In Nederlandse veenweidegebieden vindt voornamelijk melkveehouderij plaats. Door ontwatering van het veen ontstaat bodemdaling en komen broeikasgassen vrij. Vanuit het Klimaatakkoord is afgesproken dat in de veenweidegebieden emissies met 1 Mton CO2-equivalenten gereduceerd moeten worden in 2030. Om broeikasgasemissie en bodemdaling in veenweidegebieden af te remmen is een peilbeheer waarbij de bodemdaling automatisch wordt gevolgd door peilverlaging niet meer houdbaar. Gestreefd wordt naar gebiedsgerichte maatregelen die inpasbaar zijn met het huidige grondgebruik. Maar wat zijn de effecten van hogere waterpeilen voor het grondgebruik, zoals draagkracht van de bodem, beweiding, grasgroei, nutriëntenuitspoeling en dierengezondheid en wat zijn de financiële consequenties voor de melkveehouder? Maatregelen die de CO2 uitstoot door veenoxidatie en de bodemdaling moeten verminderen, waaronder hogere grondwaterstanden en infiltratie, kunnen effect hebben op het grondgebruik. Hogere grondwaterstanden op zich leiden tot een geringere veenoxidatie maar resulteren ook in verminderde draagkracht met als gevolg minder weidedagen, een lagere netto opbrengst en toename in leverbotinfectiedruk.
De centrale vraagstelling in dit project is: Hoe kan de melkveehouderij in veenweidegebieden door middel van aangepaste bedrijfsvoering en graslandmanagement (beweiding, voederwinning) op een economisch duurzame wijze inspelen op veranderende productieomstandigheden door maatregelen die veenoxidatie en bodemdaling tegengaan.
Uit dialogen en groepsgesprekken met belanghebbenden kwam eenduidig de behoefte naar voren aan ontsluiting van bestaande kennis over de impact van verhoogde grondwaterstanden voor melkveehouderij in veenweidegebieden. In dit projectvoorstel willen we perspectieven voor de melkveehouderij delen en verder ontwikkelen in de praktijk, met melkveehouders in veenweidegebieden en met Mbo- en Hbo- studenten: de toekomstige melkveehouders. Belangrijk voor deze transitie is dat melkveehouders weten hoe ze, afhankelijk van het veentype, met hun bedrijfsvoering moeten omgaan met hogere grondwaterstanden. Daarom zijn in dit project vier samenhangende werkpakketten gedefinieerd die bijdragen aan omgaan met verhoogde waterstanden: Kennis delen en verbinden; meten in praktijktuinen; doorrekenen effect voor bedrijfsvoering; bouwstenen voor de toekomst.