Project

Circulaire Katoencascade - meervoudige waardecreatie door collaboratieve bedrijfsmodellen in een regeneratieve economie

Overzicht

Projectstatus
Afgerond
Start datum
Eind datum
Regio

Doel

Een consortium van 12 Nederlandse en Indiase bedrijven uit de hele
textielketen is de uitdaging aangegaan om katoen meerdere keren te
recyclen en waarde te behouden en te creëren in elke recyclingstap.
Hierbij is de afname van kwaliteit door mechanische recycling ingezet als
oplossing door het opzetten van de circulaire katoencascade.
In deze cascade wordt hoogwaardige katoen toegepast in werkkleding
met de hoogste kwaliteitseisen aan het katoen. Als de kwaliteit van de
werkkleding niet meer voldoende is, kan het katoen worden verwerkt in
een T-shirt, vervolgens in een handdoekrol, en tot slot, als er geen garen
meer gesponnen kan worden van de vezel, kan het middels vervezeling
worden verwerkt in worteldoek. Dit worteldoek kan weer terug worden
gegeven aan de biosfeer als voedingsstof.
Onderzocht zijn:
• De technische haalbaarheid van de katoenvezel
• De ontwikkeling van collaboratieve bedrijfsmodellen.
In het project zijn middels verkennend en ontwerpend onderzoek een
drietal scenario’s ontwikkeld waarop de cascade in de praktijk
gerealiseerd kan worden. Het eerste scenario is het cyclische trapmodel,
waarbij producten opeenvolgend gerecycled worden. De andere twee
scenario’s richten zich op een circulaire hub, waarbij materialen na
recycling hun toepassing vinden op basis van de kwaliteit van de vezel.
Hierbij richt variant 1 zich op een virgin’ HUB in India en een ‘recycling’
HUB in Nederland. Variant 2 richt zich op een ‘virgin’ en ‘recycling’ in
India’
Ten aanzien van het ontwerp van de cascade wordt geconcludeerd dat
de kwaliteit van de grondstof en de methode van mechanische recycling
bepaalt in welke volgorde de vezel door het cascade-model zal bewegen.
Hierbij is een verschuiving van het trap-model (cascade) naar een
scenario waarin de katoenvezel in een soort sterrenstelsel ‘in- en uitvliegt’
(een material-pool) denkbaar. In het huidige productiesysteem van de vier
cascadeproducten reist het katoen 2 keer de wereld om. Ten aanzien van
de logistieke organisatie wordt geconcludeerd dat activiteiten meer
gebundeld kunnen worden. Dit door bijvoorbeeld te werken met 1
wasserij, of centrale of decentrale recycling-hubs, zowel in India als in
Nederland. Daarnaast van belang om de vezel te kunnen volgen, omdat
deze terug de grond in gaat als voedingsstof. Ten aanzien van Track &
Trace technologieën wordt geconcludeerd dat een fysieke tracer in
combinatie met een digitaal backbonesysteem een goede
traceerbaarheidsoplossing is. Gewenste informatie kan worden
vastgelegd in de Product Circularity Data Sheet (PCDS), die op maat is
gemaakt voor de katoencascade. Beslissingen over het uiteindelijke
ontwerp van de cascade worden genomen op basis van wat stakeholders
van deelnemende partijen belangrijk vinden, welke impact ze willen
maken. Ten aanzien van de impact die de partners als collectief willen
creëren tonen de resultaten gedurende het project een verschuiving aan
bij de Nederlandse partners van impact op ecologische waarde (dat vraag
de Nederlandse wetgeving) naar het willen nemen van een meer
proactieve rol naar ‘Eerlijk zakendoek’ en ‘Mensenrechten’. Bij de Indiase
partners is dit juist andersom: zij willen van Nederlandse partners leren
over ‘ecologische impact’, het is voor hen natuurlijker te focussen op
sociale aspecten. Ten aanzien van de samenwerking is onderzocht hoe
partners bewegen van een traditionele manier van werken van transacties
en marges naar een collaboratief model waarin partners gezamenlijk de
verantwoordelijkheid nemen over de hele vezelkringloop. Hierbij is het
mogelijk dat het systeem niet voor alle partners een positieve ‘business
case’ oplevert, maar dat deelname van die partner wel cruciaal is voor het
werken van het systeem. Geconcludeerd wordt dat dit aspect alleen in
een echte onderhandelingscontext onderzocht kan worden.
In het project is vertrouwen gecreëerd en een goede samenwerking
ontstaan, waardoor het nu mogelijk is om gezamenlijk door te pakken en
de volgende fase in te gaan: gezamenlijk de cascade in de praktijk
realiseren.


Beschrijving

Nederland wil in 2050 een circulaire economie zijn. Een economie zonder afval, waarbij alles draait op herbruikbare grondstoffen. Het zuiniger en slimmer omgaan met grondstoffen is ook voor de textielbranche van belang. De meest gebruikte en bekende hernieuwbare plantaardige grondstof voor de textielindustrie is katoen. De huidige niet-circulaire productie en toepassingen van katoen hebben vergaande negatieve impact op mens en milieu. De gebruikersduur van kleding wordt steeds korter en afgedankte kleding wordt laagwaardig verwerkt om uiteindelijk alsnog te worden verbrand. Zowel het economische als duurzame verbeterpotentieel voor circulair textiel is dan ook enorm. De kwaliteit van katoen vermindert met iedere (mechanische) recyclingstap omdat de vezellengte steeds korter wordt. De uitdaging is om meermaals te recycling waarbij in iedere recyclestap waarde wordt behouden en gecreëerd. Als uiteindelijke stap wordt nagestreefd de grondstof veilig terug te laten keren naar de biosfeer als voedingsmiddel waarna een nieuwe cascade kan beginnen: een kringloop in de vorm van regeneratieve cascades. Om dit te realiseren moet de hele keten samenwerken in een transparant systeem waarbij stakeholders meervoudige waarde in balans ontwikkelen, zodat geen partij in de keten wordt benadeeld. Organisaties worstelen met deze veranderende rollen en zoeken nieuwe bedrijfsmodellen, waarin herstel en volhoudbaarheid boven oneindige groei en uitputting staan. In dit project werken Nederlandse bedrijven (met name MKB) uit de gehele textielketen samen met Indiase bedrijven om de werking van een katoencascade -een regeneratief, circulair systeem van katoenzaad tot worteldoek- te onderzoeken en op te tekenen. Een interdisciplinaire benadering is hierbij cruciaal. De nadruk ligt zowel op onderzoek naar de technische haalbaarheid van de katoenvezel als op de ontwikkeling van collaboratieve bedrijfsmodellen.
De geformuleerde onderzoeksvraag luidt: Welke collaboratieve bedrijfsmodellen ontstaan tijdens het ontwerponderzoek die geschikt zijn voor meervoudige waardecreatie in een katoencascade en hoe kunnen die bijdragen aan de verdere ontwikkeling van regeneratieve cascadeprincipes?


© 2024 SURF