Nederlandse tuinbouwsector heeft een prominente positie. Om deze positie te behouden en te verstevigen, is human capital nodig én moeten publieke en private partijen samenwerken om tot innovatieve oplossingen te komen. Daarom voert het lectoraat HRM van Inholland in samenwerking met het lectoraat Duurzame Talentontwikkeling van de Haagse Hogeschool twee onderzoeken uit in de Greenport West-Holland op het thema “De mens in Innovatie”. De publiek-private krachten worden gebundeld in fieldlabs of learning communities. Deze samenwerkingen kunnen allerlei namen hebben en ook diverse innovatieve oplossingen bieden. In dit project gaan we op zoek naar hoe je ervoor kunt zorgen dat deze oplossingen uit dergelijke samenwerkingen kunnen worden verduurzaamd. We hebben twaalf factoren geïdentificeerd en deze in een tool verwerkt. De bijlagen zijn te vinden op: https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/kenniscentra/projectdetails/groensector-in-verandering-greenport-west-holland
DOCUMENT
Slechts 39% van de Nederlandse jongeren tussen 12 en 17 jaar voldoet aan de beweegrichtlijnen. Om dit aan te pakken is samenwerking tussen burgers, overheid, kennisinstellingen, organisaties en bedrijven nodig. Dit wordt onderzocht binnen ‘VMBO in Beweging’. In het eerste deel verzamelen we de wensen en behoeften van vmbo-jongeren op het gebied van beweging in en rondom school.
MULTIFILE
De tuinbouw sector is een innovatieve sector waar veel gebeurt en die sterk in ontwikkeling is. Er zijn veel vacatures op allerlei gebied: als gewasverzorger, als teeltspecialist, maar ook als manager logistiek, als HRM-er in een commerciële functie. Alleen weten veel mensen dat niet. De kloof tussen de blik van buiten t.o.v. de blik van binnen is groot. In dit project hebben we actuele realistische beroepsbeelden ontwikkeld in co-creatie met zes bedrijven welke kunnen bijdragen aan imagoverbetering van de sector en aan de doorontwikkeling van HRM. De bijlagen zijn op te vragen via BRC@inholland.nl
DOCUMENT
De inzet van blended care in de zorg neemt toe. Hierbij wordt fysieke begeleiding (face-to-face) met persoonlijke aandacht door een zorgprofessional afgewisseld met digitale zorg in de vorm van een platform of mobiele applicatie (eHealth). De digitale zorg versterkt de mogelijkheden van cliënten om in hun eigen omgeving te werken aan gezondheidsdoelen en handvatten tijdens de face-to-face momenten. Een specifieke groep die baat kan hebben bij blended care zijn ouderen die na revalidatie in de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) thuis verder revalideren. Focus op zowel bewegen (door fysio- en oefentherapeut) en voedingsgedrag (door diëtist) is hierbij essentieel. Echter, na een intensieve zorgperiode tijdens hun opname wordt revalidatie veelal thuis afgeschaald en overgenomen door een ambulant begeleidingstraject of de eerste lijn. Een groot gedeelte van de ouderen ervaart een terugval in fysiek functioneren en zelfredzaamheid bij thuiskomt en heeft baat bij intensieve zorg omtrent voeding en beweging. Een blended interventie die gezond beweeg- en voedingsgedrag combineert biedt kansen. Hierbij is maatwerk voor deze kwetsbare ouderen vereist. Ambulante en eerste lijn diëtisten, fysio- en oefentherapeuten erkennen de meerwaarde van blended care maar missen handvatten en kennis over hoe blended-care ingezet kan worden bij kwetsbare ouderen. Het doel van het huidige project is ouderen én hun behandelaren te ondersteunen bij het optimaliseren van fysiek functioneren in de thuissituatie, door een blended voeding- en beweegprogramma te ontwikkelen en te testen in de praktijk. Ouderen, professionals en ICT-professionals worden betrokken in verschillende co-creatie sessies om gebruikersbehoefte, acceptatie en technische eisen te verkennen als mede inhoudelijke eisen zoals verhouding face-to-face en online. In samenspraak met gebruikers wordt de blended BITE-IT interventie ontwikkeld op basis van een bestaand platform, waarbij ook gekeken wordt naar het gebruik van bestaande en succesvolle applicaties. De BITE-IT interventie wordt uitgebreid getoetst op haalbaarheid en eerste effectiviteit in de praktijk.
Het aanleren en verbeteren van bewegingen is essentieel voor mensen in de revalidatie. Mensen met een verworven neurologische aandoening (bijvoorbeeld volwassenen na een beroerte), moeten bewegingen vaak opnieuw leren en verbeteren om weer zelfstandig te kunnen functioneren. Dit motorisch leren is een complex en multifactorieel proces. Zorgprofessionals zoals fysio- en ergotherapeuten willen graag een meer inzicht hebben in deze complexiteit zodat zij interventies (nog) meer op maat kunnen aanbieden. Dit maatwerk is nodig voor het duurzaam aanleren en verbeteren van bewegingen. Op het moment is onvoldoende duidelijk welke factoren (mogelijk) van invloed zijn. Docenten, studenten en praktijkbegeleiders (zoals Paramedisch Centrum Zuid) van de zorgopleidingen van Zuyd Hogeschool hebben samen met onderzoekers sterk behoefte aan een beter en vollediger overzicht van deze potentieel beïnvloedende factoren, dat zij in dit project samen met experts vanuit verschillende onderzoekdisciplines (Radboud Universiteit, VU Amsterdam, Universiteit Hasselt, Brunel University) willen ontwikkelen. Doelstelling van dit project is een inventarisatie van factoren die het leren van bewegingen bij mensen na beroerte in de praktijk kunnen beïnvloeden. Hiervoor zal een expertpanel een overzicht van factoren samenstellen op basis van theorie en onderzoeksresultaten. Vervolgens worden de geïdentificeerde factoren door zorgprofessionals (binnen het Kennisnetwerk CVA Nederland) beoordeeld op herkenbaarheid (praktische relevantie) en haalbaarheid (praktisch meetbaar) voor de dagelijkse praktijk. Het resultaat van dit project is een overzicht van factoren die (in theorie en praktijk) het aanleren en verbeteren van bewegingen na een beroerte kunnen beïnvloeden. Deze inventarisatie is een eerste stap om de haalbaarheid van een dynamisch model voor motorisch leren na een beroerte voor de praktijk te verkennen. Zowel zorgprofessionals als ook de betrokkenen kennisinstellingen zullen dan ook belangrijke gebruikers van het resultaat zijn.
De openbare ruimte biedt veel kansen om mensen aan het bewegen en sporten te krijgen en daarmee gezondheidswinst te realiseren. Er wordt echter zelden onderzocht hoe men daadwerkelijk gebruik maakt van openbare sport- en beweegplekken. Deze inzichten zijn nodig om op termijn optimaal gebruik te kunnen maken van de openbare ruimte in de strijd tegen overgewicht en bewegingsarmoede. Dit postdoc onderzoek beoogt hieraan bij te dragen door kennis te ontwikkelen over het gebruik van openbare sport- en beweegplekken. Onderzocht wordt hoe de fysieke kenmerken van openbare sport- en beweegplekken gerelateerd zijn aan het beweeggedrag van gebruikers. Ook wordt onderzocht in welke mate het organiseren van sportactiviteiten het gebruik van dergelijke plekken beïnvloedt.
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool