Docenten bewegen zich in toenemende mate tussen werkveld en school in zogenoemde hybride leeromgevingen. Echter, deze verandering in de rol van ‘klassieke’ docent naar hybride docent gaat niet vanzelf. Het vraagt aanpassingen in samenwerkingsen didactische vaardigheden en in rollen. In dit artikel worden ervaringen gedeeld, opgedaan in twee en een half jaar implementatie van hybride leeromgevingen, en worden aanbevelingen gedaan aan docenten en organisaties over de begeleiding van docenten. De kernboodschap is: werken in een hybride omgeving is anders werken. School en werkveld: twee aparte werelden ‘Het gaat heel anders in de praktijk’ is een regelmatig terugkerende uitspraak van studenten in zorgopleidingen. Studenten lijken school en werkveld als twee aparte werelden te beleven. Onderwijs- en zorginstellingen erkennen deze ervaringen en zijn op zoek naar een betere afstemming tussen de beroepspraktijk en het werkveld. De laatste tien jaar is een toenemende aandacht voor hybride leeromgevingen te zien.
LINK
Het lectoraat Curriculumvraagstukken beoogt kennis te leveren waar de praktijk iets mee kan. Opbrengsten van onderwijskundig ontwerponderzoek vinden echter vaak maar moeizaam hun weg naar de praktijk. Lector Elwin Savelsbergh laat zien waar het schuurt en zoekt mogelijkheden voor verbetering.
DOCUMENT
Het innovatiearrangement Professional in Beeld (PIB)1 heeft als doel om het vakmanschap van de docent beroepsonderwijs te expliciteren en opleidings- en professionaliseringsactiviteiten naar dit vakmanschap te ontwikkelen. Het project wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband van drie vmbo-scholen en de Faculteit Educatie van Hogeschool Utrecht (Instituut Archimedes en het lectoraat Beroepsonderwijs) in samenwerking met het Expertisecentrum beroepsonderwijs. Aanleiding voor het project is de constatering van de samenwerkingspartners dat het vakmanschap van docenten in het beroepsonderwijs over het algemeen niet voldoet aan de eisen die een specifieke (v)mbo context stelt aan de vakbekwaamheid van een docent en dat deze eisen onvoldoende zijn terug te vinden in de lerarenopleiding en professionaliseringstrajecten voor nieuw en zittend personeel.
DOCUMENT
In dit artikel doen we verslag van een onderzoek naar het vakmanschap van de vmbo-docent in de bovenbouw. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het innovatiearrangement Professional in Beeld (PiB) waarin drie vmbo-scholen en de lerarenopleiding Archimedes van de Hogeschool Utrecht gewerkt hebben aan het ontwikkelen van opleidings- en professionaliseringsactiviteiten gericht op de ontwikkeling van het vakmanschap van de vmbo-docent. In het onderzoek zijn negen praktijksituaties gefilmd en zijn met de betreffende docenten de praktijksituaties volgens de Stimulated Recall-methode nabesproken. De observaties en reflecties zijn getypeerd aan de hand van een daarvoor ontwikkeld kijkkader. De resultaten konden vertaald worden in vijf vignetten die de kern van het vakmanschap van de vmbodocent samenvatten: pedagogisch aansluiten, didactisch aansluiten, beroepsgericht werken, contextgericht werken, aandacht voor doorlopende leerlijnen en toekomstperspectief. Het artikel is als volgt opgebouwd. Eerst schetsen we de aanleiding en kader van het onderzoek. Daarna beschrijven we achtereenvolgens het kijkkader (onze operationalisering van het vakmanschap), de onderzoeksvraag, de onderzoeksgroep, de onderzoeksmethode en de dataverzameling en -analyse. Vervolgens gaan we in op de resultaten. We sluiten af met conclusies en aanbevelingen voor de lerarenopleiding
DOCUMENT
interne publicatie; CD-ROM Professional in Beeld, aanbod aan scholenveld
DOCUMENT
Ondanks alle commotie en discussies over het ‘nieuwe leren’ en het ‘rendement van ICT’ binnen het onderwijs, lijkt één ding bijzonder duidelijk: de trein is langzaam maar zeker in beweging: het gebruik van ICT in het onderwijs is de afgelopen jaren aantoonbaar toegenomen. De rollen en taken van docenten zijn duidelijk aan verandering onderhevig door de inzet van ICT op scholen en volgen in meer of mindere mate de ontwikkelingen die door de meeste wetenschappers op dit terrein worden beschreven. Nader onderzoek naar de veranderende rollen, naar wat dat betekent voor de schoolorganisatie en het leerproces zouden ertoe kunnen bijdragen die ontwikkelingen beter in de greep te houden. Binnen de school zou er meer aandacht onder docenten moeten komen voor het gebruik van ICT in hun eigen onderwijssituatie, de mogelijkheden en de moeilijkheden ervan en de manier waarop binnen school in samenwerking met collega’s hiermee wordt of zou moeten worden gewerkt.
DOCUMENT
Docenten van Fontys Hogeschool Bedrijfsmanagement, Educatie en Techniek (BEnT) hebben geëxperimenteerd (Gorissen, 2014) met Flipping the Classroom in relatie tot de taxonomie van Bloom. Bij dit concept worden lage kennisniveaus uit deze taxonomie voor de les aangesproken en in de les worden hogere kennisniveaus aangesproken. Bij het herontwerp van hun lessen zijn docenten ondersteund door workshops, gegeven door Fontys Educatief Centrum (FEC). Het onderzoek geeft inzicht in de ervaringen van docenten als ze Flipping the Classroom toepassen en dient als input voor FEC zodat toekomstige workshops nog beter aansluiten bij behoeften van docenten. De hoofdvraag is: Wat zijn ervaringen van docenten en studenten van een HBO-instelling met het toepassen van de taxonomie van Bloom in relatie tot Flipping the Classroom? Hiervoor zijn drie deelonderzoeken uitgevoerd, te weten een kwalitatieve analyse van de lesvoorbereidingen en individuele interviews met docenten en een kwantitatief onderzoek onder studenten over de door hun gevolgde lessen via dit concept. Resultaten laten zien dat docenten het concept correct toepassen en ze hiervoor activerende werkvormen en ICT tools inzetten. Docenten zijn enthousiast over de toepassing ondanks dat herontwerp tijdrovend is. Studenten kenden het concept vooraf niet maar hérkenden het wel, zowel voorafgaand als in de les. Vanwege de lage respons onder studenten kan alleen een voorzichtige conclusie getrokken worden dat het concept bijdraagt aan betere verwerking van de leerstof en dat het vaker toegepast mag worden. De belangrijkste aanbevelingen zijn gericht op kennisdeling tussen docenten die dit concept (willen gaan) toepassen in het onderwijs en nader onderzoek naar de invloed op de leerprestaties van de studenten.
DOCUMENT
This article explores how schools can function as a pedagogical in-between space, or a pedagogical inter-space, and how lecturers can act professionally within this space, of which they themselves are also a part. Met een samenvatting in het Nederlands: De school als een ‘pedagogische tussenruimte’.
DOCUMENT
Dat LOB anders moet lijkt evident, maar hoe kunnen we op een stimulerende manier jongeren helpen te navigeren in de richting die henzelf vooruit brengt en tegelijkertijd rekening houdt met de veranderingen in de arbeidsmarkt? Deze lastige vraag was de aanleiding om dit LOB-Kompas voor de 21e eeuw te schrijven. Dit LOB-Kompas is een eerste aanzet om leerlingen, docenten èn ouders op een andere manier te laten kennismaken met veranderingen in de beroepspraktijk. Het doel van deze LOB 2.0. methode is te worden ingezet als aanvullende module op de ‘traditionele’ LOB-methodes, zodat keuzebegeleiding toekomstbestendig wordt ingestoken en deze de leerling optimaal voorbereidt op een loopbaan die bij hem/haar past.
DOCUMENT
In Wat werkt als je samenwerkt - deel 2 staat opnieuw onderzoek naar samenwerking tussen Mens- en Maatschappijvakken centraal. In deze publicatie presenteren we actuele voorbeelden van deze samenwerking, op scholen en lerarenopleidingen. We hebben ook onderzoek gedaan naar factoren voor succesvolle samenwerking. Deze publicatie is geschreven voor docenten die (gaan) samenwerken met docenten van andere M&M-vakken, studenten aan de pabo en lerarenopleidingen, lerarenopleiders en schoolleiders. Deze publicatie is een vervolg op Wat werkt als je samenwerkt uit 2018.
DOCUMENT