Doel onderzoek Het doel van voorliggend onderzoek is om in kaart te brengen welke kosten ontstaan door schulden en waar die kosten neerslaan. Kosten zijn in dit kader heel eng opgevat, te weten: ‘uitgaven in euro’s’. Iedereen die ervaring heeft met schuldenproblematiek of bekend is met mensen met schulden weet dat de kosten van schuldenproblematiek ook immaterieel zijn. De waarde van zaken zoals chronische stress, fysieke en mentale gezondheidsproblemen, gevoelens van schaamte en eenzaamheid zijn moeilijk in euro’s uit te drukken. Toch is in dit onderzoek geprobeerd de kosten van schuldenproblematiek zoveel als mogelijk in euro’s uit te drukken. Inzicht daarin is relevant omdat er in het publieke debat een stevige roep klinkt om de schuldenproblematiek terug te dringen. Het aanpakken van problemen vraagt niet alleen politiek en maatschappelijk draagvlak. Het vraagt ook investeringen. Zicht op kosten kan een bijdrage leveren aan de afwegingen welke investeringen gepleegd worden om met welke maatregelen en welke zekerheden dan ook een probleem aan te pakken. Schulden leiden tot substantiele kosten Om in beeld te brengen tot welke kosten schuldenproblematiek leidt en waar die kosten neerslaan, is een literatuurstudie verricht. Er is in kaart gebracht welke kosten schuldenproblematiek veroorzaakt. Indien beschikbaar zijn de kosten uitgedrukt in euro’s. In het totaal leverde het onderzoek 43 posten op waar schuldenproblematiek kosten veroorzaakt. Voor 19 posten geldt dat in beeld gebracht kon worden welke kosten daarmee gemoeid zijn. De optelsom komt uit op €8,5 miljard. Ruim de helft daarvan ligt bij werkgevers en ontstaat door lagere arbeidsproductiviteit en verzuimkosten. Ook voor oninbare vorderingen en kosten van uitkeringen worden hoge kosten geschat. Het is niet mogelijk om in te schatten welke waarde de 24 ontbrekende posten bij benadering hebben, maar het is duidelijk dat daar ook grote posten als (een deel van de) bijzondere bijstand, gezondheidszorg door specialisten en bijdragen van vrijwilligers en goede doelen bijhoren. De belangrijkste conclusie die dit onderzoek oplevert, is dat schuldenproblematiek leidt tot (zeer) substantiële jaarlijkse kosten op heel veel verschillende terreinen. Kanttekening Onder een berekening van de kosten van schuldenproblematiek ligt bijna onvermijdelijk de hoop dat als de schuldenproblematiek wordt opgelost al deze kosten worden bespaard. Dit is een illusie. In Nederland is veel terrein te winnen op zowel het voorkomen van schulden als het - als deze toch ontstaan - oplossen van schulden. Het is weliswaar aannemelijk dat een substantieel deel van de in dit onderzoek gepresenteerde kosten kunnen worden voorkomen door preventie van schuldenproblematiek én het tijdig oplossen van schulden. Tegelijkertijd is het ten aanzien van het oplossen schulden van belang om bij deze bijna onvermijdelijke en terechte hoop een kanttekening te plaatsen. Want, het wegnemen van schulden betekent niet automatisch dat alle in dit rapport opgevoerde kosten verdwijnen. Hier liggen drie oorzaken aan ten grondslag. Ten eerste, schuldenproblematiek kent vele achterliggende oorzaken. Het structureel oplossen van schuldenproblematiek vergt dat de achterliggende oorzaken van schuldenproblematiek worden aangepakt. Anders ontstaat immers het risico dat schuldenproblematiek verwordt tot een draaideurfenomeen. Ten tweede, schulden maken deel uit van een kluwen aan problemen. Binnen een kluwen aan problemen is het veelal niet mogelijk het precieze aandeel van de schulden aan te wijzen. Het wegnemen van schulden zal er niet per definitie toe leiden dat alle met de schulden samenhangende problemen verdwijnen (en dus dat die kosten wegvallen). Ten derde, het is van belang te realiseren dat sommige problemen lang kunnen doorwerken in het leven van mensen, zoals bijvoorbeeld mentale problemen (depressie, PTSS) die zijn ontstaan door schuldenproblematiek. 8 Beperkingen Bij het lezen van de resultaten is het van belang om drie beperkingen in het achterhoofd te houden. In de eerste plaats heeft het onderzoek veel inzicht opgeleverd in de kosten die schulden veroorzaken, maar is dat op veel deelterreinen niet gelukt. De opgenomen totale kosten vormen dan ook een stevige onderschatting. Ten tweede zijn maar voor een zeer beperkt deel van de kosten zijn de daadwerkelijke kosten van schuldenproblematiek beschikbaar. Voor het merendeel van de gepresenteerde kosten geldt echter dat het schattingen zijn. Tot slot is vanwege het gebruik van stevige aannames en/of het combineren van gegevens uit verschillende onderliggende bronnen gekozen voor optimale transparantie. Dat betekent concreet dat de berekeningen in onaangepaste vorm worden gepresenteerd, zonder update naar een recent jaar, afronding (met uitzondering van de overzichtstabel) of (niet op feiten gebaseerde) intervalschattingen. Relatie tot andere onderzoeken Het verrichte onderzoek is het eerste in haar soort. Niet eerder werd op deze manier in beeld gebracht op welke terreinen schuldenproblematiek welke kosten veroorzaakt en hoe deze kosten tot stand komen. Wel werden er eerder onderzoeken verricht naar de kosten van de aanpak van schulden of de kosten en baten van schuldhulpverlening. Het meest geciteerde onderzoek in dat kader is afkomstig van de Argumentenfabriek en dateert uit 20201. In dit veel geciteerde rapport staat dat de kosten van problematische schulden €17 miljard bedragen. De claim is gebaseerd op onderzoek door APE uit 20112. In dat onderzoek is de €17 miljard echter niet te herleiden. Andere onderzoeken hadden enkel betrekking op de kosten in bepaalde domeinen. In dit licht kunnen de rekensommen in het voorliggende rapport op basis van bestaande literatuur en data worden beschouwd als een belangrijke brede onderbouwing van de kosten van schuldenproblematiek in Nederland.
Een kwetsbare groep burgers onder wie schuldenproblematiek in hoge mate voorkomt zijn delinquenten. Schuldenproblematiek onder deze doelgroep is sterk verweven met problemen op andere levensdomeinen en verhoogt bovendien het risico op terugval in criminaliteit. Reclasseringswerkers missen veelal handvatten om cliënten met schuldenproblematiek te begeleiden. Structurele vroegtijdige samenwerking met onder meer schuldhulpverlening is dan ook nodig om delinquenten met schuldenproblematiek adequaat te begeleiden.
De aandacht voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) met schuldenproblematiek groeit. Het is een kwetsbare groep, die vaak wordt overvraagd en die - onder andere door de verstandelijke beperking - een groter risico heeft om in schulden te komen. Professionals dienen zich bewust te zijn van hun mogelijkheden en beperkingen, om zo beter maatwerk te bieden.
Bewindvoerders zijn professionals die als wettelijke taak hebben om de financiële belangen van hun cliënten onder bewind te beschermen. Dit gaat om mensen die tijdelijk of blijvend niet in staat zijn om zorg te dragen voor hun financiën vanwege uiteenlopende redenen, zoals psychische problematiek, dementie maar ook schuldenproblematiek. De afgelopen jaren is het aantal mensen dat vanwege de grondslag schulden onder bewind staat fors gestegen. Mede hierdoor hebben bewindvoerders in 2014 de taakstelling gekregen om de financiële (zelf)redzaamheid van cliënten te bevorderen met als doel dat cliënten weer zelfstandig hun financiën kunnen beheren (dit heet uitstroom). Om dit proces te bevorderen werken gemeenten en bewindvoerders steeds vaker samen om burgers te ondersteunen bij duurzame uitstroom uit (schulden-)bewind. Mede door deze ontwikkelingen heeft het lectoraat Armoede Interventies (Hogeschool van Amsterdam) in nauwe samenwerking met de praktijk van bewindvoering de afgelopen twee jaar een coachingstool ontwikkeld die bewindvoerders ondersteunt bij het vergroten van de financiële vaardigheden van hun cliënten. Bij de toepassing van deze tool lopen bewindvoerders er echter tegenaan dat zij niet goed weten hoe zij hun cliënten kunnen motiveren aan de slag te gaan met de eigen financiële vaardigheden. Uit onderzoek in de schuldhulpverlening is bekend dat het effectief aanspreken van de motivatie van cliënten een aanzienlijke rol speelt bij het duurzaam en weer succesvol zelfstandig voeren van de financiële administratie. Een effectief bewezen methode die in de schuldhulpverlening wordt gebruikt om cliënten te motiveren is Motiverende Gespreksvoering (MVG). In dit project ontwikkelen onderzoekers van het lectoraat Armoede Interventies samen met bewindvoerders een prototype van een coachingstool waarin technieken uit MVG integraal worden opgenomen. Dit prototype vormt de basis voor een vervolgonderzoek waarin de tool wordt geïmplementeerd en geëvalueerd opdat bewindvoerders een onderbouwde en bruikbare tool hebben om hun cliënten succesvol te motiveren en te coachen richting financiële (zelf)redzaamheid.
In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voerden de HU, Panteia en het Nibud onderzoek uit om de maatschappelijke kosten van problematische schulden in kaart te brengen. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van het Interdepartementale Beleidsonderzoek (IBO) problematische schulden.
De schuldenproblematiek onder delinquenten is groot, complex en diepgeworteld en vraagt dan ook een interdisciplinaire aanpak vanuit zowel het justitiële als sociale domein. Dit vraagt inzicht in de rol van de verschillende betrokken organisaties in de aanpak van schulden onder delinquenten (denk aan rechtspraak, OM, gevangeniswezen, reclassering, forensische (verslavings)zorg, schuldhulpverlening en gemeentelijke nazorg) alsmede in de werkzame elementen in de samenwerking en de wijze waarop deze kunnen worden versterkt. Doel Doel van dit onderzoek is inzicht te krijgen in de werkzame factoren in de samenwerking binnen het justitiële en sociale domein rond delinquenten met schulden en daadwerkelijk in de praktijk aan de slag te gaan met het uitproberen en versterken van effectieve samenwerking. Resultaten Het onderzoek beoogt concrete handvatten op te leveren ter versterking van de samenwerking in het justitiële en sociale domein rond delinquenten met schulden. Looptijd 01 januari 2023 - 31 december 2023 Aanpak Samen met praktijkpartners in het justitiële en sociale domein zal worden gewerkt aan versterking van de samenwerking rond delinquenten met schulden. Dit postdoconderzoek is een vervolg op het promotieonderzoek van Gercoline van Beek naar schulden onder delinquenten.