Project

Optimale maatschappelijke ondersteuning van burgers

Overzicht

Projectstatus
Afgerond
Start datum
Eind datum
Regio

Doel

De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) confronteert wijkteams met lokale uitdagingen om hulpvragen van burgers goed op te lossen. Dat vraagt van zorg- en welzijnsprofessionals dat zij samen werkwijzen ontwikkelen passend bij de context; van wijkteams wordt verwacht dat zij innoveren. In het 2-jarige project Optimale Maatschappelijke Ondersteuning van Burgers werd in twee leergemeenschappen (Maastricht en Roermond) van professionals, burgers en docent-onderzoekers (Zuyd Hogeschool) gewerkt aan praktische tools en activiteiten om de ondersteuningsvraag van burgers (beter) in kaart te brengen, tot geschikte oplossingen te komen en de uitkomsten te monitoren. Elke leergemeenschap formuleerde onder begeleiding van een facilitator (van Burgerkracht Limburg) knelpunten, veranderdoelen en actieplannen. Dit leverde nieuwe werkwijzen op als ondersteuning van burgers bij voorbereiding op het keukentafelgesprek, community dinners waarbij burgers elkaar en het wijkteam konden leren kennen, en methoden om interdisciplinair overleg te optimaliseren. Individuele en focusgroep interviews lieten zien dat leden van de leergemeenschappen de samenwerking tussen burgers en professionals als positief ervaren. Het vraagt om een (begeleid) leerproces om samen tot innoveren te komen met veel aandacht voor ‘elkaar daadwerkelijk te leren kennen’, voor ‘het loslaten van het professionele (systeem) denken’, en voor ‘het leiding nemen in veranderprocessen’. Externe factoren zijn van grote invloed op de mate waarin leergemeenschappen daadwerkelijk (zelf) tot innoveren kunnen komen, zoals tijd, ruimte voor besluitvorming, draagvlak bij andere partijen binnen de organisatie, zorgvuldige communicatie met lijnfunctionarissen in de organisatie en zicht op andere projecten binnen de gemeentelijke organisatie. De resultaten van dit project kan gemeentes sterken in de gedachte dat wijkteams innovatieprocessen in de wijk met burgers kunnen vormgeven. De complexiteit van de omgeving waarbinnen de teams tot innoveren moeten komen is echter groot. Succesvol innoveren door deze teams vraagt dat er ondersteuning is, dat de juiste (innovatie) competenties aanwezig zijn en dat aan randvoorwaarden voldaan wordt.


Beschrijving

In het kader van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) experimenteren welzijn- en zorgprofessionals op grote schaal met nieuwe methodieken om hulpvragen van burgers goed op te pakken en op te lossen (dagbesteding, vervoer, huishoudelijke zorg, etc.). Die ondersteuning moet goedkoper worden met behoud van levenskwaliteit van burgers. Gemeenten kunnen met professionals en burgers zelf een passende aanpak kiezen.
Social workers, wijkverpleegkundigen en ergotherapeuten in de gemeenten Maastricht en Peel & Maas ervaren een grote variatie in aanpakken en merken dat er veel onduidelijkheid bestaat over welke aanpak het meest geschikt is. Ze willen niet alleen de onderlinge samenwerking verbeteren, maar ook de samenwerking met burgers. Deze professionals zijn concreet op zoek naar praktische hulpmiddelen om (1) de ondersteuningsvraag van burgers goed in kaart te brengen, (2) samen met burgers geschikte oplossingen te vinden en uit te voeren, en (3) de uitkomsten van dit traject goed en eenvoudig te monitoren. Hiervoor hebben de professionals en betrokken gemeenten ondersteuning gevraagd aan de Wmo-werkplaats van Zuyd Hogeschool, het Huis voor de Zorg en het Expertisecentrum voor Innovatieve Zorg en Technologie, waarvan Zuyd de penvoerder is. Ze worden daarbij ondersteund door Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Universiteit Maastricht, Movisie en diverse Limburgse welzijn- en zorgorganisaties.
In leergemeenschappen in iedere gemeente gaan professionals, burgers, docent-onderzoekers en studenten samen aan de slag om de lokaal reeds ingezette hulpmiddelen en methodieken verder aan te scherpen en te verbeteren. Dit gebeurt middels actie-onderzoek waarin stapsgewijs verbeteringen in de aanpak worden uitgeprobeerd, geëvalueerd en doorgevoerd. Op systematische wijze worden kennis en ervaringen tussen de twee leergemeenschappen uitgewisseld zodat er optimaal van elkaar geleerd kan worden. Dit leidt uiteindelijk tot een concreet en gedragen ondersteuningspakket voor professionals en burgers dat zowel voor de beroepspraktijk als een breed scala aan opleidingen ter beschikking komt.


© 2024 SURF