In deze studie wordt de stelling verdedigd dat de spanning in het contractsmodel, (die zich overigens ook voordoet bij 'gewone' overeenkomsten als koop, arbeid en opdracht), wordt veroorzaakt doordat er aan het contractenrecht niet één, maar twee verschillende opvattingen over de verhouding tussen persoon en vermogen ten grondslag liggen. In het possessieve model, dat dominant blijkt te zijn in de tegenwoordige rechtsleer, wordt vermogen opgevat als datgene wat je 'hebt'. In het reflexieve vermogensmodel, dat achterhaald wordt via Merleau-Ponty's theorie van het lichaam-subject, wordt vermogen beschouwd als dat wat je 'kunt'. In het contractenrecht verwijzen de twee vermogensmodellen steeds naar elkaar, maar niet in alle situaties op dezelfde manier. De erkenning dat er twee vermogensmodellen werkzaam zijn maakt het mogelijk meer zicht te krijgen op de praktische betekenis van contracten die een afdwingbaar recht op nakoming en de zekerheid van een reële verhaalsmogelijkheid ontberen.
DOCUMENT
Stel je voor: de beste docenten in een opleiding die studenten zelf kunnen samenstellen, een mengvorm van hbo- en wo-onderwijs gericht op een duidelijk beroepsperspectief, zou dat kunnen? Op het gebied van praktijkvervlechting en multidisicplinering zijn - ondanks praktische bezwaren - al mooie voorbeelden te vinden.
DOCUMENT
Doel van de quickscan is te achterhalen hoeverre de binnen het consortium in gebruik zijnde e-learning applicaties met QTI kunnen omgaan. Meer dan alleen een matrix (ja/nee) zal de quickscan waar mogelijk ook aangeven waarom het niet altijd lukt, of er work-arounds zijn en hoeveel inspanning deze met zich meebrengen. In het onderzoek zijn de volgende applicaties meegenomen: Respondus, QuestionMark Perception, N@tschool!, Blackboard, WebCT, Learn eXact, Testvision, TeleTOP, Lotus LearningSpace. Daarnaast zijn de functionele wensen van het project Rechten Online meegenomen in de evaluatie. Er is in twee stappen gewerkt. In de eerste stap is onderzocht welk van de genoemde applicaties een QTI import heeft (al dan niet via Respondus), applicaties die QTI importmogelijkheid hadden werden onderworpen aan een detailtest. Naast deze rapportage is ook de bij deze quickscan gebruikte testset is in zijn geheel beschikbaar.
DOCUMENT
De bacheloropleiding HBO-Rechten is in 2002 gestart, omdat in de rechtspraktijk een behoefte aan praktijkgerichte juridische professionals op hbo-niveau werd gesignaleerd. Inmiddels heeft de opleiding ruim 10.000 alumni. Het lectoraat Legal Management van de Hogeschool van Amsterdam heeft op verzoek van het landelijk opleidingsoverleg HBO-Rechten de arbeidsmarkt voor alumni in kaart gebracht. Uit het onderzoek blijkt dat een groot deel van de werkgevers inmiddels bekend is met hbo-juristen en dat alumni in een behoefte blijken te voorzien. De arbeidsmarkt is door de economische crisis en de hoge uitstroom van alumni de afgelopen jaren wel matig geweest.
DOCUMENT
De essaybundel bestaat uit 10 essays, waarin studenten vanuit verschillende invalshoeken (ze komen uit verschillende opleidingen en jaren) hebben onderzocht wat toegang tot het recht is en hoe het zich verhoudt tot verschillende maatschappelijke ontwikkelingen. Zo kwamen de volgende onderwerpen aan bod: ‘Een eerlijk proces’ door Amina Driouichi, ‘Sociaal advocatuur’ door Arthur Eveleens, ‘Toegang tot recht in samenspel met de ZSM-aanpak’ door Elianne Westra, ‘De verhouding tussen toegang tot recht en onafhankelijke cliëntenondersteuning’ door Fee Wever, ‘De rechtsongelijkheid van de verdachte ten opzichte van het Openbaar Ministerie lijkt onoverbrugbaar’ door Luka Hoogstraten, Jeugdstrafrecht door Michelle Bosch, ‘Toegang tot recht en verschillen in machtsverhoudingen’ door Meri Hakobyan, ‘Laaggeletterden en digitalisering’ door Nicole Groenewoud, ‘Co-ouderschap en de Wmo’ door Nohla Post, ‘ en De engel des doods onterecht veroordeeld’ door Veronique Verschoof. Het was een breed palet aan onderwerpen waarbij studenten zichzelf hebben ingelezen, contact met de praktijk hebben gemaakt en samen de bundel hebben gemaakt en geredigeerd.
DOCUMENT
Deze paper geeft antwoord op de vraag welke betekenis toegang tot recht heeft in wetenschappelijke literatuur, hoe dit in de wet verankerd en in beleid vorm krijgt en hoe zich dit verhoudt tot andere landen. Daartoe wordt ook beschreven welke ontwikkelingen er zijn in de manieren waarop burgers toegang tot recht in praktijk (proberen te) realiseren. Het doel is inzicht te krijgen in de betekenis van toegang tot recht en ‘de staat van’ toegang tot recht in Nederland. De paper heeft de volgende structuur. Hij vangt aan met een verkenning van wetenschappelijke literatuur over de betekenis en het belang van toegang tot recht als ideaal in een moderne rechtsstaat. Dan een beschrijving van de juridische achtergrond en de ontwikkelingen in beleid. Er lijkt grote consensus over de wenselijkheid van toegankelijkheid van het recht voor burgers in algemene zin, maar er zijn recent veel wettelijke en beleidsmatige veranderingen doorgevoerd die invloed hebben op de toegankelijkheid van het recht. Ten slotte volgen enkele kritische kanttekeningen bij ontwikkelingen die deze toegankelijkheid beperken. Er zitten risico’s aan de huidige nadruk op (juridische) zelfredzaamheid van burgers in een complexe samenleving met zoveel regeldrukte als de onze.
DOCUMENT
Wetsartikelen, verschillende indelingen in het recht, jurisprudentie en verdragen: veel studenten die de eerste stap zetten in de wereld van het recht voelen zich overdonderd door de hoeveelheid informatie die zij zich eigen moeten maken. Dit boek laat studenten stap voor stap de wereld van het recht verkennen. Daarbij wordt een levendige didactiek gehanteerd met voorbeelden die dicht bij de beleveniswereld van de student staan. De wereld van het recht stelt in elk hoofdstuk de casus van een fictieve persoon centraal. Door de vragen van deze persoon te beantwoorden, leert de student wetten, regels en hun betekenis kennen. Schema’s helpen de studenten om het overzicht te behouden. Alle belangrijke rechtsgebieden worden behandeld, waaronder het vreemdelingenrecht, het straf(proces)recht en het internationale en Europese recht.
DOCUMENT
De term rechts inde poltiek laat een positief sentiment ten aanzien van linkse onderwerpen (m.n. de sociale agenda) zien en scoort over de hele linie positief. Journalisten kiezen meer voor extra-aandacht dankzij vooropplaatsing van de term rechts* sinds de verkiezingen van 2010 dan van het begrip links*. Ten slotte denkt het publiek vaker (2,75 keer) bij links* aan politiek (slecht imago), hobby's (wereldvreemd) en kerk (sektarisch gezelschap) dan bij het rechtse gedachtegoed aan negatieve connotaties (politiek, anti-islam, egoïsme).
LINK
Dit artikel legt het belang uit van goede uitleg van kunstmatige intelligentie. Rechten van individuen zullen door ontwerpers van systemen van te voren moeten worden ingebouwd. AI wordt beschouwd als een 'sleuteltechnologie' die de wereld net zo ingrijpend gaat veranderen als de industriele revolutie. Binnen de stroming XAI wordt onderzoek gedaan naar interpretatie van werking van AI.
DOCUMENT
De overheid trekt zich terug en legt steeds meer verantwoordelijkheid bij de burger. Dat is reden tot zorg, want door bezuinigingen op bijvoorbeeld de rechtsbijstand kan de toegankelijkheid van het recht in het gedrang komen. Maar er zijn ook kansen. Voortschrijdende digitalisering stelt mensen in staat zelf oplossingen te zoeken bij juridische problemen. Dit kan meer keuzevrijheid en meer zelfstandigheid betekenen, hoewel onzekerheid over dit palet aan mogelijkheden evenzeer op de loer ligt. Een mogelijk bijeffect is dat er nog meer juridische problemen ontstaan, omdat door onzekerheid of onwetendheid kan worden besloten geen rechtszaak te starten, geen aanvraag in te dienen of niet tot actie over te gaan wanneer rechten worden geschonden. Een ding staat vast: het beroep op de eigen kracht van de burger neemt toe. Maar in hoeverre zijn burgers zelfstandig in staat gebruik te maken van het recht en hun rechtspositie te beschermen? De vraag is niet nieuw. Sinds het einde van de negentiende eeuw is hier aandacht voor. Deze aandacht verloopt in golfbewegingen en verandert in de loop der tijd van accent en betekenis. In het huidige tijdsbestek, waarin een transitie gaande is van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving is de vraag opnieuw actueel. Als mensen meer op zichzelf zijn aangewezen en zelf oplossingen moeten zoeken voor hun juridische problemen, hoe zet je hen dan in hun kracht? De vraag wat legal empowerment kan betekenen voor de toegankelijkheid van het recht in de Nederlandse participatiesamenleving staat hier centraal. In het eerste hoofdstuk worden de belangrijkste ontwikkelingen in de literatuur over de toegankelijkheid van het recht beschreven. De nadruk ligt hierbij op gebruikers van het recht en het daadwerkelijk kunnen gebruiken van het recht. Dit kader helpt om het concept legal empowerment te kunnen plaatsen. Vervolgens wordt in het tweede hoofdstuk een analyse gemaakt van de achtergrond, de kenmerken en de toepassing van legal empowerment om het begrip beter te kunnen duiden. De lessen die we hieruit kunnen trekken, worden in het laatste hoofdstuk toegepast op de situatie in Nederland, met name op thema’s als de terugtredende overheid, decentralisatie, digitalisering en juridische dienstverlening.
DOCUMENT