Objective: A key aspect of psychiatric rehabilitation is supporting individuals with serious mental illness in reaching personal goals. This study aimed to investigate whether various aspects of the working alliance predict successful goal attainment and whether goal attainment improves subjective quality of life, independent of the ehabilitation approach used. Methods: Secondary analyses were conducted of data from a Dutch randomized clinical trial on goal attainment by individuals supported with the Boston University approach to psychiatric rehabilitation (N=80) or a generic approach (N=76). Working alliance was measured with the Working Alliance Inventory (WAI) from the practitioner’s perspective. Rehabilitation practitioners had backgrounds in social work, nursing, or vocational rehabilitation. Multiple logistic regression and multiple regression analyses explored effects of working alliance on goal attainment and of goal attainment on subjective quality of life at 24 months. Analyses were controlled for client- and process-related predictors, baseline quality of life, and rehabilitation approach. Results: The WAI goal subscale predicted goal attainment at 24 months. No effect was found for the bond or task subscale. Goal attainment significantly predicted quality of life at 24 months. These effects were independent of the rehabilitation approach used. Conclusions: A good bond between client and practitioner is not enough to attain successful rehabilitation outcomes. Findings suggest that it is important to discuss clients’ wishes and ambitions and form an agreement on goals. Attaining rehabilitation goals directly influenced the subjective quality of life of individuals with serious mental illness, which underscores the importance of investing in these forms of client support.
MULTIFILE
Op het terrein van onderwijs en ICT investeren onderwijsinstellingen, bedrijven, brancheorganisaties en overheden in het bewerkstelligen van leertechnologie-afspraken. Het doel van die gezamenlijke inspanning is om het onderwijs te kunnen verbeteren en efficiknter te maken. Gedeelde opvattingen, vastgelegd in specificaties en standaarden, maken uitwisseling van gegevens mogelijk tussen uiteenlopende systemen. Dat biedt grote kansen voor onderwijsvernieuwing. Basisgegevens hoeven slechts op iin plek onderhouden te worden, maar zijn toch voor iedere instelling bruikbaar: eenmaal gemaakte lesmaterialen kunnen in verschillende leeromgevingen worden ingezet, studenten kunnen zich flexibel inschrijven voor cursussen aan verschillende instellingen terwijl hun studievoortgang zonder probleem wordt geregistreerd. Deze processen zijn essentikle voorwaarden voor een duurzame ontwikkeling van e-learning in de Lage Landen. In deze bijdrage wordt de relatie gelegd tussen standaarden voor leertechnologie en toegankelijkheid van elektronische leeromgevingen voor studenten/medewerkers met een functionele beperking.
DOCUMENT
Objective: A key aspect of psychiatric rehabilitation is supporting individuals with serious mental illness in reaching personal goals. This study aimed to investigate whether various aspects of the working alliance predict successful goal attainment and whether goal attainment improves subjective quality of life, independent of the rehabilitation approach used. Methods: Secondary analyses were conducted of data from a Dutch randomized clinical trial on goal attainment by individuals supported with the Boston University approach to psychiatric rehabilitation (N=80) or a generic approach (N=76). Working alliance was measured with the Working Alliance Inventory (WAI) from the practitioner’s perspective. Rehabilitation practitioners had backgrounds in social work, nursing, or vocational rehabilitation. Multiple logistic regression and multiple regression analyses explored effects of working alliance on goal attainment and of goal attainment on subjective quality of life at 24 months. Analyses were controlled for client- and process-related predictors, baseline quality of life, and rehabilitation approach. Results: The WAI goal subscale predicted goal attainment at 24 months. No effect was found for the bond or task subscale. Goal attainment significantly predicted quality of life at 24 months. These effects were independent of the rehabilitation approach used. Conclusions: A good bond between client and practitioner is not enough to attain successful rehabilitation outcomes.Findings suggest that it is important to discuss clients’ wishes and ambitions and form an agreement on goals. Attaining rehabilitation goals directly influenced the subjective quality of life of individuals with serious mental illness, which underscores the importance of investing in these forms of client support.
LINK
Dit artikel is een vertaling van Steyaert, J. (2005). Web based higher education, the inclusion/exclusion paradox. Journal of technology in human services, 23(1/2), 67-78. Het beschrijft de relatie tussen e-learning en toegankelijkheid voor studenten met een functionele beperking.
DOCUMENT
Op het terrein van onderwijs en ICT investeren onderwijsinstellingen, bedrijven, brancheorganisaties en overheden in het bewerkstelligen van leertechnologie-afspraken. Het doel van die gezamenlijke inspanning is om het onderwijs te kunnen verbeteren en efficiknter te maken. Gedeelde opvattingen, vastgelegd in specificaties en standaarden, maken uitwisseling van gegevens mogelijk tussen uiteenlopende systemen. Dat biedt grote kansen voor onderwijsvernieuwing. Basisgegevens hoeven slechts op iin plek onderhouden te worden, maar zijn toch voor iedere instelling bruikbaar: eenmaal gemaakte lesmaterialen kunnen in verschillende leeromgevingen worden ingezet, studenten kunnen zich flexibel inschrijven voor cursussen aan verschillende instellingen terwijl hun studievoortgang zonder probleem wordt geregistreerd. Deze processen zijn essentikle voorwaarden voor een duurzame ontwikkeling van e-learning in de Lage Landen. Als samenwerkingsorganisatie voor het hoger onderwijs in Nederland neemt SURF deel aan de mars naar standaardisatie binnen de leertechnologie. De SURF SiX expertisegroep, een Special Interest Group van SURF, onderneemt activiteiten om realisatie en gebruik van leertechnologie-afspraken te bevorderen die voor het Nederlandse hoger onderwijs bruikbaar en nuttig zijn en die blijvende aansluiting van Nederland bij internationale e-learningontwikkelingen garanderen. Met dit boek geeft SURF SiX een brede groep onderwijsontwikkelaars en geonformeerde eindgebruikers inzicht in de huidige Nederlandse situatie op het gebied van leertechnologie-afspraken. Daarnaast wil dit boek laten zien dat leertechnologiespecificaties en standaarden meerwaarde hebben.
DOCUMENT
A commentary on: Older adults can improve compensatory stepping with repeated postural perturbations by Dijkstra,B.W., Horak,F.B., Kamsma,Y.P.T., and Peterson,D.S.(2015).Front.AgingNeurosci. 7:201. doi:10.3389/fnagi.2015.00201. In sum, the results of Dijkstra etal. (2015) are of importance and significance for the field of falls prevention and stability control in aging. In particular, the work highlights the importance of multidirectional step or perturbation training, due to a lack of transfer across tasks. Whether this would hold for multidirectional gait perturbations is unclear, due to the influence of forward velocity during walking. Future work should explore different types, intensities and frequencies of perturbations in order to determine the most effective strategy for improving dynamic stability control in healthy older adults and inpatients with declined locomotor performance and increased falls risk. Finally, as Dijkstra etal. (2015) and previous studies found floor effects in the adaptation of young participants, further attempts should be made to appropriately scale perturbations to participant or groupability, in order to reliably compare adaptation across different groups.
DOCUMENT
hoofdstuk 5 in HRM Heden en Morgen In dit hoofdstuk presenteren we de wetenschappelijke en professionele stand van zaken op het gebied van gezondheid en vitaliteit, om hier vervolgens enkele conclusies aan te verbinden die organisaties en professionals op dit gebied verder zouden kunnen helpen. Hiertoe definiëren we – na een meer algemene beschrijving van de maatschappelijke context van en ontwikkelingen rond dit thema – eerst de algemene begrippen gezondheid en vitaliteit, waarna verschillende perspectieven op gezondheidsbeleid worden gepresenteerd. …
DOCUMENT
As part of their SMS, aviation service providers are required to develop and maintain the means to verify the safety performance of their organisation and to validate the effectiveness of safety risk controls. Furthermore, service providers must verify the safety performance of their organisation with reference to the safety performance indicators and safety performance targets of the SMS in support of their organisation’s safety objectives. However, SMEs lack sufficient data to set appropriate safety alerts and targets, or to monitor their performance, and no other objective criteria currently exist to measure the safety of their operations. The Aviation Academy of the Amsterdam University of Applied Sciences therefore took the initiative to develop alternative safety performance metrics. Based on a review of the scientific literature and a survey of existing safety metrics, we proposed several alternative safety metrics. After a review by industry and academia, we developed two alternative metrics into tools to help aviation organisations verify the safety performance of their organisations.The AVAV-SMS tool measures three areas within an organisation’s Safety Management System:• Institutionalisation (design and implementation along with time and internal/external process dependencies).• Capability (the extent to which managers have the capability to implement the SMS).• Effectiveness (the extent to which the SMS deliverables add value to the daily tasks of employees).The tool is scalable to the size and complexity of the organisation, which also makes it useful for small and medium-sized enterprises (SMEs). The AVAS-SCP tool also measures three areas in the organisation’s safety culture prerequisites to foster a positive safety culture:• Organisational plans (whether the company has designed/documented each of the safety cultureprerequisites).• Implementation (the extent to which the prerequisites are realised by the managers/supervisors acrossvarious organisational levels).• Perception (the degree to which frontline employees perceive the effects of managers’ actions relatedto safety culture).We field-tested these tools, demonstrating that they have adequate sensitivity to capture gaps between Work-as-Imagined (WaI) and Work-as-Done (WaD) across organisations. Both tools are therefore useful to organisations that want to self-assess their SMS and safety culture prerequisite levels and proceed to comparisons among various functions and levels and/or over time. Our field testing and observations during the turn-around processes of a regional airline confirm that significant differences exist between WaI and WaD. Although these differences may not automatically be detrimental to safety, gaining insight into them is clearly necessary to manage safety. We conceptually developed safety metrics based on the effectiveness of risk controls. However, these could not be fully field-tested within the scope of this research project. We recommend a continuation of research in this direction. We also explored safety metrics based on the scarcity of resources and system complexity. Again, more research is required here to determine whether these provide viable solutions.
DOCUMENT
Deze studie gaat over de vraag wat dit gedwongen kader betekent voor de onderlinge samenwerking tussen reclasseringscliënten en reclasseringswerkers. De onderlinge doelgerichte samenwerking tussen cliënten en reclasseringswerkers wordt hier aangeduid met de term ‘werkalliantie’. Bij hulp en begeleiding in vrijwillig kader is er onder onderzoekers algemene overeenstemming over de kenmerken en het belang van een goede kwaliteit werkalliantie voor het bereiken van de gezamenlijke doelen. Bij bemoeienis in het gedwongen kader, zoals reclasseringstoezicht, is dit nog veel minder duidelijk. Is er sprake van specifieke kenmerken van de werkalliantie in gedwongen kader? En zo ja, welke zijn dat? En wat is het belang van deze kenmerken voor het verloop en de afronding van het reclasseringscontact? Dat zijn de leidende vragen bij dit onderzoek.
DOCUMENT
Onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut uit 2001 laat zien dat zo'n 10 procent van de totale studentenpopulatie in het Nederlandse hoger onderwijs belemmeringen ondervindt op grond van iin of meer functionele beperkingen. De voortgaande digitalisering van leeromgevingen in het hoger onderwijs kan kansen bieden om een verschuiving van drempels te bewerkstelligen. Maar er lijkt een tegenstelling te bestaan tussen het insluitend en uitsluitend potentieel van digitaal hoger onderwijs, een toegankelijkheidsparadox. Voor sommige functionele beperkingen is er sprake van verhoogde toegankelijkheid, voor andere evenwel van een verslechterde situatie. Voor een belangrijk deel hebben we de toegankelijkheid van digitaal onderwijs zelf in handen. Er kunnen hierbij tal van technologische hulpmiddelen gebruikt worden, voor uiteenlopende vormen van beperking (visuele, auditieve, motorische, cognitieve en spraak-/taalbeperkingen). Ook bevatten elektronische leeromgevingen en andere softwareproducten veelal specifieke functionaliteiten om de toegankelijkheid van digitaal onderwijs te vergroten. Er worden in deze publicatie zogeheten 'steekkaarten' aangeboden voor een aantal van deze applicaties: korte en bondige beschrijvingen van hun toegankelijkheidskenmerken. Maar gebruikers van deze software hebben vaak niet of nauwelijks profijt van de beschikbare mogelijkheden, zodat een grote groep studenten onvoldoende toegang krijgt. Dit heeft ondermeer te maken met de onbekendheid van het thema toegankelijkheid van digitaal onderwijs en de mythologie daaromheen (toegankelijke websites zouden bijvoorbeeld saai zijn en geen lay-out kunnen bevatten). Er is een verhoogd bewustzijn in het Nederlandse hoger onderwijs nodig over het thema toegankelijkheid, met een continue samenwerkingsactie van organisaties die structureel werken rond studenten met functionele beperkingen en/of rond elektronische leeromgevingen.
DOCUMENT
