In dit artikel worden resultaten gepresenteerd van een survey en interviews met leerkrachten (al dan niet betrokken bij de Verlengde Schooldag) en vrijetijdsprofessionals. Uit de data blijkt dat de samenwerking tussen beide groepen niet belemmerd wordt door fundamentele verschillen in opvattingen over het relativiteitsgehalte van kennis (wat je op school leert is absoluut waar versus wat je op school leert vertegenwoordigt een uit meerdere visies). Beide groepen onderscheiden verschillende soorten kennis. Wel zijn er verschillen in visie op de brede vormingstaak van de school. Leerkrchten hebben hierover een positiever standpunt dan vrijetijdspedagogen. Onder hen leeft het besef dat de school een bredere vorming dient te bieden dan alleen een cognitieve. In het kader van beoogde samenwerking tussen beide groepen is het een relevante vraag waarom dit besef bij vrijetijdspedagogen in het onderzoek minder naar voren komt.
DOCUMENT
Brede scholen zijn ontwikkeld om optimale opgroeimogelijkheden te creëren voor kinderen. In dit rapport staat de praktijk van de Utrechtse brede scholen centraal en de wisselwerking tussen praktijk en beleid. We analyseerden de jaarplannen van elf Utrechtse brede scholen, interviewden de bredeschoolcoördinatoren over de vertaling van de jaarplannen naar de praktijk en hielden per brede school een focusgroepgesprek met een gevarieerde groep betrokken professionals over ambities en resultaten. Het doel van het rapport is inzicht te geven in de pedagogische ambities en resultaten van de Utrechtse brede scholen. Ook geven we inzicht in de processen die de implementatie en evaluatie van de ambities bewerkstellingen dan wel belemmeren. Met dit rapport hopen we de Utrechtse bredeschoolprofessionals te inspireren en aanknopingspunten te bieden voor de verdere ontwikkeling van de Utrechtse brede scholen.
DOCUMENT
Lectorale rede van Dave van Kann gehouden ter gelegenheid van zijn inauguratie als lector ‘Leren Bewegen in en rondom de School’ bij Lectoraat Move to Be van Fontys Sporthogeschool. Dave geeft in zijn rede aan op welke directe thematische focus hij zich in het bijzonder zal gaan richten in zijn lectorschap (de themalijnen Leren Bewegen en Beweegvriendelijke Omgeving). In lijn met de lectoraatsprojecten en -ambities geeft Dave zijn zienswijze op de thematiek ‘Leren Bewegen in en rondom de School’ weer en houd hij een pleidooi om in gezamenlijkheid met alle betrokkenen de komende jaren te werken aan een actieve generatie waarin bewegen meer vanzelfsprekend is en voor iedereen mogelijk.
DOCUMENT
De stad Rotterdam heeft de laatste jaren positieve ontwikkelingen doorgemaakt. Gelijke kansen en mogelijkheden voor iedere Rotterdammer blijft een grote opgave. De kwaliteit van onderwijs is essentieel om Rotterdams talent optimaal te ontwikkelen. De Kenniswerkplaats Rotterdams Talent draagt al sinds 2011 bij aan kennisontwikkeling en kennisuitwisseling op het gebied van onderwijsbeleid en de praktijk van het onderwijs in Rotterdam. Gevraagd en ongevraagd werken we met kennis- en onderwijsinstellingen aan een beter onderwijs in Rotterdam. Met dit manifest biedt de Kenniswerkplaats Rotterdams Talent het nieuwe college en onderwijsbesturen specifieke aanbevelingen voor robuust en passend Rotterdams onderwijs.
LINK
De stad Rotterdam heeft de laatste jaren positieve ontwikkelingen doorgemaakt. Gelijke kansen en mogelijkheden voor iedere Rotterdammer blijft een grote opgave. De kwaliteit van onderwijs is essentieel om Rotterdams talent optimaal te ontwikkelen. De Kenniswerkplaats Rotterdams Talent draagt al sinds 2011 bij aan kennisontwikkeling en kennisuitwisseling op het gebied van onderwijsbeleid en de praktijk van het onderwijs in Rotterdam. Gevraagd en ongevraagd werken we met kennis- en onderwijsinstellingen aan een beter onderwijs in Rotterdam. Met dit manifest biedt de Kenniswerkplaats Rotterdams Talent het nieuwe college en onderwijsbesturen specifieke aanbevelingen voor robuust en passend Rotterdams onderwijs.
LINK
De stad Rotterdam heeft de laatste jaren positieve ontwikkelingen doorgemaakt. Gelijke kansen en mogelijkheden voor iedere Rotterdammer blijft een grote opgave. De kwaliteit van onderwijs is essentieel om Rotterdams talent optimaal te ontwikkelen. De Kenniswerkplaats Rotterdams Talent draagt al sinds 2011 bij aan kennisontwikkeling en kennisuitwisseling op het gebied van onderwijsbeleid en de praktijk van het onderwijs in Rotterdam. Gevraagd en ongevraagd werken we met kennis- en onderwijsinstellingen aan een beter onderwijs in Rotterdam. Met dit manifest biedt de Kenniswerkplaats Rotterdams Talent het nieuwe college en onderwijsbesturen specifieke aanbevelingen voor robuust en passend Rotterdams onderwijs.
LINK
Moet ons leesonderwijs ons zorgen maken? Er is sprake van een dalende trend in gemiddelde leesvaardigheid van onze leerlingen. Het percentage laaggeletterden in Nederland daalt niet: ruim 14 procent van de vijftien jarigen is onvoldoende leesvaardig om het onderwijs op de middelbare school goed te kunnen volgen. Op het gebied van leesmotivatie vallen de scores van onze leerlingen in internationale context negatief op. Onze kinderen hebben dus in toenemende mate moeite met lezen en vinden lezen ook niet leuk. En dat terwijl we allemaal weten dat je alleen maar goed leert lezen door veel te lezen. En veel lezen doe je alleen maar wanneer je gemotiveerd bent om een boek te pakken. In ons onderwijs is er echter nauwelijks aandacht voor de rol van motivatie bij het leren lezen. In plaats daarvan wordt heel veel aandacht geschonken aan de technische aspecten van het leren lezen. Ook kan geconstateerd worden dat veel activiteiten uit de beschikbare methodes niet bijdragen aan het leesproces zelf. In veel methodes voor aanvankelijk lezen zijn in de werkboekjes veel taken opgenomen die niet leiden tot het leren lezen. Ze kosten wel leertijd en kinderen komen dan pas later dan strikt noodzakelijk is toe aan de motiverende ervaring van het echte lezen in boekjes. In de voortgezet leesmethodes gaat veel aandacht uit naar het lezen van losse woordrijtjes. Dit gaat ten koste van waar het bij vloeiend lezen om gaat: het lezen van tekst. Zwakke lezers komen hier nauwelijks aan toe. In het LIST-project is een andere koers ingeslagen door te werken vanuit het betrokkenheidperspectief van het lezen. Bij het voorbereidend en aanvankelijk lezen wordt gezorgd voor dagelijks terugkerende instructieblokken waarin van begin af aan aandacht is voor een scala aan activiteiten die betrekking hebben op lezen én schrijven in een functionele context. Bij aanvankelijk lezen wordt gewerkt met een programma waarin naast instructie van letters en leeshandeling, van het begin af aan functionele en motiverende lees- en schrijfactiviteiten onderdeel uitmaken. Uit de methode wordt alleen gebruikt wat ten dienste staat van het leren lezen. Vloeiend lezen wordt in het project bereikt door de leerlingen veel leeftijdsadequate boeken te laten lezen. Er wordt dus geen methode gebruikt. Deze boeken worden door de kinderen zelf gekozen. Leerkrachten ondersteunen de kinderen bij dit keuzeproces en bij het ontwikkelen van de eigen leesvoorkeur. Het resultaat is, dat aan het eind van de basisschool minder dan 1 procent van de kinderen met een onvoldoende leesniveau de school verlaat.
DOCUMENT
Dit rapport gaat over betrokkenheid van migrantenouders bij de school van hun kinderen en hoe zij aankijken tegen de verhouding tussen school en thuis inzake allerlei opvoedkwesties. Door middel van literatuurstudie, gesprekken met leiding, docenten en ouders van een havo/vwo-school in Amsterdam Nieuw West is beschreven hoe ouderbetrokkenheid vorm krijgt. Aan de orde komen positieve ervaringen, belemmeringen en verbeterwensen inzake partnerschap tussen ouders en school in de opvoeding van en het onderwijs voor jongeren. En welke rol preventieve opvoedsteun daarin kan vervullen.
LINK
Verslag van een onderzoek naar de omgang van leerkrachten met potentieel problematische kinderen in een multiculturele basisschool, met oog voor het contact tussen kinderen en leerkrachten. Betsy Hijlkema schetst een portret uit het dagelijks leven van twee leerkrachten. Dit onderzoek beoogt een beeld te geven van de competenties die leerkrachten in een etnisch heterogene school nodig hebben om de risicos die kinderen lopen op gedragsproblemen te vermijden. De resultaten zijn bedoeld als input voor opleiders en hun studenten in de lerarenopleiding en professionalisering.
DOCUMENT
In deze adviestekst heeft het Algemeen Secretariaat van de Taalunie de uitdagingen in kaart gebracht die gepaard gaan met de doorstroom van nieuwkomersleerlingen naar het vervolgonderwijs. Er worden zes aanbevelingen gedaan voor een kwalitatieve doorstroom en verdere begeleiding van nieuwkomersleerlingen. De tekst kwam tot stand in samenwerking met een groep van Vlaamse en Nederlandse experts en werd gevoed door ervaringen uit diverse schoolbezoeken en interviews in Nederland en Vlaanderen.
DOCUMENT