Document

Cognitive and emotional processes that promote and obstruct a succesful outcome after bariatric surgery for morbid obesity

Overzicht

Publicatiedatum
Beschikbaarheid
Niet bekend
DOI

Beschrijving

De studies in dit proefschrift onderzochten cognitieve en emotionele factoren die een
goede gewichtsuitkomst na bariatrische chirurgie bevorderen of belemmeren. Vrijwel alle
variabelen, inclusief de psychologische, laten vóór operatie een veel slechtere toestand zien
dan ná operatie. Dit wijst erop dat na bariatrische chirurgie niet alleen het gewicht en
bijbehorende chronische ziekten verminderen, maar ook er ook een verbetering optreedt
van het algemeen functioneren, de kwaliteit van leven en de cognities.Een uitgangspunt van dit proefschrift was dat handvatten om de gewichtsuitkomst van
bariatrische chirurgie te verbeteren gevonden konden worden door het bestuderen van
cognities en emotionele factoren die eetgedrag van de patiënten beïnvloeden. De
psychologische aspecten, zelfregulatie cognities, uitkomstverwachtingen en tevredenheid
met de operatie blijken echter geen voorspellers voor de korte en lange termijn
gewichtsuitkomsten na bariatrische chirurgie, terwijl ze dat wel zijn bij patiënten met
overgewicht en obesitas die een niet-operatieve behandeling ondergaan. De enige
voorspeller voor meer gewichtsverlies op de lange termijn na bariatrische chirurgie is een
lage mentale kwaliteit van leven. Patiënten met een lagere mentale kwaliteit van leven vóór
operatie en één jaar na operatie (= korte termijn) hadden meer gewichtsverlies op de lange
termijn.
De eerste implicatie uit het onderzoek van dit proefschrift is dat algemene
psychologische theorieën uit de Gezondheidspsychologie niet automatisch gelden voor
patiënten bariatrische chirurgie. Morbide obese mensen die zich aanmelden voor
bariatrische chirurgie en de operatie ondergaan, verschillen duidelijk van mensen met
overgewicht die een niet-operatieve behandeling krijgen. Dat het gewichtsverlies na
bariatrische chirurgie onafhankelijk is van preoperatieve zelfregulatie cognities,
uitkomstverwachtingen en tevredenheid met de operatie, impliceert dat preoperatieve
psychologische variabelen niet gebruikt kunnen worden als criterium om te voorspellen
welke patiënten veel gewichtsverlies zullen bereiken dan wel aanvullende zorg,
voorlichting of therapie nodig zullen hebben. De tweede implicatie is dat patiënten met een
betere mentale kwaliteit van leven vóór en ná operatie het risico lopen minder
gewichtsverlies op de lange termijn te bereiken. Het bariatrisch-chirurgisch team zou zich
bewust moeten zijn dat het bereiken van gewichtsverlies en gewichtstabilisatie juist voor
de patiënten met een betere mentale kwaliteit van leven wat moeilijker kan zijn en dat ook
deze patiënten voldoende begeleiding en aandacht nodig hebben.


© 2024 SURF