In deze tekst staan twee vormen van participatie centraal: de burger als kiezer en als co-producent. De auteurs staan stil bij de verhoogde aandacht voor participatie door de ontwikkelingen op drie terreinen te beschrijven, t.w. politieke participatie, vrijwilligerswerk en leefbaarheid in wijk en stad. Telkens trachten ze de internationale en landelijke discussie te vertalen naar de Eindhovense situatie. Uiteraard zijn er nog vele andere vormen van participatie, zoals sportparticipatie, cultuurparticipatie en niet te vergeten arbeidsparticipatie. Dit artikel beperkt zich tot de min of meer vrijwillige vormen van participatie waarbij de relatie met de overheid in het geding is. Andere vormen van participatie (zoals op de arbeidsmarkt) en de vraag of die concurreren met bijvoorbeeld vrijwilligerswerk komen niet aan bod. De tekst sluit af met een aantal algemene observaties en beleidssuggesties.
DOCUMENT
Het 'doorschuiven van de staatsschuld naar toekomstige generaties' gezwatel is macro economische kolder.
LINK
In dit artikel gaat het over de communicatie van de overheid met de diverse publiekgroepen. Er wordt al jaren gesproken over een kloof tussen burger en overheid. Maar in hoeverre bestaat er een vertrouwensbreuk en wat kan dit verklaren? In de voordracht wordt ingegaan op de wijze waarop mensen zich een beeld van de overheid vormen en welke psychologische aspecten hierbij een rol spelen. Ook komt aan de orde de wijze waarop het lectoraat Overheidscommunicatie invulling geeft aan de opdracht theorie en praktijk te verbinden.
DOCUMENT
In het RAAK-MKB project MKB@Work ontwikkelde het lectoraat Juridische Aspecten van de Arbeidsmarkt (JAA) van het Marian van Os Centrum voor Ondernemerschap van de Hanzehogeschool Groningen, samen met o.a. mkb-bedrijven, grote bedrijven, MKB-Nederland Noord en vijf arbeidsmarktregio's, aandachtspunten voor een creatievere omgang met wet- en regelgeving bij de samenwerking van mkb met gemeenten, vanuit het gezamenlijke doel meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te plaatsen op de werkplekken die het mkb creëert. De resultaten van het project zijn breed verspreid onder zowel ondernemers als overheid als kandidaten. Onder andere bij de landelijke praktijktafel van De Normaalste Zaak, die was georganiseerd op 26 maart 2018, waar meer dan tachtig werkgevers en vijf Tweede Kamerleden aanwezig waren, en op het eindcongres op 7 juni 2018 waar 100 deelnemers aanwezig waren, zowel mkb-bedrijven als gemeenten als kandidaten. Een belangrijk thema dat een nadere uitwerking verdiend is de aansluiting tussen opleidingen die zowel mkb'ers aanbieden als gemeenten als mbo-instellingen. Ondernemers starten bedrijfsscholen waar ze mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt opleiden op de werkplek naast de opleidingen die gemeenten aanbieden voor uitkeringsgerechtigden om ze klaar te stomen voor werk en naast de volwasseneducatie en inburgeringscursussen van het mbo. De drie partijen zien het belang van samenwerking, maar deze komt niet van de grond. “We kennen elkaar, maar doen niets samen, het is los zand. Hoe kunnen we elkaar ondersteunen?” Uit MKB@Work blijkt dat een verschil in belangen en concurrentie hierbij een rol spelen. Met de Top-up subsidie kan de Hanzehogeschool vanuit een overstijgende rol inzicht bieden in de behoeften van de verschillende partijen en een werkproces ontwikkelen waardoor partijen helder krijgen waar hun rol eindigt en die van de ander begint bij het aanbieden van opleidingsplekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
In het RAAK-MKB project MKB@Work ontwikkelde het lectoraat Juridische Aspecten van de Arbeidsmarkt (JAA) van het Marian van Os Centrum voor Ondernemerschap van de Hanzehogeschool Groningen, samen met o.a. mkb-bedrijven, grote bedrijven, MKB-Nederland Noord en vijf arbeidsmarktregio's, aandachtspunten voor een creatievere omgang met wet- en regelgeving bij de samenwerking van mkb met gemeenten, vanuit het gezamenlijke doel meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te plaatsen op de werkplekken die het mkb creëert.De resultaten van het project zijn breed verspreid onder zowel ondernemers als overheid als kandidaten. Onder andere bij de landelijke praktijktafel van De Normaalste Zaak, die was georganiseerd op 26 maart 2018, waar meer dan tachtig werkgevers en vijf Tweede Kamerleden aanwezig waren, en op het eindcongres op 7 juni 2018 waar 100 deelnemers aanwezig waren, zowel mkb-bedrijven als gemeenten als kandidaten. Een belangrijk thema dat een nadere uitwerking verdiend is de aansluiting tussen opleidingen die zowel mkb'ers aanbieden als gemeenten als mbo-instellingen. Ondernemers starten bedrijfsscholen waar ze mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt opleiden op de werkplek naast de opleidingen die gemeenten aanbieden voor uitkeringsgerechtigden om ze klaar te stomen voor werk en naast de volwasseneducatie en inburgeringscursussen van het mbo. De drie partijen zien het belang van samenwerking, maar deze komt niet van de grond. “We kennen elkaar, maar doen niets samen, het is los zand. Hoe kunnen we elkaar ondersteunen?” Uit MKB@Work blijkt dat een verschil in belangen en concurrentie hierbij een rol spelen. Met de Top-up subsidie kan de Hanzehogeschool vanuit een overstijgende rol inzicht bieden in de behoeften van de verschillende partijen en een werkproces ontwikkelen waardoor partijen helder krijgen waar hun rol eindigt en die van de ander begint bij het aanbieden van opleidingsplekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Een bottom-up-initiatief is een project dat niet vanuit de overheid of instellingen (top) wordt gestart maar vanuit burgers of eindgebruikers (bottom). We kijken in dit onderzoek naar theorieën die de bottom-up-aanpak ondersteunen. Ook doen we aanbevelingen om bottom-up initiatieven beter en sneller te laten verlopen.Doel Het doel van dit onderzoek is om nieuwe theoretische inzichten en strategieën te ontwikkelen voor stedelijke gebiedsontwikkeling. Hierbij is een sterke focus op de bottom-up aanpak. Dit houdt in dat er gekeken wordt naar initiatieven en ideeën van gebruikers of burgers (bottom) in plaats van de plannen van de overheid of instellingen (top). De bottom-up aanpak heeft veel toegevoegde waarde, maar initiatiefnemers ervaren nog veel belemmeringen. Dit onderzoek wil bijdragen aan het verminderen van die belemmeringen. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 september 2017 - 01 september 2021 Aanpak Achter bottom-up processen in gebiedsontwikkeling zit nu vaak weinig theorie. Het zijn intuïtieve, trial-and-error processen. Eindgebruikers en burgers werken samen met professionele partijen maar dit is nu nog niet echt gestroomlijnd. Daarom kijken we hoe partijen samenwerken en waar verbeteringen mogelijk zijn. Deze kennis gebruiken we om een theoretische en wetenschappelijke basis voor bottom-up gebiedsontwikkeling te leggen. Hierin komt naar voren welke factoren gaan bepalen of een project succesvol zal zijn. Met deze inzichten kunnen bijvoorbeeld nieuwe strategieën ontwikkeld worden, die een combinatie kunnen zijn tussen een bottom-up en een top-down aanpak.