Dit onderzoek richt zich op het verduurzamen van vakantieparken, met specifieke aandacht voor het gasverbruik. Verschillende opties zijn overwogen, waaronder elektriciteitsopslag, een boiler, WKO-systeem en warmteopslag in zouten.Voor dit onderzoek is een rekenmodel ontwikkeld om de gasbesparing, investering en terugverdientijd van een warmteopslag te bepalen. Belangrijke gegevens voor het model zijn de actuele gasprijs, de omrekenfactor van kubieke meter gas naar kWh en de dagelijkse opwekking van PV-panelen en thermische zonnecollectoren. Het onderzoek richt zich specifiek op de verduurzaming van het douchen op vakantieparken. Vervolgens is er per vakantiepark gekeken welke optie het meest geschikt is daarna of deze optie economisch rendabel is.
DOCUMENT
De opbrengst van het zonnepark van Ameland heeft nauwelijks te leiden onder de ganzen die periodiek op Ameland neerstrijken. De vervuiling die zij veroorzaken is ieder jaar met name in april duidelijk zichtbaar maar zorgt amper voor een vermindering van de stroomproductie van het zonnepark. Dat hebben studenten en onderzoekers van de Hanzehogeschool Groningen vastgesteld. Mogelijke redenen hiervoor zijn het wegspoelen van de vervuiling door regen of de beperkte oppervlakte die de vervuiling inneemt.
DOCUMENT
Uit het voorwoord van Erlijn Eweg: Het bruist op De Uithof. Tienduizenden studenten en medewerkers van Hogeschool Utrecht, de Universiteit Utrecht en het Universitair Medisch Centrum Utrecht zijn er aan het werk. Er zijn grote plannen met het gebied, dat zich ontwikkelt van universiteitscentrum De Uithof tot het Utrecht Science Park, waar bedrijven en kennisinstellingen samen werken aan kennisvermeerdering. Een duurzame aanpak staat daarbij hoog op de agenda. De omslag naar een duurzame samenleving is een speerpunt van Hogeschool Utrecht (HU). In het speerpuntprogramma ‘De Omslag – duurzame ontwikkeling met Utrechtse energie’ versterken we duurzaamheid in onderzoek en onderwijs, samen met partners en externe partijen. Met het programma De Omslag als katalysator werken studenten en medewerkers van de HU aan duurzame oplossingen. De HU maakt samen met andere ‘bewoners’ van De Uithof deel uit van de kerngroep Duurzame Uithof. Deze kerngroep wil De Uithof verduurzamen op de terreinen energie, gebouwen, mobiliteit en water. Daarom is de technische faculteit van de HU in het collegejaar 2010-2011 van start gegaan met het project De Duurzame Uithof, onder leiding van Wilko Planje, projectleider. Het project is mogelijk gemaakt door de Gemeente Utrecht. Er zijn vier werkgroepen ingericht, voor ieder thema één. Iedere werkgroep wordt begeleid door een docent. Studentenprojecten en toepassingsgericht onderzoek leidden zo tot bruikbare aanbevelingen voor onze partners. In dit boekje vertellen we u er meer over.
DOCUMENT
Van de achterflap: "Het is nú nodig om duurzaam te innoveren. De aarde vraagt er om. Maar ook vanwege economische redenen moeten we slimmer omgaan met grondstoffen en energie, ze worden steeds kostbaarder. Er is daarbij niet alleen sprake van een bedreiging, er liggen ook kansen. Het ontwikkelen van een circulaire economie zorgt namelijk voor nieuwe toegevoegde waarde. Om die kansen te kunnen benutten is het nodig om nú te beginnen. En dat kunnen bedrijven niet alleen. Samenwerken is onmisbaar en helpt om een toekomstbestendige industrie in Nederland neer te zetten – samen staan we sterk! Toch zien we dat het hieraan vaak ontbreekt. We roepen daarom op tot durven, delen en doen. En geven aanbevelingen om de industrie in Nederland ook in de toekomst sterk te houden. Al sinds haar oprichting in 1990 is Smart Group bezig met innovatie en duurzaamheid. Met hun creativiteit helpen de adviseurs van Smart Group bedrijven en organisaties met organisatorische, technische en marketinggerichte innovaties. Duurzaamheid is daarbij volgens Smart Group onontkoombaar. En daarbij gaan technologie, ontwikkelen van organisatie en mens, hand in hand."
LINK
Ketensamenwerking werkt! Uit het uitwisselingsproject blijkt dat verschillende vormen van ketensamenwerking tussen woningcorporaties en bedrijven tot voordelen heeft geleid als kortere doorlooptijden, grotere bewoners- én medewerkerstevredenheid, een betere prijs-kwaliteitverhouding van de gerenoveerde woningen, en meerwaarde op de langere termijn. We kunnen op basis hiervan gerust stellen dat ketensamenwerking succesvol kan zijn. Dit neemt niet weg dat er nog veel werk verzet moet worden om de prestaties als gevolg van ketensamenwerking ook kwantitatief te meten. Betrokkenen in dit uitwisselingsproject en andere ervaringsdeskundigen wijzen er ook op dat ketensamenwerking pas echt vruchtbaar is, als het een structureel, projectoverschrijdend karakter heeft en zich uitstrekt over alle bouwprocesfasen. Het eerste houdt in dat de selectie van bedrijven (consortia) voorafgaat aan de selectie van projecten. Het tweede betekent dat ook de beheer- en exploitatiefase van de woningen in de ketensamenwerking is betrokken. Een groeiend aantal woningcorporaties omarmt de denkwijze van het sturen op levensduurkosten of ‘total costs of ownership (TCO)’ van woningen, in plaats van sturing op initiële investeringen en beheer-, energie- en onderhoudskosten. Het koppelen van de beheer- en onderhoudsperiode aan initiële ingrepen leidt naar verwachting tot lagere levensduurkosten en hogere prestaties gedurende de levensduur van woningen. Ook komen consortia van aanbodpartijen met concepten op de markt voor de renovatie van referentiewoningtypen. De verwachte exploitatieduur van deze concepten is niet duidelijk. Investeringen in nieuwe bouwproducten en technologieën als deel van deze concepten kunnen zich pas terugverdienen in de exploitatiefase.
DOCUMENT
Uit de conclusie van het proefschrift : " De centrale vraag is opgedeeld in vier onderzoeksvragen. Aan de hand van deze onderzoeksvragen wordt een antwoord op de centrale vraag gegeven. 1 Wat zijn de principes van de Stichting Architecten Research (SAR) en gerelateerde concepten en welke aspecten zijn hieruit af te leiden om de toekomstbestendigheid van renovatieconcepten te beoordelen? 2 Welke overige factoren zijn van invloed op de toekomstbestendigheid van renovatieconcepten en welke aspecten zijn hieruit af te leiden om de toekomstbestendigheid van renovatieconcepten te beoordelen? 3 Welke renovatieconcepten worden er anno 2015 in Nederland aangeboden? 4 Op welke wijze voldoen de renovatieconcepten aan de aspecten die bepalend zijn voor de toekomstbestendigheid? Dit onderzoek is een evaluerend onderzoek naar 25 renovatieconcepten. Het doet geen aanbevelingen aan de conceptontwikkelaars. De 25 aangedragen concepten moeten verder onderzocht worden om de toepasbaarheid van elk van de aspecten nauwkeuriger te beschrijven en gerichter van aanbevelingen te kunnen voorzien. Zo is verder onderzoek naar de aanpasbaarheid van de installaties in combinatie met de verwachte klimatologische veranderingen een onderzoeksgebied. "
DOCUMENT
Voor het project Sensing Streetscapes sprak Hogeschool van Amsterdam-onderzoeker Frank Suurenbroek met Marlies de Nijs, senior stedenbouwkundige bij de gemeente Utrecht. Zij vertelt over de Utrechtse manier van stadmaken met hoogbouw achter de coulissen van levendige plinten.Voor het onderzoeksproject Sensing Streetscapes maakten Frank Suurenbroek en Gideon Spanjar een booklet waarin zij en andere experts het belang van de menselijke maat in de verdichte stad analyseren. Het interview met Marlies de Nijs is daarin ook opgenomen.
LINK
De inleiding Het gaat niet goed in de bouw. Op tal van plaatsen vallen ontslagen. Als leidinggevende moet je dan een slechtnieuwsgesprek voeren. Veel managers zien daar tegenop, maar is dat terecht? Volgens Walrick van Belkom en Frens Pries kan een slecht gevoerd slechtnieuwsgesprek veel kapot maken, ook bij de mensen die achterblijven.
DOCUMENT
De zachte stad. Een term die steeds vaker terugkomt in het debat over de ontwikkeling van onze steden. Een term met een hoog aaibaarheidsgehalte, maar die tegelijkertijd nog veel vragen oproept. In dit magazine van Platform Stad en Wijk duiken we daarom dieper in dit concept. Maar we werpen er ook een kritische blik op: welke blinde vlekken kent dit gedachtegoed en hoe kunnen we de zachte stad in de praktijk brengen?
MULTIFILE
De zachte stad. Een term die steeds vaker terugkomt in het debat over de ontwikkeling van onze steden. Een term met een hoog aaibaarheidsgehalte, maar die tegelijkertijd nog veel vragen oproept. In dit magazine van Platform Stad en Wijk duiken we daarom dieper in dit concept. Maar we werpen er ook een kritische blik op: welke blinde vlekken kent dit gedachtegoed en hoe kunnen we de zachte stad in de praktijk brengen?
MULTIFILE