This article was written by 110 authors; for the sake of clarity, only the authors, working at the Hanze, are included. For a total overview, see the link to the article.
LINK
An important challenge for facility management is to integrate the complex and comprehensive construct of different service processes and physical elements of the service facility into a meaningful and functional facility design. The difficulty of this task is clearly indicated by the present study that shows that different employee categories for interpersonal services have quite different perceptions of the facility design that stem from different but coherent needs and interests. Employees with management perspectives (i.e. top managers and facility managers) were significantly more positive about the facility design than frontline employees and their supervisors with providers’ perspectives. Also, providers attributed a more important role to facility design with respect to delivering interpersonal services than management did. We found strong indications for the need for cross-functional cooperation in decision making about the facility design, creating a more balanced setting and possibly empowering providers for the service encounter.
DOCUMENT
In operatiekamers heeft de luchtkwaliteit vanzelfsprekend de meeste aandacht in verband met het risico op postoperatieve wondinfecties bij de patiënt. Echter het belang van thermisch comfort moet niet onderschat worden. In dit onderzoek wordt subjectief (perceptie) en objectief (metingen) de situatie onderzocht in operatiekamers met verschillende ventilatiesystemen. Uitgangspunt is een vergelijk met de theorie.
DOCUMENT
Voor de pianist en docent kan meer kennis van het brein van nut zijn. Traditionele leermethoden zijn vaak op verouderde psychologische modellen gebaseerd. Het brein wordt tegenwoordig als een ‘voorspeller’ gezien. Perceptie is de uitkomst van de voorspelling en de sensorische input. Beweging wordt aangestuurd door de voorspelling van de sensorische uitkomsten van de beweging. Behalve bewuste perceptie, beschikken wij ook over onbewuste perceptie waar de motoriek gebruik van maakt. Deze twee soorten perceptie zijn gelieerd aan twee soorten leren: procedural en declarative . Het muziekonderwijs houdt zich vooral met bewuste perceptie en expliciete kennis bezig, terwijl de motoriek juist gebruik maakt van onbewuste perceptie en impliciete, procedural kennis. Kennis van de neurowetenschap houdt de klassieke muziek een spiegel voor.
DOCUMENT
Dit verkennende onderzoek onderzoekt hoe agrariërs aankijken tegen klimaat- en milieuproblematiek en hoe zij hun toekomst zien in een wereld die steeds complexer wordt. Hoe kijken zij aan tegen een transitie naar duurzame landbouw? Zien zij daarin kansen of juist belemmeringen? Vanuit welke overwegingen kiezen zij wel of niet voor duurzamere landbouwmethodes? Wat is hun beeld van de politiek en de agro-industrie? En in hoeverre vertrouwen zij de media en de wetenschap wanneer het informatie over klimaat en milieu aangaat? Tegen de achtergrond van een geschiedenis van naoorlogse verzet tegen landbouwhervormingen en door middel van diepte-interviews onderscheidt dit onderzoek een idealistisch, een optimistisch en wantrouwend perspectief van waaruit agrariërs kijken naar klimaat- en milieuproblematiek en de huidige transitie naar duurzame landbouw. Dit onderzoek richt zich op de perceptie en beleving van agrariërs, en hoe zij hun beeld van de werkelijkheid construeren, niet op de vraag of hun beeld van de werkelijkheid klopt.
DOCUMENT
White paper Juridische dienstverleners, in het bijzonder advocaten kunnen zich op basis van hun expertise in de markt van het MKB onvoldoende onderscheiden. Concurrentiekracht zal vooral gezocht moeten worden in andere aspecten van de dienstverlening die er voor zorgen dat advocaten klantwaarde genereren. Klantwaarde als gecombineerde uitkomst van de perceptie van de klant van kosten en baten, leidt tot loyaal gedrag van klanten. In de voornamelijk aanbodgerichte advocatuur is dit een nieuw marketingprincipe. In dit artikel wordt derhalve beargumenteerd waarom advocatenkantoren de cliënt centraal moeten stellen in hun marketingdenken. Daarnaast pleiten de auteurs voor specifiek onderzoek naar factoren van klantwaarde en daaraan gerelateerde loyaliteit in de juridische dienstverlening, aangezien wetenschappelijke bevindingen aantonen dat deze factoren per businesscontext verschillen.
DOCUMENT
Wat is de rol van prijs in duurzaam consumentengedrag? ‘Omdat het te duur is’ is een veelgehoord argument wanneer mensen wordt gevraagd waarom ze geen duurzame producten kopen. Maar is dat werkelijk zo, of is dit een makkelijk alibi van mensen om niet hun gedrag te hoeven veranderen? We zijn over het algemeen niet bepaald armlastig in de westerse wereld, dus is het werkelijk een gebrek aan geld, of is er een andere oorzaak van dit gedrag? Om daar een uitspraak over te kunnen doen, hebben we de literatuur onderzocht op de relatie tussen prijs en duurzaamheid. Overall conclusie: een bepaalde groep mensen geeft in onderzoeken aan best bereid te zijn om meer te betalen voor duurzamere oplossingen, tot wel 29%. Maar sociale wenselijkheid speelt daarbij waarschijnlijk een grote rol. Want gezien het nog geringe marktaandeel van duurzame producten is de realiteit weerbarstiger. De meerderheid van de mensen is kennelijk nog niet zodanig overtuigd van de meerwaarde dat ze er ook extra geld voor over hebben. Dit document is opgedeeld in twee secties: 1. sectie 1 beschrijft een analytische beschouwing van de literatuur. Dit onderzoek schetst de ontwikkeling van de artikelen die tot dusverre gepubliceerd zijn over bereidheid van consumenten om een meerprijs te betalen voor duurzame producten; 2. sectie 2 beschrijft een inhoudelijke beschouwing van een selectie van de literatuur: specifiek artikelen die (experimenteel) onderzoek beschrijven naar de willingness to pay voor duurzame producten en diensten.
DOCUMENT
Vanuit eerder onderzoek is het vermoeden ontstaan dat de inzet van buurtsportcoaches kan bijdragen aan allerlei maatschappelijke veranderingen waarvan we op dit moment geen of nauwelijks weet hebben of welke niet of nauwelijks aantoonbaar gemaakt kunnen worden. Voor de gemeente Den Haag is een breed inzicht in de opbrengsten van de buurtsportcoach van belang om een overwogen en onderbouwd besluit te kunnen nemen over de inzet van de buurtsportcoaches en sportstimuleringsprojecten. Het doel van dit onderzoek is daarom het inzichtelijk maken van de maatschappelijke veranderingen die buurtsportcoaches in Den Haag teweeg brengen. Daartoe worden in dit onderzoeksrapport maatschappelijke veranderingen beschreven die optreden als gevolg van de inzet van de buurtsportcoach in de gemeente Den Haag, in de perceptie van verschillende stakeholders. Het onderzoeksrapport – en met name het resultatenhoofdstuk – is als het ware een foto van de huidige situatie. Dit onderzoeksrapport bevat tevens aanbevelingen gericht op het versterken van maatschappelijke veranderingen die ontstaan door de inzet van de buurtsportcoach.
DOCUMENT
De perceptie van de mate van "systeemgerichtheid" (SBL) van een school blijkt van invloed te zijn op het gedrag van een student.
DOCUMENT
Dit rapport verkent of de lokale jongerenwerker bij machte is om te opereren op het snijvlak van maatschappelijk welzijn en signalering van gewelddadig extremisme. Hoewel extremisme onder jongeren een zeldzaam fenomeen blijkt, en uitreizen om zich aan te sluiten bij Jihadistische strijdgroepen in het buitenland nog maar sporadisch voorkomt, ligt er een nadrukkelijke boodschap vanuit de overheid om alert te zijn op de eerste tekenen van afwijkend gedrag. Aan de hand van documentanalyse en interviews met jongerenwerkers brengt deze exploratieve studie in kaart hoe deze groep sociaal werkers gestalte geeft aan hun monitorende rol in de wijk. De resultaten laten zien dat er in de dagelijkse praktijk een helder kader ontbreekt, en dat dit twee hoofdoorzaken heeft. De eerste is dat, in de praktijk, de termen radicalisering en (gewelddadig) extremisme lastig van elkaar te onderscheiden zijn. De tweede oorzaak is dat de oordeelsvorming grotendeels leunt op de eigen individuele perceptie op de problematiek. Dit rapport concludeert daarom dat oordeelsvorming in de context van signalering van gewelddadig extremisme ogenschijnlijk weinig gestructureerd verloopt en niet geheel objectief is. De vraag is of de focus van het beleid op lokaal niveau niet verlegd moet worden naar het voorkomen van extremistisch geweld door jongerenwerkers in plaats van het tegengaan van radicaal gedachtegoed of ideologieën.
DOCUMENT