OBJECTIVE: To determine whether the development of sucking patterns in small-for-gestational age (SGA) preterm infants differs from appropriate-for-gestational age (AGA) preterm infants.STUDY DESIGN: We assessed sucking patterns in 15 SGA and 34 AGA preterms (gestational age<or=36 weeks) longitudinally from 34 to 50 weeks postmenstrual age (PMA) using the Neonatal Oral-Motor Assessment Scale (NOMAS). At each measurement, we scored sucking as normal, dysfunctional, or disorganized. We examined the development of their sucking patterns in relation to clinical characteristics.RESULTS: SGA preterms developed a normal sucking pattern later than did AGA preterms (median, 50 versus 44 weeks PMA, P=.002). At term-equivalent age, none of the SGA and 38% of the AGA preterms showed normal sucking (P<.05); at 48 to 50 weeks PMA this was 54% and 81%, respectively (P=.064). Abnormal sucking including "incoordination" and dysfunctional sucking were more prevalent in SGA preterms than in AGA preterms (median, 11% versus 0% per infant, P<.05). A higher gestational age and z-score for birth weight were predictive of normal sucking at 50 weeks PMA.CONCLUSIONS: SGA preterms developed a normal sucking pattern later than AGA preterms. Many AGA preterms also developed a normal mature sucking pattern only after they had reached term age.
DOCUMENT
Een onderzoek naar de ervaringen en ondersteuningsbehoeften van ouders en professionals in De Schilderswijk met betrekking tot zwangerschap en het opvoeden van jonge kinderen (0-4 jaar). De Mussen heeft vanuit het FNO Zorg voor Kansen een 10 jarige subsidie ontvangen voor het programma Samen Kansrijk en Gezond in de Schilderswijk (SKGS). Binnen het deelprogramma ‘Goede Start Ouder en Kind’ wil De Mussen een aanbod ontwikkelen, gericht op gezinnen met jonge kinderen (0-4 jaar) in kwetsbare situaties. Dit onderzoek biedt inzicht in de behoeften van ouders van jonge kinderen (vanaf de zwangerschap totdat het jongste kind 4 jaar wordt) in de Schilderswijk met betrekking tot ondersteuning/hulp en activiteiten. Als nevendoel is het bestaande professionele aanbod in de wijk in kaart gebracht, met als uiteindelijke doel een meer passend aanbod te realiseren. Conclusie: Er is behoefte aan een breder activiteitenaanbod voor moeders met jonge kinderen (0-4 jaar met de focus op 0-2 jaar) gericht op ontmoeting, de ontwikkeling van kinderen en samenspelen. Zowel professionals als moeders benadrukken het gebrek aan overzicht en toegankelijke informatie over beschikbare voorzieningen en diensten in de wijk, wat resulteert in een tekort aan laagdrempelige ondersteuning.
MULTIFILE
Overgewicht verhoogt de kans op problemen voor, tijdens en na de zwangerschap. De verloskundige kan een unieke rol spelen bij de begeleiding van de zwangere en haar familie met betrekking tot een gezondere levensstijl.
DOCUMENT
Samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp is actueel en staat hoog op de agenda. Zowel in het onderwijsdomein als in het domein van de jeugdhulp zijn ingrijpende veranderingen gaande. Het passend onderwijs brengt een hervorming aan in het huidige onderwijssysteem door scholen verantwoordelijk te stellen voor het vinden van een passende plek voor elk kind dat aangemeld wordt.Doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in hoe het domeinoverstijgend samenwerken tussen professionals uit het onderwijs en de jeugdhulp kan worden ondersteund om het werken aan het ontwikkelingsperspectief van het kind succesvol(ler) te laten verlopen. Om de doelstelling te kunnen realiseren is een literatuurstudie verricht en is onderzoek gedaan naar ervaringen, denkwijzen en behoeften in de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp bij professionals uit die sectoren.
DOCUMENT
Dit rapport biedt een diepgaand inzicht in de belangrijke rol die de kinderopvang speelt in de eerste 1000 dagen van een kind's leven. Deze periode, die begint vóór de geboorte en duurt tot het kind twee jaar oud is, vormt de essentiële basis voor de biologische, sociale, motorische en cognitieve ontwikkeling van een kind. Het is een tijd waarin de fundamenten worden gelegd voor de toekomst van elk kind. Uit ons onderzoek blijkt het belang van de kinderopvang als een unieke kans om actief bij te dragen aan de ontwikkeling van kinderen. Tijdens hun verblijf in de kinderopvang krijgen kinderen niet alleen een veilige en liefdevolle omgeving, maar worden ze ook gestimuleerd met activiteiten die hun ontwikkeling bevorderen. Daarnaast fungeert de kinderopvang als een waardevolle bron van ondersteuning voor ouders, waar ze advies kunnen vragen en worden doorverwezen naar relevante hulpbronnen en diensten. Tenslotte benadrukt het rapport ook het belang van de kinderopvang als werkgever. Pedagogisch medewerkers hebben behoefte aan een ondersteunende werkomgeving met collega's waarop ze kunnen vertrouwen. Een redelijke werkdruk, kansen voor persoonlijke ontwikkeling en samenwerking met ouders en jeugdgezondheidszorg worden als essentieel beschouwd voor het succes van de kinderopvang.
MULTIFILE
Maatjes- en mentorprojecten zijn er in alle soorten en maten. Vaak bedoeld om kwetsbare jongeren een steuntje in de rug te geven. Maatjestrajecten zijn tijdelijk, dat weten mentoren en mentees. Maar wat gebeurt er met de mentee na het afscheid? Wat betekent dat afscheid voor de jongeren die vaak maar een heel klein netwerk hebben?
DOCUMENT
De geboorte van een kind brengt een grote omslag teweeg in het leven van zeer jonge moeders. Om met de titel van dit rapport te spreken: ‘Alles draait ineens om’. Jonge moeders ervaren vragen en zorgen waarbij soms het informeel netwerk helpend kan zijn, maar soms ook professionele hulp aangewezen is. Op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is een onderzoek uitgevoerd om uit te zoeken wat de zorgvragen van jonge moeders ten aanzien van professionele hulpverlening zijn. Hoofdvragen waren: Waaruit bestaat de zorgvraag onder tienermoeders en jonge moeders? Welke zorg is beschikbaar voor deze moeders, hoe sluit deze aan op de zorgvragen van tienermoeders en jonge moeders?
DOCUMENT
In dit magazine wordt verslag gedaan van onderzoeksprojecten binnen de thema's vakdidactiek, opleidingsdidactiek en Beroepsgerichte Didactiek / Leven Lang Ontwikkelen. Het themagebied Vakdidactiek richt zich op de didactiek van schoolvakken in het voortgezet onderwijs. Het themagebied Opleidingsdidactiek richt zich op de didactiek van het opleiden van studenten in de lerarenopleiding. Het themagebied Beroepsgerichte Didactiek en Leven Lang Ontwikkelen richt zich op de didactiek van het opleiden voor een beroep en op de didactiek voor het ondersteunen van leren in werk en loopbaan.
MULTIFILE
In dit onderzoeksrapport wordt antwoord gegeven op de vraag “In hoeverre is het wenselijk dat jonge mantelzorgers zorgen voor naaste familieleden?”. Om deze vraag te beantwoorden is allereerst een literatuurstudie verricht naar de beschikbare gegevens over de situatie van jonge mantelzorgers en thema’s die spelen. Vervolgens zijn diepte-interviews afgenomen bij jonge mantelzorgers aan de hand van een vragenlijst met verdiepende thema’s verkregen uit de literatuurstudie. In de interviews is op zoek gegaan naar unieke verhalen over bijzondere situaties achter de voordeur, naar details op microniveau die vanuit de bestudeerde literatuur nog niet bekend zijn. Voor dit kwalitatieve onderzoek is gekozen vanuit de visie en het inzicht dat afstemming in de zorgtriade tussen zorgvrager, jonge mantelzorger en beroepskracht vraagt om gedetailleerde informatie over hoe de jonge mantelzorger de situatie ervaart en beleeft. Naast negatieve gevolgen zoals overbelasting, gezondheidsklachten, isolement, studievertraging of psychische problemen, zijn er ook positieve kanten aan het langdurig zorgen voor een zieke naaste. Zo leert de jonge mantelzorger verantwoordelijkheid te nemen, zelfstandig te handelen, doortastend te zijn en liefdevol te zorgen voor anderen. Kwaliteiten die hen in de ouderrol of als professional goed van pas zullen komen, mits zij hier niet in doorslaan. Opvallend is dat de geïnterviewde jonge mantelzorgers de zorgsituatie waarin zij zitten niet loslaten, hoe moeilijk deze soms ook voor hen is. De zorg voor de naaste gaat altijd voor, andere dingen in het dagelijks leven zoals school, vrienden en sport zijn hier ondergeschikt aan. Aandacht en steun van familie, vrienden en professionals voor hun zorgsituatie vragen zij nauwelijks. Maar helpen wel degelijk om een passende balans te vinden tussen zorgtaken, studie en persoonlijke ontwikkeling. De in dit rapport opgenomen unieke profielen van Aisha, Nadzine, Karin, Ricardo, Siham en Kimberley dragen hier mogelijk aan bij.
DOCUMENT