WAT IS DE INVLOED VAN DIVERSE VANGMETHODES OP DE GEZONDHEID EN HET WELZIJN VAN VLEESKUIKENS

Het afgelopen jaar was het vangen van vleeskuikens regelmatig in het nieuws. In opdracht van het
practoraat Dierenwelzijn en -gezondheid is een kleinschalig praktijkonderzoek uitgevoerd naar twee
vangmethodes bij vleeskuikens. Vier vangsten (twee traditioneel en twee rechtop) van steeds iets minder
dan duizend vleeskuikens gehuisvest in het Poultry Innovation Lab, zijn in dit onderzoek geanalyseerd.
Filmopnames, waarnemingen en geluidsmetingen tijdens het vangen en slachtrapporten van het slachthuis
gaven inzicht in de welzijnsimpact van de verschillende methodes.
Tegen de verwachtingen in, leiden de rechtop vangsten in ons onderzoek niet tot minder
vangbeschadigingen of afkeuringen. De hoeveelheid data in dit onderzoek is helaas ontoereikend om
significante uitspraken hierover te kunnen doen. In dit onderzoek is ook alleen gekeken naar het vangen en
niet naar het gehele proces van transport en uitladen bij het slachthuis. Mogelijk dat een deel van de
beschadigingen te verklaren zijn door transport en uitladen. Alle vangsten zijn wel met hetzelfde transport en
naar hetzelfde slachthuis gedaan. Decibelmetingen, gemeten op kniehoogte in de stal, laten geen verschil
zien tussen de vangmethoden.
Rechtop vangen is lichamelijk zwaarder voor de vangploegen doordat er vaker gebukt wordt. Richting het
einde van de rechtop vangsten wordt minder zorgvuldig (door vermoeidheid of tijdsdruk) omgegaan met het
plaatsen van de vleeskuikens in de kratten. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor de hogere
vangbeschadigingen en afkeuringen gevonden bij het rechtop vangen. Mogelijk dat verschillen in individuele
ervaring en zorgvuldigheid tussen de vangers een deel van de verschillen in vangletsel zou kunnen
verklaren, hoewel tijdens deze vier vangsten alleen met ervaren vangers is gewerkt.
In toekomstige onderzoeken is het van belang om het gehele proces tot en met het slachthuis in kaart te
brengen, de werkwijze te standaardiseren, dezelfde vangers te gebruiken en werkdruk/zware vermoeidheid
van de vangers te voorkomen. Daarnaast moeten meer vangsten geanalyseerd worden.

Op dit moment is er geen Europese regelgeving die het vangen van pluimvee aan de poten (Traditionele vangmethode) verbiedt, maar de sector wordt wel geadviseerd te blijven zoeken naar diervriendelijkere vangmethodes. Dit laat demissionair landbouwminister Carola Schouten weten in een artikel in de nieuwe oogst (19-2-2021), in antwoord op Kamervragen van Caroline van der Plas van Boer-Burger-Beweging.
In de huidige regelgeving staat volgens de Europese Commissie dat de dieren indien mogelijk moeten worden ondersteund en rechtop gehouden, de Rechtop vangmethode (voorheen: Zweedse methode). De commissie heeft opdracht gegeven dat de European Food Safety Authority in 2022 een advies uitbrengt over dierenwelzijn en diertransport. Binnen het Poultry Innovation Lab (PIL) wordt onderzoek gedaan naar de gevolgen van de verschillende vangmethodieken op het welzijn van het pluimvee. Filmbeelden tijdens het vangen, geluidsopnames en het analyseren van slachtresultaten van de vleeskuikens moeten inzicht geven in de gevolgen van de verschillende vangtechnieken en daarmee vangtechnieken optimaliseren. Docent-onderzoekers, docenten, studenten en praktijkpartners worden betrokken bij dit onderzoek dat tot dierenwelzijn verbetering bij productiedieren moet leiden. Het Team Veehouderij van Aeres MBO Barneveld doet onderzoek in het PIL op het gebied van dierenwelzijn. De Wageningen Universiteit & Research Center (WUR), AHS Dronten, Pluimveeservice van de Pol, slachterij 2SistersStorteboom en dierenwelzijnsorganisatie “Eyes on Animals” en Stichting Caring Farmers leggen deze vraag bij ons neer om te komen tot inzicht in de oorzaken van het optreden van vangletsel. Uiteindelijk willen we een cursus samenstellen met o.a. korte filmpjes en inhoudelijk lesmateriaal voor vangploegen en (internationale) studenten over dierenwelzijn. Deze cursus wordt samengesteld met input van de PIL, Aeres, het bedrijfsleven en welzijnsorganisaties. De onderzoeksvraag luidt:
“WAT IS DE INVLOED VAN DIVERSE VANGMETHODES OP DE GEZONDHEID EN HET WELZIJN VAN VLEESKUIKENS?”