Mensen in een lage sociaaleconomische positie geven de voorkeur aan ondernemend sport- en beweegaanbod ten opzichte van verenigingsaanbod. Uit interviews met sleutelfiguren en in straatinterviews met wijkbewoners blijkt dat er verschillende redenen zijn om voor dit ondernemende aanbod te kiezen, zoals flexibiliteit in tijd en intensiteit, beweegschaamte, gemak en toegankelijkheid. Het onderzoek biedt ook inzichten over het verschil tussen commerciële en sociale ondernemende aanbieders, de invloed van taal en aandacht voor mensen in de meest kwetsbare positie. Het onderzoek biedt inzichten voor beleidsmakers en sportaanbieders om hun aanbod toegankelijk te maken voor mensen in een lage sep. Het verkennende kwalitatieve onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Kenniscentrum Sport en Bewegen en is uitgevoerd in de aandachtswijken Poelenburg in Zaanstad en in Haarlem-oost.
MULTIFILE
In de voorliggende studie schetsen we aan de hand van zowel kwantitatieve als kwalitatieve data een beeld van de positie waarin kinderen van arbeidsmigranten in Nederland opgroeien. Het is bijna twintig jaar geleden dat op 1 mei 2004 Polen toetrad tot de Europese Unie, later gevolgd door onder meer Bulgarije en Roemenië (beiden in 2007). Als gevolg hiervan kwam de arbeidsmigratie vanuit Midden-en Oost-Europa op gang. Op hetzelfde moment ontstonden ook zorgen over de positie van deze migranten in de Nederlandse samenleving, met name over de huisvesting, arbeidsmarktpositie en leefomstandigheden van arbeidsmigranten. Inmiddels zijn hierover al vele studies verschenen. Maar vooralsnog is de positie van de kinderen van arbeidsmigranten onderbelicht. Directe aanleiding voor dit onderzoek is de motie (29861) Smeulders en Bruins waarin opgeroepen werd om nader onderzoek te doen naar de positie van de kinderen van arbeidsmigranten. Een van de redenen hiervoor was dat onder andere uit de rapporten van het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten naar voren is gekomen dat een deel van de arbeidsmigranten kinderen heeft die in een kwetsbare situatie zitten. De achterliggende problematiek zou echter nog weinig in beeld zijn. Met dit onderzoek doen we een eerste aanzet om daar verandering in de brengen.
DOCUMENT
Hoofdstuk 5 in Moresprudentie in de praktijk. Wanneer ouders gaan scheiden, komen kinderen vaak in de knel. De sociale professionals die in dit soort situaties ondersteuning bieden raken verstrikt in een kluwen van belangen. Het risico is groot, dat zij in hun zorg om het belang van het kind, positie kiezen tegenover de ouder. Edith Raap laat in dit hoofdstuk zien dat het ook anders kan en wat dit betekent voor de ethische positie van de hulpverlener zelf.
DOCUMENT
Verslag van een onderzoek naar de positie van de melkveehouderij op het Kampereiland. Dit rapport heeft als doel om bij te dragen aan het voortgaande gesprek tussen verpachter en pachters over de visie op de ontwikkeling van het gebied.
DOCUMENT
Deze studie onderzoekt de positie van het vmbo binnen het Nederlandse onderwijsstelsel en dient als startdossier bij het advies "Herkenbaar vmbo met sterk vakmanschap" van de Onderwijsraad.
DOCUMENT
Nederland telt ongeveer 10.000 fysiotherapiepraktijken. Deze praktijken zijn (kleine) ondernemingen met als doel patiënten te ondersteunen bij hun bewegend functioneren. Ze doen dat in een continu veranderende markt waarbij ze veel verschillende belanghebbenden moeten bedienen. Praktijkhouders worden uitgedaagd om hun praktijk onderscheidend neer te zetten. Daarvoor is de MOVE-IT Toolkit een hulpmiddel, ontwikkeld voor en door fysiotherapeuten, om een keuze te kunnen maken voor een onderscheidende positionering in de eigen wijk op basis van identiteit, doelgroep, concurrentie en imago
DOCUMENT
Paper voor ORD 2014 In deze reviewstudie wordt de positie van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) geanalyseerd als deel van het onderwijsbestel zowel in relatie tot de eerste fase voortgezet onderwijs als in relatie tot de beroepsonderwijskolom. De dualiteit van het vmbo wordt beschouwd ten aanzien van ontwikkelingen in maatschappelijke doelen, keuze- en selectieprocessen, inrichtingskenmerken en deelnamepatronen. Er wordt een historisch perspectief gehanteerd, niet zozeer voor een descriptief overzicht maar om inzicht te krijgen in de ontwikkelingen. Aanvullend vindt een internationale vergelijking plaats met enkele onderwijsstelsels die dezelfde of juist andere kenmerken hebben. Is de meervoudige positie van het vmbo al dan niet herkenbaar in andere stelsels, welke horizontale en verticale verbindingen zijn elders aanwezig, hoe zijn deelnameontwikkelingen vervolgens te begrijpen?
DOCUMENT
Social return on investment & positie MKB. Welke condities vergroten voor het MKB de kans op gunning van (semi-)overheidsopdrachten met een social return doelstelling?
DOCUMENT
Het boek ontwikkelt in discussie met de sociologische traditie en met behulp van de ideaaltypische methode een integraal model van professionaliteit waarin de waardevolle kern, de innerlijke samenhang en de contextuele positionering centraal staan. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de identiteit en de positie van professionals. Het model is geschikt als referentiekader voor reflectie op professioneel functioneren en voor onderzoek van professionele praktijken. Het boek is tegelijk goed toegankelijk en goed onderbouwd, en daarmee zowel interessant voor praktijkgerichte professionals als voor sociale wetenschappers.
LINK
In deze publicatie gaat het veel en vaak om beweegzorg, uitgevoerd door beweegzorgprofessionals, als onderdeel van zowel het zorgaanbod als het beweegaanbod in de wijk. Met beweegzorg wordt de paramedische zorg bedoeld voor mensen die problemen ervaren in hun bewegend functioneren. Beweegzorg wordt uitgevoerd door beweegzorgprofessionals. Dit zijn fysiotherapeuten en/of oefentherapeuten Cesar/Mensendieck. Overal waar fysiotherapeut of fysiotherapiepraktijk staat wordt óók bedoeld oefentherapeut en oefentherapiepraktijk Zij vervullen een rol in het zorg- en beweegaanbod in de wijk. Het zorgaanbod is het geheel aan (eerstelijns) medische en paramedische zorg in de wijk. Het beweegaanbod bestaat uit alle sport- en beweegactiviteiten die in de wijk georganiseerd worden gericht op het welzijn van de burger. In de wijk worden zorg- en welzijnvoorzieningen meer en dichtbij de burger aangeboden. Het onderscheid tussen zorg en welzijn (ook: leefstijl en bewegen) vervaagt. Namelijk, verschillende branches bieden zorg en ondersteuning in de wijk aan. Er is sprake van branchevervaging. Leeswijzer: Dit is de eerste publicatie van MOVES, over de (gewenste) positionering van de fysiotherapeut in de wijk. Op basis van onderzoeksresultaten – literatuurstudie en veldwerk – wordt het net opgehaald van waar de fysiotherapeut staat: wat is het vertrekpunt, wat verandert er de komende jaren, welke uitdagingen zijn er in de wijk als het gaat om stakeholders, imago en samenwerking?
LINK