Iedereen is gelijk volgens onze grondwet, maar dat blijkt in de praktijk toch anders te liggen. Mensen met een verstandelijke beperking leven namelijk vaak in sociaal isolement en krijgen ook vaker te maken met discriminatie, stigmatisering en geweld, blijkt uit onderzoek. Anja Zimmermann, docent-onderzoeker bij de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN), wil daarin verandering brengen. Sterker nog: ze doet promotieonderzoek naar de vraag hoe kunstgroepen kunnen bijdragen aan meer sociale rechtvaardigheid voor mensen met een verstandelijke beperking. Ze vertelt erover in dit artikel.
Wat je leest in dit artikel
Hoe krijgen mensen met een verstandelijke beperking een gelijkwaardigere positie in de maatschappij? Uit onderzoek blijkt dat ze vaak in sociaal isolement leven en te maken krijgen met discriminatie en uitsluiting. Art-based communities kunnen hierin het verschil maken. Anja Zimmermann belicht haar promotieonderzoek over de vraag hoe artistieke gemeenschappen en kunst in het bijzonder kunnen bijdragen aan een sociaal rechtvaardiger leven voor mensen met een verstandelijke beperking.
Over het onderzoek
In 2021 startte Anja Zimmermann met haar promotieonderzoek aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Het gaat over de vraag hoe art-based communities mogelijk kunnen bijdragen aan meer sociale rechtvaardigheid voor mensen met een verstandelijke beperking.
Anja Zimmermann is docent beeldende therapie en docent-onderzoeker bij het HAN-lectoraat ‘Ethiek van verbinding met mensen met een verstandelijke beperking’. Met het onderzoek Social Justice for People with Intellectual Disabilities through Art-Based Communities, promoveert ze aan de Universiteit van Humanistiek in Utrecht.
Zimmermann vertelt erover: “Naar mensen met een verstandelijke beperking wordt vaak door een medische lens gekeken: iemand die afwijkt van een bepaalde gestelde norm heeft zorg nodig. Dit onderzoek kijkt door een sociale lens: het ziet een beperking als een andere menselijke ervaring van leven, niet zozeer als een afwijking. Ik vroeg me af: in hoeverre bepaalt de samenleving menselijke beperkingen, wie bepaalt de norm? Als we die norm anders vormgeven, geeft dat ruimte voor een meer gelijkwaardige en inclusieve samenleving voor iedereen.”
Het onderzoek vereiste eerst een theoretische basis. Dat was een uitdaging. Er moesten bijvoorbeeld definities worden gevormd voor de begrippen ‘art-based community’ en ‘sociale rechtvaardigheid’. Dat bleek nog niet zo simpel. Uiteindelijk werden na literatuuronderzoek 33 artikelen geselecteerd als basis voor de definitie van ‘art-based community’. Die bleken allemaal op vijf manieren gerelateerd te zijn aan ‘sociale rechtvaardigheid’.
Art-based communities relateren zich aan verschillende concepten ter bevordering van sociale rechtvaardigheid, namelijk via:
• sociale inclusie: iedereen hoort erbij;
• empowerment: mensen worden ondersteund om voor zichzelf op te komen;
• stigmavermindering door bewustwording;
• stimuleren van sociale verandering door mensen met elkaar te verbinden;
• gericht op talenten, vaardigheden en werk voor een betere sociaal-economische positie.
Zimmermann legt uit: “Art-based communities verschillen sterk van elkaar. Elke gemeenschap is anders, want die past zich aan naar behoeftes. Een voorbeeld is de art-based community die we zelf opgericht hebben op de HAN. Hierin komen mensen met een verstandelijke beperking, studenten beeldende therapie en social work, onderzoekers én mensen uit het werkveld tweewekelijks bij elkaar om samen beeldende onderwerpen in relatie tot sociale rechtvaardigheid vorm te geven. Ieders perspectief wordt daar gehoord en gezien.’’
Ook het begrip ‘sociale rechtvaardigheid’ bleek niet zo eenduidig. “Je kunt dat heel theoretisch benaderen door te kijken naar wetten en verdragen. Maar in de praktijk blijkt dat toch ingewikkelder en bovendien erg contextgebonden”, weet Zimmermann.
Ze vervolgt: “Wat sociaal rechtvaardig is, verandert continu. Dat heeft te maken met veranderende normen en waarden. Honderd jaar geleden werd er anders naar mensen met een beperking gekeken, vanuit andere wetten die toen als rechtvaardig werden beschouwd. Denk bijvoorbeeld aan de slachtoffers in de zorg tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zo zie je dat normen en waarden erg fluctueren. Je kunt je dan afvragen: welke normen en waarden hebben wij nu en hoe zijn deze ontstaan? Wie bepaalt wat normaal is?’’
Veel aspecten van onze samenleving zijn gebaseerd op een gemiddelde; op het overgrote deel daarvan. Dat bepaalt wat abnormaal is en wanneer je afwijkt van die vastgestelde norm. Mensen met een verstandelijke beperking vallen nog te vaak daarbuiten. Ze worden in zekere zin ook te vaak nog fysiek afgesloten van de reguliere samenleving, bijvoorbeeld door speciale scholen en zorgcentra. Door die instituten ontstaat tot op bepaalde hoogte juist meer verdeeldheid.
Zimmermann: “Je ziet nu dat het theoretisch en juridisch wel goed geregeld is; denk aan het VN-verdrag Handicap uit 2006. Maar in de praktijk krijgen mensen met een verstandelijke beperking toch veelal te maken met discriminatie en uitsluiting; denk bijvoorbeeld aan mogelijkheden voor werk en educatie.
‘’Dat komt in eerste instantie niet door hun beperking, maar door de wijze waarop er naar mensen met een verstandelijke beperking gekeken wordt. We leggen de oorzaak vaak bij het individu, maar de manier waarop we onze samenleving hebben vormgegeven, speelt daarin een belangrijke rol. Hoe toegankelijk is onderwijs als je andere behoeftes hebt om te kunnen leren? En hoe wordt je werk gewaardeerd als je een ander tempo hebt dan de gemiddelde werknemer?”
Kunst blijkt verbindend te zijn, kan een ander perspectief bieden, en is dus een geschikt medium om meer gelijkwaardigheid te bewerkstelligen. Kunst biedt namelijk een dialoog waarin elk individu diens eigen zijn kan vormgeven. Dat is bijzonder waardevol voor veel mensen.
Zimmermann: “Tijdens het maken van kunst stap je af van de verbale taal en creëer je iets nieuws, iets gelijkwaardigs. Je bent samen bezig; met elkaar of naast anderen. Iedereen kan kunst maken en niemand weet van tevoren wat het precies wordt. Kunstenaar Joseph Beuys zei: ‘Iedereen is een kunstenaar.’ Hij bedoelde daarmee dat we samen, als mensen, steeds weer de wereld vormgeven. In deze levensvisie kan ik me goed vinden.’’
Anja Zimmermann werkte zelf meer dan twintig jaar als beeldend therapeut en ziet een veelbelovende rol voor dit beroep, ook als het gaat om het vormgeven van een sociaal rechtvaardigere positie voor mensen met een verstandelijke beperking.
Zimmermann besluit: “Theoretisch en juridisch vinden er belangrijke ontwikkelingen plaats om sociale rechtvaardigheid voor mensen met een verstandelijke beperking te bevorderen. In de praktijk is de ervaring helaas nog anders. Ze worden nog vaak buitengesloten, wellicht omdat ze een andere taal spreken dan wij gewend zijn. Door elkaar anders te horen, én te verstaan, kunnen we een gelijkwaardigere samenleving creëren voor iedereen. Wij moeten met z’n allen proberen om dat mogelijk te maken. Beeldend therapeuten en art-based communities kunnen mogelijk een brug vormen hierin.’’
Meer weten over het onderzoek? Bekijk hier de projectpagina.