Hoe snel evolueert de markt en wat zien we daarvan nu terug in organisaties? Kunnen en willen organisaties in Nederland zich aanpassen aan snel veranderende omstandigheden: tempo van de markt, nieuwe technologieën en klantvraag? Is reality-pull alleen het nieuwe buzz-word of voorwaarde om te overleven? Gelden de bestaande ideeën over marktsegmentatie nog wel? In dit artikel presenteren we de resultaten van een onderzoek dat we hiernaar gedaan hebben.
DOCUMENT
Let op! Deze week is mijn studenten meegedeeld dat het College van Bestuur per 1-4 2009 het opladen van notebooks zonder energystarlabel op school verbiedt. Het College motiveert zijn besluit uit het oogpunt van kostenbesparing en duurzaamheid.
DOCUMENT
In deze studie zijn vier scenario’s voor een aardgasvrije warmtevoorziening in de wijk Paddepoel doorgerekend: ‘all-electric’, ‘hybride’, ‘warmtenet’ en ‘waterstof’. In deze studie is een van de meest veelvoorkomende woningtypen in de wijk, een rijtjeswoning uit de jaren ’60 of ’70, als uitgangspunt genomen. Vervolgens zijn de investeringskosten, kostenbesparing, haalbaarheid, CO2-emissiereducties en kosteneffectiviteit (indicatoren) per scenario in kaart gebracht. Hierbij zijn varianten gemaakt die isolatie, zonnepanelen en subsidies wel of niet meerekenen.
DOCUMENT
Docenten van Fontys Hogeschool Bedrijfsmanagement, Educatie en Techniek (BEnT) hebben geëxperimenteerd (Gorissen, 2014) met Flipping the Classroom in relatie tot de taxonomie van Bloom. Bij dit concept worden lage kennisniveaus uit deze taxonomie voor de les aangesproken en in de les worden hogere kennisniveaus aangesproken. Bij het herontwerp van hun lessen zijn docenten ondersteund door workshops, gegeven door Fontys Educatief Centrum (FEC). Het onderzoek geeft inzicht in de ervaringen van docenten als ze Flipping the Classroom toepassen en dient als input voor FEC zodat toekomstige workshops nog beter aansluiten bij behoeften van docenten. De hoofdvraag is: Wat zijn ervaringen van docenten en studenten van een HBO-instelling met het toepassen van de taxonomie van Bloom in relatie tot Flipping the Classroom? Hiervoor zijn drie deelonderzoeken uitgevoerd, te weten een kwalitatieve analyse van de lesvoorbereidingen en individuele interviews met docenten en een kwantitatief onderzoek onder studenten over de door hun gevolgde lessen via dit concept. Resultaten laten zien dat docenten het concept correct toepassen en ze hiervoor activerende werkvormen en ICT tools inzetten. Docenten zijn enthousiast over de toepassing ondanks dat herontwerp tijdrovend is. Studenten kenden het concept vooraf niet maar hérkenden het wel, zowel voorafgaand als in de les. Vanwege de lage respons onder studenten kan alleen een voorzichtige conclusie getrokken worden dat het concept bijdraagt aan betere verwerking van de leerstof en dat het vaker toegepast mag worden. De belangrijkste aanbevelingen zijn gericht op kennisdeling tussen docenten die dit concept (willen gaan) toepassen in het onderwijs en nader onderzoek naar de invloed op de leerprestaties van de studenten.
DOCUMENT
Goed om te zien dat je geïnteresseerd bent in onze content. Onafhankelijke informatie is alleen niet gratis. Je mag onze artikelen uitsluitend kopiëren voor persoonlijk gebruik. Zo zal je geen inbreuk maken op onze Algemene Voorwaarden. Vragen? Stuur een e-mail naar: marketing@ntvg.nl.Voor het instellen van de optimale therapie van brandwonden – conservatief of operatief – is een vroege, accurate bepaling van de brandwonddiepte belangrijk. ‘Laser Doppler imaging’ (LDI) is een techniek waarmee een nauwkeurige inschatting van de brandwonddiepte kan worden gemaakt door het meten van de dermale perfusie. Hoewel is aangetoond dat de keuze voor het wel of niet verrichten van een operatie met LDI eerder kan worden gemaakt, heeft dit niet geleid tot een kortere tijd tot wondgenezing of kostenbesparing in de Nederlandse brandwondenzorg. LDI wordt in alle Nederlandse brandwondencentra gebruikt. Bij twijfel over de brandwonddiepte in de eerste of tweede lijn is doorverwijzing naar een brandwondencentrum raadzaam.
LINK
Whitepaper in een serie over HR Analytics Elke organisatie neemt voortdurend HRM-beslissingen, zoals over het aannamebeleid, de beloning en talentmanagement. Wanneer ze daarbij gebruik maken van predictive analytics, oftewel voorspellende analyse, kunnen organisaties de kans berekenen dat een individuele medewerker bepaald gedrag gaat vertonen. Voorspellende analyse leidt daardoor tot betere besluiten en maakt het mogelijk om gericht actie te ondernemen. Inhoud: • Inleiding 1. Zorg voor kwalitatief hoogwaardige data 2. Maak de stap van dataverzameling naar rapportage 3. Ontwikkel voorspellende modellen op basis van historische data 4. Gebruik voorspellende modellen om inzicht te krijgen 5. Baseer HRM-maatregelen op inzichten uit voorspellende analyses • Conclusie
MULTIFILE
Het voorliggende rapport doet verslag van het onderzoek naar verdienmodellen van preventie. De centrale vraag die met het onderzoek beantwoord is, luidt: Wat zijn mogelijke barrières bij potentiële verdienmodellen voor preventie, die samenwerking tussen actoren in de weg kunnen staan? De algemene uitkomst is dat er zeker verdienmodellen van preventie te identificeren en te ontwerpen zijn temeer daar preventie vanuit een economisch perspectief als een soort investeringsbeslissing kan worden beschouwd. Er zijn echter wel verschillende barrières te onderkennen voor de ontwikkeling van een effectieve verdienmodellen. In het licht van de onderzoeksvraag leidt dit tot volgende conclusies: - Preventie is belangrijk maar komt nog onvoldoende van de grond; - Actoren kunnen worden ingedeeld in vier helixen en hebben verschillende salience; - Preventie is een maatschappelijk verdienmodel; - Verdienmodellen van preventie zijn technologisch, datagedreven en schaalbaar; - Barrieres voor preventie zijn bedrijfskundig van aard.
DOCUMENT
Hans Achterhuis hield een pleidooi voor selectieve vertraging. Is dat pleidooi ook relevant voor de sector van zorg en welzijn, moeten we daar altijd vertragen?
DOCUMENT
Het is alweer ruim een half jaar geleden dat Hervormingsagenda Jeugd eindelijk het levenslicht zag. Na heel veel en heel lang praten, zetten de betrokken partijen er in juni 2023 echt een handtekening onder. Met stevige implicaties voor gemeenten, aanbieders van jeugdhulp, professionals in de jeugdhulp én voor de rijksoverheid. Maar ook voor domeinen en sectoren die buiten de jeugdhulp liggen - denk aan het onderwijs. De ambities zijn hoog. Realisatie van de ambities heeft, zo zegt de Hervormingsagenda in ronkend ambtelijke taal, een besparingspotentieel van uiteindelijk € 1 mld. in 2027, met tot dat jaar een ingroeipad: de besparingen worden in de jaren tot 2027 lager ingeschat. Hoe dan ook, gemeenten moeten het de komende jaren met minder geld zien te redden. Gemeenten moeten het tij nu echt keren! Zij moeten het lef hebben om de komende jaren stevig te investeren in de basis, vanuit een stevige visie op integraal jeugdbeleid. De gelden van GALA en IZA kunnen benut worden voor langjarige investeringen in de pedagogische (en sociale) basis. Er is voldoende informatie voorhanden die hen daarbij kan ondersteunen. Zo is het faciliteren van ontmoeting belangrijk. Het inzetten op laagdrempelige inloopplekken voor jeugdigen en ouders. Of het inzetten op groepsgerichte vormen van preventie. Investeren gemeenten niet, dan voeren we over een aantal jaren opnieuw hetzelfde gesprek. Ja, het vraagt lef en het zal pijn doen. Het is de vraag of gemeenten daadwerkelijk hun nek uitsteken en kiezen voor dat waar het bij de Jeugdwet al om ging. Wie durft?
MULTIFILE
Bijdrage aan briefwisseling over scholen in de kwlaiteitskunde, pleitend voor de contextuele school.
DOCUMENT