Het Quay Wall Garden project had als doel om vegetatie te integreren in een bakstenen kademuur, door
gebruik te maken van een droogstapelsysteem van Dry-Stack. De lege voegen kunnen worden gevuld met
een groeimedium en water kan worden aangevoerd door een capillair substraat achter de bakstenen
kadewand.
Door middel van testen in het laboratorium zijn de eigenschappen van verschillende bakstenen en
substraten bepaald. Tussen de geteste substraten bleekt een mengsel van BVB ACCAP 7120 met
Groenemorgen 12ZR Binder zowel de grootste capillaire stijging te hebben (~900mm na 2 maanden),
evenals de grootste opgenomen waterfractie (0,35 keer het droogewicht). Als laatste is potgrond, gebonden
met verschillende fracties Groenemorgen! 12ZR Binder, getest op capillair transport en kieming van planten.
Uit onze testen blijkt dat plantenkieming en -groei, evenals totale waterabsorptie, afneemt bij hogere fracties
van de Groenemorgen! 12ZR Binder. Hierom is gekozen voor een 10:1 verhouding tussen potgrond en
binder als groeimedium.
Op basis hiervan zijn 2 prototypepanelen gemaakt, één met een capillair substraatdikte van 55mm en een
met een capillair substraatdikte van 110mm. Beide panelen zijn onderverdeeld in twee delen: één met
toevoer van regenwater van bovenaf en één zonder. De panelen zijn in Delft, in een gracht achter het oude
station geplaatst, waar ze in de komende 3 jaar zullen blijven. Initiële resultaten laten zien dat het 110 mm
dikke substraat een grotere capillaire stijghoogte geeft en grotere watertoevoer naar de voegen. Echter lijkt
op lagere hoogte de potgrond juist te sterk te verzadigen, wat leidt tot verminderde plantengroei. Het 55 mm
dikke substraat heeft een te beperkte capillaire stijghoogte en debiet om de hogere regionen van het paneel
van voldoende water te voorzien, wat de groei op deze plekken juist sterk beperkt. Echter wanneer er
regenwater van bovenaf kan instromen fungeert het substraat ook als buffer en is er juist veel plantgroei.
De resultaten laten zien dat dit systeem kan worden gebruikt voor de integratie van vegetatie in baksteen
kademuren. Toekomstige uitdagingen zijn het stroomlijnen van het bouwproces, het afstemmen van de dikte
van het capillair substraat en bepaling van de mechanische eigenschappen van de kademuur.
Tijdens het project zijn verschillende disseminatie activiteiten verricht; deze hebben geleid tot het deelnemen
van andere partijen (Gemeente Delft en StoneCycling) aan het onderzoek. Er is veel interesse vanuit de
praktijk om het systeem verder te ontwikkelen.
In recent years there has been an increasing need for nature inclusive solutions in the construction sector. The practice asks for new solutions contributing to the development of sustainable, resilient and liveable cities. Under the guidance of the Dutch government, greening of the cities has become one of the aims of municipalities in the Netherlands and the focus of some emerging companies and design offices. In cities, quay masonry walls, thanks to their close contact with water, have the potential to be ecologically engineered to favour vegetation, thereby contributing to the renaturing of urban areas.
By building a prototype of an innovative masonry building system, this project aims to investigate the potential for improving the integration between masonry quay walls and vegetation. The set-up consists of a dry-stacking system for brick masonry: strong polyamide elements interconnect the bricks, providing strength to the masonry without the need for mortar. The space in between bricks, traditionally filled with mortar, is to be filled with compost material, providing an ideal substrate for plant growth and a buffer for water storage (figure 1).
In addition to improved integration between masonry walls and vegetation, the proposed dry-stacking system allows for easy reuse of bricks, thereby contributing to circularity and sustainability of the building industry.
The project broadens and strengthens the national network in the field of urban ecology by bringing together expertise from the fields of architecture, ecology and the construction sector, from both academia and practice.