aanpassing plaats, zodat het aansluit bij de context. De interventie wordt daarna uitgevoerd bij de verschillende praktijkpartners en geëvalueerd, waarbij succesfactoren, barrières en voorlopige effectiviteit bepaald worden. De postdoc is coördinator en onderzoeksdocent van de Master Musculoskeletale Revalidatie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Ze is in 2014 gepromoveerd op “fysieke capaciteit en werkvermogen bij cliënten met musculoskeletale pijn”. Door het voorgenomen postdoc-project kan ze de verbinding tussen opleidingen en lectoraten versterken en professionalisering van studenten en medewerkers stimuleren. Er wordt verbinding gelegd met bachelor- en masteropleidingen en interdisciplinaire minoren. De postdoc is ingebed in het lectoraat ”Werkzame Factoren in Fysiotherapie en Paramedisch Handelen”. Daarnaast wordt samengewerkt met het lectoraat “Arbeid & Gezondheid” en sluit het onderzoek aan bij het zwaartepunt Health van de HAN dat zich richt op het complexe vraagstuk hoe sociaal economische gezondheidsverschillen te verkleinen zijn.