Presentatie op netwerkbijeenkomst over HAVO-didactiek, ITS-Academy, Amsterdam. Ontwikkelingen in samenleving en onderwijs, verkenning van de leerprocessen in het hbo, (onderzoek) naar effectieve inzet van technologie in het leerproces, herontwerp onderwijs.
DOCUMENT
Stimuleren van leren is gericht op het versterken van leerprocessen bij leerlingen en studenten zelf. De leerprocessen moeten vooral het diepgaand leren stimuleren waarbij het kennisrepertoire (blijvend) kan worden uitgebreid en beter kan worden georganiseerd. Dat stelt ook eisen aan de kennisbasis die door docenten wordt gebruikt. Iedereen die bezig is met competentiegericht leren of met ervaringsgericht leren zal in dit boek waardevolle aanwijzingen vinden
DOCUMENT
Mensen leren voortdurend. Niet alleen in een didactische omgeving, maar veel meer nog daarbuiten. Soms is leren een geleidelijke verandering, soms een ingrijpende herziening van opvattingen en handelwijzen. 'Leren en veranderen' definieert leren als betekenisgeving waarbij de sociale omgeving een belangrijke rol speelt. De hoofdstukken in het boek betreffen 1) de varieteit van spontane leerprocessen en formeel leren, 2)de relaties tussen leren en (sub)cultuur en leren in een botsing van culturen 3) leren op de werkplek in stages en als werkende 4) de ontwikkeling van het leervermogen ofwel leercompetenties in educatieve settings en daarbuiten; en 5) een 'naslag'hoofdstuk over leertheorieën waarnaar in eerdere hoofdstukken regelmatig wordt verwezen.
DOCUMENT
Om tegemoet te komen aan de eisen die gesteld worden aan werknemers in de huidig snel veranderende samenleving heeft de NHL Stenden Hogeschool gekozen voor een nieuw onderwijsconcept, namelijk Design Based Education (DBE). DBE is gebaseerd op het gedachtegoed van Design Thinking en stimuleert iteratieve en creatieve denkprocessen. DBE is een student-georiënteerde leeromgeving, gebaseerd op praktijk-, dialoog-, en vraaggestuurde onderwijsprincipes en op zelfsturend, constructief, contextueel en samenwerkend leren. Studenten construeren gezamenlijk kennis en ontwikkelen een prototype voor een praktijkvraagstuk. Student-georiënteerde leeromgevingen vragen andere begeleidingsstrategieën van docenten dan zij gewend zijn. Van docenten wordt verwacht dat zij studenten activeren gezamenlijk kennis te construeren en dat zij nauw samenwerken met werkveldprofessionals. Eerder onderzoek toont aan dat docenten, zelfs in een student-georiënteerde leeromgeving, geneigd zijn terug te vallen op conventionele strategieën. De overstap naar een ander onderwijsconcept gaat dus blijkbaar niet vanzelf. Collectief leren stimuleert docenten de dialoog aan te gaan met andere docenten en werkveldprofessionals met als doel gezamenlijk te experimenteren en collectief te handelen. De centrale vraag van het postdoc-onderzoek is het ontwerpen en ontwikkelen van (karakteristieken van) interventies die collectief leren van docenten en werkveldprofessionals stimuleren. Het doel van het postdoconderzoek is om de overstap naar DBE zo probleemloos mogelijk te laten verlopen door docenten te ondersteunen DBE leeromgevingen te ontwikkelen in samenwerking met werkveldprofessionals en DBE te integreren in hun docentactiviteiten. De onderzoeksmethode is Educational Design Research en bestaat uit vier fasen: preliminair onderzoek, ontwikkelen van prototypes, evaluatie en bijdrage aan de praktijk. Het onderzoek is verbonden aan het lectoraat Sustainable Educational Concepts in Higher Education en wordt hiërarchisch en inhoudelijk aangestuurd door de lector. Docenten, experts, werkveldprofessionals en studenten worden betrokken bij het onderzoek. Dit onderzoek kan zowel binnen als buiten de hogeschool een bijdrage leveren omdat steeds meer hogescholen kiezen voor een ander onderwijsconcept.
Het project 'CAR(E)TOGRAPHY: Kunst en zorg in kaart' richt zich op de wisselwerking tussen kunst en zorg, waarbij beide sectoren elkaar verrijken en vernieuwen. In de zorg wordt steeds meer geëxperimenteerd met kunst als een manier om vernieuwing te brengen. Omgekeerd zouden de kunstenaars en ontwerpers ook van zorgprofessionals kunnen leren over zorgdragen, communiceren in een non-verbale context en het belang van proces boven het eindresultaat. Een inspirerend voorbeeld van zo’n samenwerking tussen kunst en zorg is te vinden bij Reinaerde De Heygraeff, waar het programma Re-creatie kunstenaars, ontwerpers, zorgprofessionals en cliënten samenbrengt. Op deze beschutte woonzorglocatie wonen ruim 160 mensen met een ernstige verstandelijke en/of lichamelijke beperking. Hier wordt al sinds 2018 geëxperimenteerd met de integratie van kunst en creativiteit in de dagelijkse zorgpraktijk, wat heeft geleid tot een duurzame transdisciplinaire samenwerking. Desondanks blijft het een uitdaging om de exacte werking van kunst in de zorg te begrijpen. Welke elementen zijn essentieel voor succesvolle samenwerkingen? Wat kunnen we leren van initiatieven zoals Re-creatie? En hoe kunnen we deze kennis delen met andere zorginstellingen en kunstpraktijken? Om deze vragen te beantwoorden, zetten we in dit project artistieke mapping methoden in om de interactie tussen kunst en zorg (en de complexiteit daarvan) te onderzoeken, documenteren en delen. Het doel is om de gemeenschap die op De Heygraeff is ontstaan beter te begrijpen en expliciet te maken hoe kunst en zorg met elkaar interageren. Door dit letterlijk in kaart te brengen, creëert CAR(E)TOGRAPHY een gedetailleerd beeld van de complexe wisselwerking tussen kunst en zorg. Dit maakt niet alleen een diepgaand begrip van de situatie mogelijk, maar maakt de bevindingen ook bruikbaar voor anderen die in vergelijkbare praktijken werken. De gemaakte kaarten functioneren dus uiteindelijk als documentatie- en navigatiemiddel in het grensgebied tussen kunst en zorg.
Digitale marketing in e-commerce heeft zich sterk ontwikkeld. Consumenten hebben brede toegang via hun eigen, persoonlijke apparaten en door de snelle ontwikkeling van machine-learning-technologieën kan gerichte communicatie geautomatiseerd worden. Toch staat het huidige e-commerce bedrijfsmodel ter discussie, vooral door de impact op het milieu. Het retourzenden van producten is volledig gebruikelijk geworden onder consumenten. Dit soepele retourbeleid roept milieuzorgen op, omdat het de ecologische voetafdruk vergroot en financiële lasten met zich meebrengt voor bedrijven, namelijk de kosten voor het afhandelen van retouren wordt geschat op €12,50 tot €19,50 per retour. Om bij te dragen aan de oplossing van het retourprobleem, richt dit project zich op het onderzoeken van hoe gepersonaliseerde digitale marketinginterventies het consumentengedrag kunnen veranderen en productretouren kunnen verminderen. Dit gebeurt aan de hand van een casestudy in samenwerking met MKB-partner BBB Cycling en zal gebaseerd zijn op diepgaande inzichten in de specifieke doelgroep van consumenten die vatbaarder zijn voor het retourneren van producten. Anders dan andere onderzochte oplossingen, zoals het herzien van het retourbeleid, het implementeren van pastools en het stimuleren van consumenten via prijsvergelijkingen en pop-upberichten over de milieueffecten, neemt dit project een unieke invalshoek door specifiek te focussen op de psychologische kenmerken van consumenten en de psychologische triggers achter hun retourbeslissingen. Het project omvat vier werkpakketten: 1) Inzichten verkrijgen over consumenten die geneigd zijn producten te retourneren; 2) Gepersonaliseerde digitale marketinginterventies co-creëren om het retourpercentage te verlagen; 3) De gepersonaliseerde digitale marketinginterventies testen in een real-life online omgeving; 4) De kennis verspreiden naar e-commercebedrijven, consumenten en onderwijs voor een bredere maatschappelijke impact. Dit wordt uitgevoerd door alle partners: Thuiswinkel.org via zijn e-commerce bedrijfsnetwerk, Consumentenbond via zijn communicatie met consumenten, en het Lectoraat Purposeful Marketing van De Haagse Hogeschool, via zijn samenwerkingsactiviteiten in het onderwijs.
Centre of Expertise, onderdeel van Zuyd Hogeschool