Tijdens de landelijke KVLO-studiedag basisonderwijs op 9 november 2016 werd een workshop verzorgd waarin dieper werd ingegaan op de kaders van beweegstimulering binnen het basisonderwijs. De nadruk lag op hoe het enorme potentieel rondom basisscholen en vakdocenten LO via systeemdenken en systeemveranderingen een (nog) sterkere maatschappelijke rol kan vervullen om fysieke inactiviteit en zitgedrag bij kinderen tegen te gaan en beweging te stimuleren. Dit artikel beschrijft kernelementen die tijdens deze workshop zijn behandeld en geeft indicaties hoe een integrale aanpak in de schoolomgeving, waar bewegingsonderwijs en de vakdocent LO een belangrijk onderdeel van uit maken, bij kan dragen aan actievere kinderen.
DOCUMENT
Dit artikel schetst een overzicht van de huidige stand van zaken omtrent beweging en zitgedrag bij basisschoolleerlingen in Nederland gebaseerd op de combinatie van GPS en accelerometrie. Tevens wordt aan de hand van een praktijkinterventie suggesties gedaan hoe beweegstimulering bij basisschoolleerlingen zou kunnen worden verbeterd door een contextuele blik toe te passen die aansluit bij het gedrag van basisschoolleerlingen.
DOCUMENT
Kinderen hebben een natuurlijke bewegingsdrang. Ook zijn de e!ecten van regelmatig bewegen wetenschappelijk evident en daarom zou regelmatig bewegen vanzelfsprekend een onderdeel van de schooldag moeten zijn. Helaas is dat vaak nog niet het geval. Gelukkig is er de laatste jaren in het onderwijs wel meer aandacht voor het dynamischer maken van de schooldag. Dit zijn dagen waarop het zitten regelmatig (richtlijn elke 30 à 45 minuten) onderbroken wordt met een beweegmoment. Die beweegmomenten kunnen bijvoorbeeld zijn: buitenspelen, een les beweegonderwijs, daily mile, een actieve start van de dag en bewegingstussendoortjes. Dit artikel richt zich op bewegingstussendoortjes en welk groot effect dat kan hebben op het welbevinden van leerlingen én leerkrachten.
DOCUMENT
Ruim 41.000 mensen worden jaarlijks getroffen door een beroerte. Van de mensen die een beroerte overleven krijgt één derde binnen 5 jaar een nieuwe beroerte of overlijdt. Secundaire preventie gericht op belangrijke risicofactoren zoals hoge bloeddruk, beperkte glucose tolerantie en leefstijlfactoren (bewegen, roken, etc.) is van groot belang. Dat voldoende lichamelijke activiteit van belang is voor mensen na een beroerte is al geruime tijd bekend. Aandacht voor het stimuleren van lichamelijk activiteit is inmiddels breed geïntegreerd in de zorg en wordt in richtlijnen aanbevolen. Nog vrij onbekend is, dat ongeacht of iemand voldoende lichamelijk actief is, veel en langdurig zitten of liggen grote gezondheidsrisico’s heeft. Uit onderzoek blijkt dat lang zitten de kans op cardiovasculaire ziekten en vroegtijdig overlijden vergroot. Mensen die heel veel zitten (meer dan tien uur per dag) hebben een 40% hogere kans op overlijden binnen drie jaar in vergelijking met mensen die minder zitten. Oftewel er is sprake van een dosis-response relatie. Zitgedrag is met name schadelijk wanneer dit meer is dan tien uur per dag, in lange onafgebroken periodes en in combinatie met weinig lichamelijke activiteit. Juist bij deze mensen is begeleiding op maat in de eerste maanden na een beroerte waarschijnlijk heel zinvol. Het reduceren van het zitgedrag vraagt echter om een specifieke aanpak. Tot nu zijn er nog geen interventies beschikbaar die zich specifiek richten op zitgedrag, oftewel sedentair gedrag, bij mensen na een beroerte. Naar verwachting biedt monitoring en eCoaching technologie, gecombineerd met enkele face-to-face contactmomenten met een fysiotherapeut, bij uitstek mogelijkheden om mensen die veel en langdurig zitten na een beroerte optimaal te ondersteunen bij gedragsverandering en zelfregie. Om de juiste mensen de juiste nazorg te geven wil het consortium in het beoogde project een geïndiceerd en blended zorgprogramma ontwikkelen en onderzoeken op bruikbaarheid, toepasbaarheid en preliminaire effectiviteit
Ruim 41.000 mensen worden jaarlijks getroffen door een beroerte. Van de mensen die een beroerte overleven krijgt één derde binnen 5 jaar een nieuwe beroerte of overlijdt. Secundaire preventie gericht op belangrijke risicofactoren zoals hoge bloeddruk, beperkte glucose tolerantie en leefstijlfactoren (bewegen, roken, etc.) is van groot belang. Dat voldoende lichamelijke activiteit van belang is voor mensen na een beroerte is al geruime tijd bekend. Aandacht voor het stimuleren van lichamelijk activiteit is inmiddels breed geïntegreerd in de zorg en wordt in richtlijnen aanbevolen. Nog vrij onbekend is, dat ongeacht of iemand voldoende lichamelijk actief is, veel en langdurig zitten of liggen grote gezondheidsrisico’s geeft. Uit onderzoek blijkt dat lang zitten de kans op cardiovasculaire ziekten en vroegtijdig overlijden vergroot. Mensen die heel veel zitten hebben een 40% hogere kans op overlijden binnen drie jaar in vergelijking met mensen die minder zitten. Oftewel er is sprake van een dosis-response relatie. Zitgedrag is met name schadelijk wanneer dit meer is dan tien uur per dag, in lange onafgebroken periodes en in combinatie met weinig lichamelijke activiteit. Juist bij deze mensen is begeleiding op maat in de eerste maanden na een beroerte waarschijnlijk heel zinvol. Het reduceren van het zitgedrag vraagt echter om een specifieke aanpak. Tot op heden zijn er nog geen interventies beschikbaar die zich specifiek richten op zitgedrag, sedentair gedrag, bij mensen na een beroerte. Naar verwachting biedt monitoring en eCoaching technologie, gecombineerd met enkele face-to-face contactmomenten met een fysiotherapeut, bij uitstek mogelijkheden om mensen die veel en langdurig zitten na een beroerte optimaal te ondersteunen bij gedragsverandering en zelfregie. Om de juiste mensen de juiste nazorg te geven wordt in het RAAK Publiek project ‘RISE Interventie: Minder zitten na een beroerte’ een geïndiceerd en blended zorgprogramma ontwikkeld en wordt de bruikbaarheid, toepasbaarheid en preliminaire effectiviteit onderzocht.
Bijna 100.000 mensen worden in Nederland jaarlijks getroffen door een beroerte of TIA. Van de mensen die het overleven krijgt één derde binnen 5 jaar een nieuwe beroerte of overlijdt. Onvoldoende bewegen en te veel zitten zijn belangrijke leefstijlfactoren die het risico voor een nieuw cardiovasculair event en/of overlijden verhogen. Uit onderzoek blijkt dat 78% van de mensen na een beroerte een zeer inactief beweegpatroon heeft en veel zit in lange aaneengesloten periodes. Juist bij mensen met een ongunstige beweegpatroon is secundaire preventie naar verwachting heel zinvol. Mensen die veel zitten (>10 uur per dag) hebben namelijk 40% meer kans om vroegtijdig te overlijden. Met name zitten in lange onafgebroken periodes en in combinatie met weinig bewegen is ongunstig. Bestaande interventies richten zich vrijwel uitsluitend op fysiek herstel en het stimuleren van meer bewegen, terwijl het reduceren van zitgedrag om een specifieke aanpak vraagt. Het komen tot duurzame gedragsverandering in zit- en beweeggedrag is niet eenvoudig. Het vraagt allereerst om inzicht in het eigen beweeg- en zitpatroon en voldoende motivatie om het gedrag te veranderen. Omdat ieders persoonlijke situatie, fysieke of cognitieve mogelijkheden en (sociale) omgeving anders is, vraagt het veranderen van beweeg- en zitgedrag om coaching op maat. In de afgelopen jaren hebben wij de geïndiceerde RISE interventie ontwikkeld (RAAK.PUB05.021) gericht op het reduceren en doorbreken van zitten met tenminste lichte fysieke activiteit. De fysiotherapeut coacht mensen op maat middels een gedragsgeoriënteerde interventie, waarvoor een specifieke activiteitenmonitor, eCoaching smartphone applicatie en dashboard voor fysiotherapeuten is ontwikkeld. De eerste resultaten van de pilot studie naar de bruikbaarheid en preliminaire effectiviteit laten veelbelovende resultaten zien. Het consortium wil de RISE interventie in het beoogd RAAK Pro project op basis van de uitkomsten van de pilot studie verder optimaliseren en de effectiviteit in een gerandomiseerde trial op korte en lange termijn onderzoeken.