"Tijd van alles fiksen met watermaatregelen is echt voorbij. Water moet integraal onderdeel uitmaken van alle ruimtelijke afwegingen en planuitwerkingen. Bouw klimaatbestendig en waterrobuust. Bij alle fysieke ingrepen in ons land moet rekening worden gehouden met waterveiligheid, zoetwatervoorziening en ruimtelijke adaptatie. Dit moet doorwerken in de omgevingsvisies van rijk provincies en gemeentes. De wateropgaven moeten meer sturend worden en randvoorwaarden aangeven voor de keuzes bij de ruimtelijke inrichting van Nederland", aldus Peter Glas, Deltacommissaris in Waterforum 10 november 2020.
MULTIFILE
De Trêveszaal op het Binnenhof, waar wekelijks de ministerraad plaatsvindt, ontleent zijn naam aan het Twaalfjarig Bestand tussen de Spaanse bezetter en vertegenwoordigers van Groningen, Friesland, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Holland, Zeeland en Drenthe. Inderdaad: de Republiek van Zeven Provinciën. Een lange, drukke straat achter de gebouwen van het Europees Parlement in Brussel is vernoemd naar hetzelfde bestand. In die Rue de Trier huist het Huis van de Nederlandse Provincies. Wat doen die daar, wat is de relatie met het Binnenhof, en wat moet u daarmee voor 15 maart?
MULTIFILE
Het Rijk, de provincies en gemeenten moeten ‘maakdeals’ sluiten en zo ruimte reserveren voor maakindustrie. Anders lopen de energietransitie, circulaire transitie en economische groei vast. Dat bepleiten VNO-NCW en MKB-Nederland in een open brief aan de Tweede Kamer. Een terechte maar onvolledige oproep, reageert Cees-Jan Pen.
LINK
Het aantal dierlijke graverijen in fysieke infrastructuren, waaronder waterkeringen, spoordijken en autowegen, neemt de laatste jaren hard toe. Dit komt door exponentiële groei van de bever die in Nederland een beschermde status heeft. Waterschappen geven aan dat de inspectie en detectie van graverijen door bevers geen gemakkelijke opgave is. De gevolgen voor de veiligheid van primaire waterkeringen en spoordijken kunnen aanzienlijk zijn. Om grip te krijgen op graverijen, zijn tot op heden verschillende aanpakken gehanteerd van lopen door watergangen in waadpakken met prikstokken t/m de inzet van GPR, camera- en sonartechnologie alsook getrainde speurhonden. Tot op heden is er nog geen oplossing gevonden voor ongewenste graverijen door bevers. Met dit onderzoeksproject wordt nieuwe technologische kennis ontwikkeld en toegevoegd aan de state-of-the-art op het gebied van detectie van beveractiviteiten (graverijen). In dit project wordt een robot platform (hardware/software) ontwikkeld dat beverschades aan kritieke publieke infrastructuren kan detecteren en monitoren. Hiervoor zijn robuuste technologieën nodig die gangenstelsels/kamers kunnen waarnemen (perceptie), zelfstandig in kaart kunnen brengen (autonome navigatie). Daarnaast moeten operators (veldwerkers) het robot platform eenvoudig kunnen toepassen in hun dagelijkse gebruik (mens-robot interactie). Het consortium bestaat uit publiek partijen (waterschappen, Rijkswaterstaat, provincies), prorail technologieontwikkelaars en dienstleveranciers (MKBs, ander privaat partijen), onderzoeksgroepen van Saxion (lectoraten SMART en TCI), opleidingen en overkoepelende innovatie boosters. Zij zetten kennis en capaciteit in om antwoord te geven op de centrale onderzoeksvraag: “Welke bestaande navigatie- en perceptietechnologieën kunnen binnen een periode van 2 jaar worden doorontwikkeld tot de realisatie en inzet van een gebruiksvriendelijk beverbeheer robotplatform waarmee ongewenste beveractiviteiten vroegtijdig kunnen worden gedetecteerd en herstelmaatregelen effectief kunnen worden ingezet?” Opbrengsten van het project dragen bij aan duurzaam beverbeheer, preventieve detectie en kosteneffectieve inzet van maatregelen die nadien op basis van de verschillende detectiemethoden kunnen worden ontwikkeld. Daarnaast vindt borging van (technologische) kennis plaats in alle deelnemende partijen en opleidingen.
AanleidingIn navolging van onder meer Perspectief 2030 en het advies over Waardevol Toerisme van de Raad van de Leefomgeving staat de inwoner de laatste jaren steeds meer centraal in (beleids)keuzes over toerisme. Als onderdeel van de verschuiving in denken van toerisme als doel naar toerisme als middel om bij te dragen aan maatschappelijke opgaven en het welzijn van inwoners, gaat er meer aandacht uit naar hoe inwoners zo veel mogelijk van het toerisme kunnen profiteren.Onder partijen als provincies, gemeenten en DMO's heerst in dat kader een brede behoefte aan inzicht in de manieren waarop bewonersprofijt gemeten kan worden. Oftewel, in hoeverre en op welke manier is vast te stellen welke (gepercipieerde) waarde bewoners ontlenen aan de aanwezigheid van toerisme? Dit vraagstuk is onderdeel van het bredere vraagstuk "meten van balans", waarbinnen inzicht in de positieve impacts van toerisme en de manier waarop inwoners daar tegenaan kijken een belangrijk thema is.DoelHet doel van het project "Meten van bewonersprofijt: verkenning van indicatoren en methodieken" is om te komen tot een set van indicatoren voor het meten van bewonersprofijt en vervolgens diverse methoden voor het verzamelen van informatie over die indicatoren te evalueren en vergelijken.Dit enerzijds door te kijken naar bestaande voorbeelden, en anderzijds door zelf methoden toe te passen in een Nederlandse regio, te weten Schouwen-Duiveland. Dit leidt uiteindelijk tot inzichten die stakeholders zoals gemeenten en DMO's helpen om te bepalen welke methode voor het meten van bewonersprofijt het beste bij hun situatie past. Daarnaast zullen de resultaten van de praktijktesten voor Schouwen-Duiveland ook inhoudelijke inzichten opleveren over bewonersprofijt op het eiland.AanpakFase 1 van het onderzoek bestaat uit literatuuronderzoek en expertraadplegingen waar achterhaald wordt wat bewonersprofijt precies is, uit welke onderdelen het bestaat, hoe het nu wordt gemeten en welke voor- en nadelen aan deze methoden kleven. In fase 2 wordt een aantal methoden toegepast op de bestemming Schouwen-Duiveland. Door meerdere methoden toe te passen op dezelfde bestemming kunnen deze met elkaar vergeleken worden. Dit kan bijvoorbeeld duidelijk maken of de methoden leiden tot dezelfde, complementaire of juist tegenstrijdige inzichten over bewonersprofijt.De uitkomst van het project is een keuzetool met een visueel aantrekkelijke layout, welke stakeholders in staat stelt een weloverwogen (bewuste) keuze te kunnen maken over welke methode in te zetten om bewonersprofijt te meten.PartnersHotelschool Den Haag, HZ University of Applied Sciences, Stichting Eilandmarketing Schouwen-Duiveland, NBTC.
De transitie naar een circulaire economie is in volle gang. Maar circulaire ondernemers lopen tegen verschillende belemmeringen aan die moeilijk of niet alleen zijn op te lossen. Er is redelijk veel bekend over belemmeringen op maatschappelijk (macro-economisch) niveau. Inzicht in hoe individuele ondernemers met deze belemmeringen moeten omgaan om hun circulaire onderneming zo succesvol mogelijk te maken is echter veel minder beschikbaar. Vooral voor startups in de circulaire economie zijn de vraagstukken groot. Hun praktijkvraag is: Hoe kan ik als circulaire startup samenwerken met circulaire ondernemers en andere relevante partijen in mijn directe omgeving om bovengenoemde belemmeringen over wet- en regelgeving, procesorganisatie en strategische samenwerking op te lossen? In de Regio Zwolle zoeken ondernemers elkaar op om die vraagstukken op te lossen waardoor ecosystemen van circulaire startups ontstaan, maar hoe ze dit moeten aanpakken blijft een groot vraagteken. Deze nieuwe ecosystemen van circulaire startups staan centraal in dit onderzoeksproject en we onderzoeken vier ecosystemen in de regio Zwolle, t.w. De Herfte in Zwolle, The Green East in Raalte, het iLab van GreenPAC in Zwolle, en Hibertad in Hardenberg. Samen met circulaire startups, circulaire ondernemingen en netwerkorganisaties wordt in dit onderzoeksproject gewerkt aan de volgende onderzoeksvraag: ‘In hoeverre kunnen ecosystemen van circulaire startups een bijdrage leveren aan de transitie naar een circulaire economie?’. Het onderzoeksproject wil bijdragen aan de innovatieve kracht van deze ecosystemen zodat de transitie naar de circulaire economie in de Regio Zwolle versneld wordt. Het project levert ontwerpprincipes voor ecosystemen van circulaire startups, systematisch beschreven in een handboek voor deze vier èn voor nog te vormen ecosystemen van circulaire startups in Nederland. Daarnaast levert het onderzoek ook inzicht in de uitdagingen en belemmeringen waar circulaire startups mee te maken hebben, en willen we de kennisresultaten ook toegankelijk maken voor het onderwijs binnen en buiten Windesheim.