In MOVING wordt de effectiviteit van de Nederlandse versie van het Engelstalige programma STEPASD
(Systemic Transition in Education Programme for Autism Spectrum Disorder) onderzocht. Met
behulp van dit programma komen leraren en docenten van de basis- (PO) en middelbare (VO)
scholen aan het einde van groep 8 op de basisschool bijeen om met de ouders en het kind de
overstap naar het VO gezamenlijk voor te bereiden. Dit gebeurt in de zogenoemde warme
overdrachtsbijeenkomst o.l.v een STAP-coach. In deze bijeenkomst wordt op een gestructureerde
manier aandacht gegeven aan de sterke en minder sterke kanten van het kind en wordt er een
handelingsplan ‘op maat’ gemaakt. Dit individuele plan wordt gebaseerd op basis van de ervaringen
van de leraar van groep 8, de mogelijkheden op het VO en de verwachtingen en wensen van ouders
en kind.
In de eerste fase is de Engelse STEP-ASD hertaald en bruikbaar gemaakt voor het Nederlandse
onderwijssysteem. In Nederland heet dit programma nu STAP.
In de tweede fase is (wordt) de effectiviteit van STAP (experimentele groep) ten opzichte van de
diversiteit aan reguliere ondersteuning die de betrokken scholen momenteel bieden (controlegroep)
onderzocht. Dit gebeurt in een quasi-experiment, waarin uiteindelijk 51 kinderen met
autismespectrumproblemen (ASP) deelnemen.
Aanleiding
De Wet passend onderwijs (augustus 2014) beoogt het aantal leerlingen in speciale onderwijsvoorzieningen terug te dringen door leerlingen met speciale onderwijs- en zorgbehoeften goede arrangementen te bieden in het reguliere onderwijs. Kinderen met autismespectrumproblemen bezoeken nu vaak reguliere scholen. Maar de stap naar het voortgezet onderwijs betekent voor hen vaak een ernstige ontregeling. Door de verandering functioneren ze minder goed, presteren ze slechter en neemt de kans op schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten toe. De onderwijssector heeft grote behoefte aan een preventieprogramma dat de samenwerking tussen de betrokkenen bij een kind in deze fase verfijnt, structureert en differentieert.
Doelstelling
Hoofddoel van het project is het ontwikkelen van een training voor docenten en jeugdprofessionals in het optimaliseren van de transitieperiode voor leerlingen met autismespectrumproblemen. Het programma bestaat uit 2 fasen:
1) het bruikbaar maken van het goed onderzochte Engelse 'Transition Pack' voor het Nederlandse onderwijssysteem;
2) een quasi-experiment naar de effectiviteit en gebruikersvriendelijkheid van deze Nederlandse versie (TP-NL) t.o.v. de huidige ondersteuning in de betrokken scholen.
Het team meet de klinische kenmerken van de deelnemende kinderen, de problemen die zij ervaren en de stress die ouders ervaren. De ervaringen van ouders en leerkrachten met de transitie worden in kaart gebracht met interviews. De kundigheid van leerkrachten in het omgaan met kinderen met autismespectrumproblemen worden onderzocht met behulp van enquêtes.
Beoogde resultaten
Het project beoogt 2 resultaten:
1) een preventieprogramma dat de samenwerking tussen de betrokkenen bij een kind in de periode voor, tijdens en na de overgang naar het voortgezet onderwijs verfijnt, structureert en differentieert;
2) een adequaat beschreven, werkzame opleidingsmodule die studenten van de deelnemende hogescholen leert het maatwerk voor leerlingen te verfijnen.
Naast 2 promovendi participeren in het onderzoek lectoren en bachelor- en masterstudenten van de betrokken hogescholen. Bij positieve resultaten zal het consortium een TP-NL-opleidingsmodule ontwikkelen voor de opleidingen van de hogescholen en breder gebruik van TP-NL begeleiden in het Rotterdamse en Rijnlandse onderwijs. Landelijke kennisverspreiding vindt plaats via de academische werkplaatsen autisme en jeugd, met wetenschappelijke publicaties, vakpublicaties, presentaties, workshops en een slotcongres. In totaal 50 tot 90 studenten dragen bij aan de dataverzameling (door het schrijven van scripties), en aan de implementatie en het eindsymposium.