Aanvankelijk begonnen als een economisch samenwerkingsverband, krijgt de Europese Unie ook steeds meer een politieke identiteit: de monetaire unie (EMU) wordt aangevuld door een politieke (EPU). Mede genoodzaakt door de uitbreiding van 15 naar 27 lidstaten zoekt de Europese Unie naar een manier om krachtiger en efficiënter te functioneren. Dit moet dan vastgelegd worden in een door alle lidstaten geaccepteerde en onderschreven Europese Grondwet.
DOCUMENT
'Europa, wie wil daar nu over weten? Dat is toch een saai verhaal!' - een uitspraak van een deelnemer aan het Europa-debat op 5 oktober 2005 in de Haagsche Kluis, die meteen een reactie bij me oproept. Wat is er aan de hand met Nederland, vraag ik me af. Eerst een 'nee' tegen de Europese Grondwet, dan een afwijzen van een breed nationaal debat over Europa 'omdat dit toch niemand interesseert'. Vervolgens allerlei opmerkingen op straat, op de werkvloer, op televisie, artikelen in kranten en tijdschriften - ze getuigen telkens opnieuw van een Europa in crisis, 'ontzield', niets dan een geldzuiger en een product van enkele politici en anderen die er profijt van hebben.
DOCUMENT
De auteurs van deze bijdrage nemen de rol aan van leden van de Tweede Kamer van de Staten Generaal. Als zodanig stellen zij voor de Grondwet te veranderen door de vrijheid van meningsuiting uit te breiden tot de vrijheid van communicatie. Deze vrijheid betreft niet alleen het openbaren van meningen en informatie maar ook het kennisnemen daarvan. Daarnaast komen aan de orde de neutraliteit van het internet en de klokkenluidersbescherming. Deze bijdrage is geschreven in het kader van de GrondwetStrijd van het Nationaal Comité 200 jaar Koninkrijk en de Academie voor Wetgeving.
DOCUMENT
Het wordt steeds belangrijker om wetgeving aan de grondwet te kunnen toetsen, maar een consitutioneel hof is daarvoor te omslachtig, schrijft Bart Wernaart.
LINK
Nederland is het enige land in Europa waar nieuwe wetten niet door de rechter aan de Grondwet worden getoetst. Om misstanden zoals het Toeslagenschandaal te voorkomen wil NSC, de partij van Pieter Omtzigt, dat Nederland een constitutioneel hof krijgt. Is dat een goed idee?
LINK
Ieder mens heeft grondrechten die zijn vastgelegd in de grondwet van zijn of haar land en in internationale verdragen. Bekend zijn de rechten op vrije meningsuiting, godsdienst en vereniging en vergadering. Er is een belangrijk, algemeen grondrecht, dat helaas minder bekend is dan de klassieke vrijheden: ieder heeft eigenlijk recht op goed bestuur.
DOCUMENT
Dat er in brede kring in Nederland een grote Euroscepsis bestaat, is wel duidelijk. De publieke opinie wil na het referendum van 2005 eigenlijk even niets weten van Europa, hoewel de voor- én tegenstanders van de Europese Grondwet in koor hebben geroepen, dat zij vóór Europa waren. De regering heeft zich vervolgens in de EU-contributiestrijd geworpen, en daar een grote overwinning geboekt.
DOCUMENT
De Europese verkiezingen zullen 4 juni 2009 gehouden worden. Nederlanders moeten hun stem uitbrengen om aan te geven wat voor een Europa men graag wil zien. Veel transparanter, duurzamer, democratischer. De voorlopers van de EU namelijk de EGKS en de EEG hebben economisch gezien veel voordelen opgeleverd. Na het Nederlandse Nee op de nieuwe grondwet heeft het kabinet wel ingestemd met de aangepaste versie zonder een referendum te houden.
DOCUMENT
In dit, inmiddels zeer populaire, boek geeft Middelkoop ons een inkijkje in het internationale financiële stelsel en met name de rol van de VS. Zeer omstreden is de rol van de FED daarbij. De FED worden in de volksmond de Centrale Banken van de VS genoemd, maar zijn feitelijk een groepje van particuliere banken. In de grondwet staat echter dat de geldschepping een overheidstaak is. Middelkoop laat ook zien hoe er met inflatiecijfers gemanipuleerd wordt. Een must voor een ieder die geinteresseerd is in internationale en monetaire economie
DOCUMENT
From the traditional and pragmatic perspective on European cooperation shared by the Dutch political establishment, the French initiative for the Conference on the Future of Europe (CoFoE) was initially met with scepticism. Yet, during the experiment, the Dutch government and parliament translated their initial reluctance into assertive involvement. Rapporteurs from the bicameral parliament of the Netherlands became actively involved in CoFoE. They used it as an opportunity structure to pursue their political interests, which came down to watering down too-ambitious text proposals and stressing that the active participation of the citizens should be taken seriously. This chapter shows how both Houses used a wide range of parliamentary instruments – rapporteurs, delegations, plenary debates, committee hearings, questions, and a parliamentary citizens’ consultation – to debate, scrutinise and influence the CoFoE. Representatives and staff actively engaged in inter-parliamentary information exchange. In preparation for the plenaries, a sense of ‘esprit de corps’ developed between Dutch government representatives, members of parliament (MPs), Members of the European Parliament (MEPs), and supporting staff. This resulted in a remarkably coherent all-Dutch positioning up until the closure of the Conference and shared disappointment on the lack of a follow-up.
MULTIFILE