In dit artikel worden resultaten gepresenteerd van een survey en interviews met leerkrachten (al dan niet betrokken bij de Verlengde Schooldag) en vrijetijdsprofessionals. Uit de data blijkt dat de samenwerking tussen beide groepen niet belemmerd wordt door fundamentele verschillen in opvattingen over het relativiteitsgehalte van kennis (wat je op school leert is absoluut waar versus wat je op school leert vertegenwoordigt een uit meerdere visies). Beide groepen onderscheiden verschillende soorten kennis. Wel zijn er verschillen in visie op de brede vormingstaak van de school. Leerkrchten hebben hierover een positiever standpunt dan vrijetijdspedagogen. Onder hen leeft het besef dat de school een bredere vorming dient te bieden dan alleen een cognitieve. In het kader van beoogde samenwerking tussen beide groepen is het een relevante vraag waarom dit besef bij vrijetijdspedagogen in het onderzoek minder naar voren komt.
DOCUMENT
Veel jongeren wijzen school aan als grootste stressbron in hun leven. Een deel van de jongeren ervaart zelfs zoveel stress dat ze tijdelijk of langdurig niet naar school gaan. Binnen het project Mentaal Kapitaal slaan jongeren, ouders en professionals uit Nederland de handen ineen voor een school zonder ongezonde stress. Dit artikel geeft een overzicht van de bevindingen uit een focusgroepstudie waarin de volgende vraag centraal stond: wat zijn succesfactoren, knelpunten én oplossingsrichtingen in (de samenwerking in) de ondersteuning bij schoolgerelateerde problemen zoals schoolstress en schoolverzuim? Voor medewerkers van de Hogeschool Utrecht is dit artikel in te zien via de bibliotheek.
LINK
Kinderen besteden veel tijd op school. Scholen hebben veel te maken met echtscheidingssituaties. Van gemiddeld 1/3 van de leerlingen zijn de ouders gescheiden of verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. Scholen zijn dùs belangrijk voor kinderen met scheidende of gescheiden ouders. Kinderen in een echtscheidingssituatie voelen zich vaak tussen twee vuren. Zij komen in situaties waarin ze voor hun gevoel moeten kiezen tussen vader en moeder. Maar kinderen hebben juist behoefte aan en hebben zelfs recht op een relatie met zowel hun vader als hun moeder. Scholen zouden een grotere bijdrage moeten en kunnen leveren aan de sociale vorming van hun leerlingen, zoals in juli 2005 de Onderwijsraad adviseerde aan de Minister van Onderwijs. De leerkracht kàn in echtscheidingssituaties een belangrijke vormende invloed hebben. De achterliggende gedachte van de leerkracht moet daarbij zijn dat het nooit goed is als een leerling moet kiezen tussen zijn of haar vader en moeder. Deze zienswijze heeft verstrekkende consequenties voor de manier waarop je als leerkracht een relatie opbouwt met gescheiden ouders, hoe je informatie verstrekt, hoe je luistert etc., maar ook voor het beleid van de school in bredere zin. Dit artikel gaat over de bijdrage die school kan hebben, hoe zij pro-actief problemen kan helpen voorkomen en haar visie kan uitdragen. In dit artikel wordt aan de hand van een voorbeeld, Jeroen, aangegeven welke belangrijke beslismomenten er zijn, met welke factoren de school dan rekening kan houden en welke aanpak een school kan kiezen. Kinderen besteden veel tijd op school. Scholen hebben veel te maken met echtscheidingssituaties. Van gemiddeld 1/3 van de leerlingen zijn de ouders gescheiden of verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. Scholen zijn dùs belangrijk voor kinderen met scheidende of gescheiden ouders. Kinderen in een echtscheidingssituatie voelen zich vaak tussen twee vuren. Zij komen in situaties waarin ze voor hun gevoel moeten kiezen tussen vader en moeder. Maar kinderen hebben juist behoefte aan en hebben zelfs recht op een relatie met zowel hun vader als hun moeder. Scholen zouden een grotere bijdrage moeten en kunnen leveren aan de sociale vorming van hun leerlingen, zoals in juli 2005 de Onderwijsraad adviseerde aan de Minister van Onderwijs. De leerkracht kàn in echtscheidingssituaties een belangrijke vormende invloed hebben. De achterliggende gedachte van de leerkracht moet daarbij zijn dat het nooit goed is als een leerling moet kiezen tussen zijn of haar vader en moeder. Deze zienswijze heeft verstrekkende consequenties voor de manier waarop je als leerkracht een relatie opbouwt met gescheiden ouders, hoe je informatie verstrekt, hoe je luistert etc., maar ook voor het beleid van de school in bredere zin. Dit artikel gaat over de bijdrage die school kan hebben, hoe zij pro-actief problemen kan helpen voorkomen en haar visie kan uitdragen. In dit artikel wordt aan de hand van een voorbeeld, Jeroen, aangegeven welke belangrijke beslismomenten er zijn, met welke factoren de school dan rekening kan houden en welke aanpak een school kan kiezen.
DOCUMENT
Leerlingbegeleiding wordt veelal omschreven als het geheel van activiteiten binnen de school, dat erop gericht is leerlingen optimaal van het onderwijs te laten profiteren. Hoewel leerlingbegeleiding gerelateerd is aan discussies over de pedagogische functie van de school (waarom en hoe onderwijzen en begeleiden we leerlingen?), wordt zij momenteel toch vooral omschreven in organisatorische termen (wie doet wat wanneer?). Vanuit het idee om meer preventief te werken wordt veelal gesproken over integratie van het onderwijssysteem en het begeleidingssysteem: geontegreerde leerlingbegeleiding of tegenwoordig ook integrale leerlingbegeleiding. In dit artikel wordt dit integratie-begrip verwarrend genoemd, zeker wanneer gesteld wordt dat onderwijs en begeleiding hetzelfde zijn. Wij spreken liever van begeleidend onderwijs als overkoepelend doel voor zowel de leerlingbegeleiding als het onderwijs in de klas. Voorgesteld wordt leerlingbegeleiding te blijven benoemen als aparte discipline in de school, maar de functie en taak daarvan te herdefinikren Het zou moeten gaan om ontwikkelingsgerichte leerlingbegeleiding, primair gericht op de ondersteuning van docenten bij het realiseren van begeleidend handelen in de klas. Begeleidend onderwijs (1) is gericht op de ontwikkeling van de sociale, persoonlijke in intellectuele vorming van alle leerlingen, (2) waardeert individuele verschillen en stimuleert de zelfverantwoordelijkheid van leerlingen en (3) vindt plaats in een schoolklimaat dat de behoeften van alle leerlingen respecteert. In dit artikel wordt aangegeven hoe ontwikkelingsgerichte leerlingbegeleiding daaraan kan bijdragen.
DOCUMENT
Slechthorende en dove leerlingen op scholen voor slechthorende leerlingen en leerlingen met taalontwikkelingsstoornissen (TOS) vormen een minderheidsgroep op school en dat brengt risico’s met zich mee. Zo is hun toegang tot het gesproken Nederlands, de voertaal in de klassen, niet altijd optimaal. En het gesproken Nederlands wordt niet altijd consequent met gebaren ondersteund, aangezien niet elke leerkracht op deze scholen gebaarvaardig is. In dit artikel wordt verslag gedaan van het Kentalis project ‘NGT als T2 op school’ waarin slechthorende en dove leerlingen op Kentalis Rotsoord SO twintig lessen NGT als tweede taal (T2) kregen aangeboden van een dove docent, een native signer. Het doel van deze lessen was tweeledig: het aanleren van NGT-vaardigheden en een bijdrage leveren aan de identiteitsontwikkeling van de leerlingen.
DOCUMENT
In het Nederlandse debat rond vorming en onderwijs bestaat onduidelijkheid over de betekenis van het woord persoonsvorming. Dit belemmert de discussie over normatieve en empirische vraagstukken rond persoonsvorming. Een conceptuele analyse is uitgevoerd om de regels voor het gebruik van het woord persoonsvorming te verhelderen. Zowel het concept ‘vorming’ als het concept ‘persoon’ is generiek en differentiërend geanalyseerd. Dit heeft geleid tot een generieke beschrijving van persoonsvorming als ‘blijvende invloed op kenmerkende eigenschappen van een menselijk subject’. Binnen deze beschrijving hebben we drie manieren onderscheiden waarop de betekenis van ‘persoonsvorming’ kan verschillen, en die bepalen wanneer er sprake is van persoonsvorming. Zo kan persoonsvorming als beschrijvende of voorschrijvende term worden gebruikt, als intentiewoord of als resultaatwoord, en voor vorming tot persoon of vorming van personen. Op basis van onze analyse stellen wij voor om de term ‘persoonsvorming’ te gebruiken voor de generieke beschrijving en niet voor meer specifieke betekenissen. Dit generieke concept vormt de basis voor verschillende betekenissen en voor verschillende concepties. Dit zijn normatieve interpretaties van persoonsvorming. Scherp gebruik van het verschil tussen concept en concepties en de verschillende betekenissen, zou voor meer helderheid in de discussie kunnen zorgen.
MULTIFILE
De kernwaarden van het openbaar onderwijs worden door velen gezien als onvoldoende om richting te geven aan waardevol openbaar onderwijs. In opdracht van Zaan Primair, de stichting voor openbaar onderwijs in de Zaanstreek, is onderzocht of op basis van democratie als complex waardenbegrip de identiteit van de openbare school vorm kan worden gegeven. De openbare school is de school van de samenleving en die samenleving is gefundeerd op democratische waarden als vrijheid, gelijkheid, dialoog, diversiteit en participatie. Dit onderzoek laat zien dat ook scholen vanuit deze waarden hun identiteit kunnen ontwikkelen en zo een democratische gemeenschap kunnen vormen. In het onderzoek is een conceptueel kader hiervoor ontwikkeld. Tevens is op basis van het model van waarderend onderzoek een implementatietraject ontwikkeld, waarmee scholen dit in de praktijk kunnen toepassen. Het conceptueel kader is door de landelijke besturenorganisatie van het openbaar overgenomen als voorstel om daarmee ook landelijk de kernwaarden van het openbaar onderwijs te funderen op de waarden van de democratische samenleving.
DOCUMENT
Kinderen besteden veel tijd op school. Scholen hebben veel te maken met echtscheidingssituaties. Van gemiddeld 1/3 van de leerlingen zijn de ouders gescheiden of verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. Scholen zijn dùs belangrijk voor kinderen met scheidende of gescheiden ouders. Kinderen in een echtscheidingssituatie voelen zich vaak tussen twee vuren. Zij komen in situaties waarin ze voor hun gevoel moeten kiezen tussen vader en moeder. Maar kinderen hebben juist behoefte aan en hebben zelfs recht op een relatie met zowel hun vader als hun moeder. Scholen zouden een grotere bijdrage moeten en kunnen leveren aan de sociale vorming van hun leerlingen, zoals in juli 2005 de Onderwijsraad adviseerde aan de Minister van Onderwijs.
DOCUMENT
Brede scholen zijn ontwikkeld om optimale opgroeimogelijkheden te creëren voor kinderen. In dit rapport staat de praktijk van de Utrechtse brede scholen centraal en de wisselwerking tussen praktijk en beleid. We analyseerden de jaarplannen van elf Utrechtse brede scholen, interviewden de bredeschoolcoördinatoren over de vertaling van de jaarplannen naar de praktijk en hielden per brede school een focusgroepgesprek met een gevarieerde groep betrokken professionals over ambities en resultaten. Het doel van het rapport is inzicht te geven in de pedagogische ambities en resultaten van de Utrechtse brede scholen. Ook geven we inzicht in de processen die de implementatie en evaluatie van de ambities bewerkstellingen dan wel belemmeren. Met dit rapport hopen we de Utrechtse bredeschoolprofessionals te inspireren en aanknopingspunten te bieden voor de verdere ontwikkeling van de Utrechtse brede scholen.
DOCUMENT
Oscar Guermonprez is ruim veertig jaar actief geweest in het volkshogeschoolwerk. Hij stond aan de wieg van wat we nu ‘een leven lang leren’ en ‘participatie’ noemen. Hij was cursusleider en directeur van volkshogeschool Bergen. Hij behoort tot de grondleggers van het moderne vormings-, volksontwikkelings- en trainingswerk, cultuureducatie, democratische burgerschapsvorming en het stimuleren van burgerinitiatief
DOCUMENT