Bent u al in een vreemd land geweest waarvan u de taal niet beheerste waardoor u niet in contact kon treden met de mensen zoals u dat zou willen? Dat ervaren mensen met communicatieve beperkingen in de mondelinge en schriftelijke taal dagelijks. Hierdoor kunnen ze zich niet optimaal ontplooien en kiezen ze voor een lager opleidingsniveau dan op basis van hun overige competenties passend is. Ze kunnen niet participeren in de maatschappij zoals ze zouden willen waardoor ze uiteenlopende problemen ervaren (1). Hulpmiddelen kunnen een effectief instrument zijn om de communicatieve beperkingen en de daaraan gekoppelde participatieproblemen te overbruggen.
Echter, leveranciers van deze hulpmiddelen signaleren problemen in de customerservice: professionals zijn zich niet bewust van de mogelijkheden van deze hulpmiddelen, het hulpmiddel wordt niet optimaal benut door de customer, waardoor communicatieve en/of opleidingskansen niet of onvoldoende gegrepen worden. Voor mensen met een spraak/taalstoornis ligt zelfs sociaal isolement op de loer.
Leveranciers van deze hulpmiddelen willen weten hoe zij kunnen bijdragen aan optimale verstrekking en optimaal gebruik van deze hulpmiddelen omdat hierdoor de effectiviteit en doelmatigheid van hun product- en dienstverlening verbeterd wordt. Dit was het uitgangspunt voor bedrijven om het project COM op te starten, gericht op het optimaliseren van het verstrekkingsproces en het effectief gebruik van communicatie ondersteunende hulpmiddelen (COH) en compenserende dyslexie hulpmiddelen (CDH) door de ontwikkeling van een integrale implementatiemethodiek waarin alle stakeholders betrokken waren.
De integrale implementatiemethodiek werd ontwikkeld op basis van de `Basisrichtlijn Hulpmiddelenzorg` (2) in cocreatie met leveranciers, eindgebruikers en professionals. Er werden 4 werkpakketten doorlopen:
Werkpakket 1: droombeeld
Werkpakket 2: pakket van eisen methodiek
Werkpakket 3: ontwikkelen tools en materialen en voorbereiden pilot
Werkpakket 4: pilot en implementatie
De activiteiten binnen de methodiek zijn uitgewerkt in acties van cliënten en hun directe omgeving, acties van (zorg)deskundigen en acties van leveranciers. De methodiek richt zich op de laatste drie stappen van de procesbeschrijving hulpmiddelenzorg (Nictiz, 2005): vanaf het moment dat de leveranciers in beeld komen, m.n. leveren en instrueren van hulpmiddelen.
De methodiek richt zich op optimale verstrekking en optimaal gebruik van het hulpmiddel in het dagelijkse leven en op het betrekken van de sociale omgeving zodat deze het gebruik accepteert, faciliteert en stimuleert. Er is een bewustwordingscampagne ontwikkeld met bijbehorende bewustwordingsfilmpjes en campagnemateriaal (posters, pennen, mokken, …) en er zijn tools ontwikkeld voor de fasen leveren en instructie, gebruik, evaluatie en nazorg om inzet en effectief gebruik van het hulpmiddel te vergroten en optimaliseren. Zo kunnen alle betrokken partijen meteen aan de slag met de methodiek.
Alle ontwikkelde tools zijn terug te vinden op de websites:
www.communicatiehulpmiddelen.com
www.dyslexiehulpmiddelen.com
De ontwikkelde kennis kan geëxtrapoleerd worden naar andere hulpmiddelengroepen door de ontwikkelde methodiek in vervolgprojecten te beproeven voor andere hulpmiddelen.
Mensen met communicatieve beperkingen kunnen zich vaak niet optimaal ontplooien en kunnen vaak niet optimaal participeren in de maatschappij waardoor ze uiteenlopende problemen krijgen zoals initiatiefverlies (50%) , in zichzelf gekeerd zijn (41%) of zelfs een depressie (45%) (1). Daardoor doen ze vaak meer beroep op de gezondheidszorg dan nodig. Communicatie Ondersteunende Hulpmiddelen (COH) zijn voor deze doelgroep een belangrijk instrument om de communicatieve beperkingen te overbruggen.
Mensen met dyslexie staan voor grote uitdagingen in hun schoolcarrière en later hun werk carrière omwille van hun beperkingen in de geschreven taal. Hierdoor kiezen ze vaak voor een lager opleidingsniveau dan op basis van hun overige competenties passend is. Compenserende Dyslexie Hulpmiddelen (CDH) kunnen een belangrijk antwoord bieden op dagelijks ervaren problemen van mensen met dyslexie, mits optimaal ingezet.
Waar COH de communicatie tussen personen ondersteunt, zijn CDH eerder compenserend of dispenserend voor de persoon met dyslexie zelf. Hoewel COH en CDH twee verschillende domeinen zijn, die ook een andere doelgroep bedienen, signaleren leveranciers van beide typen hulpmiddelen gelijkaardige problemen in de customerservice: de mogelijkheden worden vaak niet optimaal benut na levering, waardoor communicatieve en/of opleidingskansen niet of onvoldoende gegrepen worden. Voor mensen met een spraak/taalstoornis ligt zelfs sociaal isolement op de loer.
Leveranciers van COH en CDH willen weten hoe zij als MKB`ers kunnen bijdragen aan optimale verstrekking en optimaal gebruik van deze hulpmiddelen. Dit is belangrijk omdat hierdoor de effectiviteit en doelmatigheid van hun product- en dienstverlening verbeterd wordt. Dit is het uitgangspunt voor bedrijven om het project COM (COH en CDH Op de Markt) op te starten. COM is specifiek gericht op het optimaliseren van het verstrekkingsproces en het effectief gebruik van communicatie ondersteunende hulpmiddelen (COH) en compenserende dyslexie hulpmiddelen (CDH).
Binnen dit project wordt een integrale methodiek voor implementatie van COH en CDH ontwikkeld op basis van de `Basisrichtlijn Hulpmiddelenzorg`(2). De Basisrichtlijn Hulpmiddelenzorg brengt de gehele keten van activiteiten in de hulpmiddelenzorg in beeld: van het signaleren van een probleem tot aan de evaluatie van het gebruik van het geleverde hulpmiddel. De activiteiten zijn uitgewerkt in acties van cliënt en acties van zorgdeskundigen. In dit project richten wij ons op de laatste drie stappen van deze procesbeschrijving, vanaf het moment dat de leveranciers in beeld komen, m.n. leveren en instrueren van hulpmiddelen.
Het succes van COH en CDH is onlosmakelijk verbonden met de context waarin het gebruikt wordt. Deze methodiek richt zich dan ook enerzijds op optimale verstrekking en optimaal gebruik van het hulpmiddel in het dagelijkse leven en anderzijds op het betrekken van de sociale omgeving (ouders/partners, familieleden, vrienden, bekenden, zorgverleners en leerkrachten) van de gebruiker zodat deze het gebruik van het hulpmiddel accepteert, faciliteert en stimuleert. De ontwikkelde kennis kan geëxtrapoleerd worden naar andere hulpmiddelengroepen door de ontwikkelde methodiek in vervolgprojecten te beproeven voor andere hulpmiddelen. Tevens kan de opgedane kennis benut worden bij de doorontwikkeling van COH en CDH.