DOCUMENT
Hoofdstuk 4 in Supportgericht werken in de Wmo In de Wmo-werkplaats Utrecht is de afgelopen jaren een ‘Wmo Kenniskring Presentie, Kwartiermaken en Support’ actief geweest. Deze lerende gemeenschap bestond uit professionals, ervaringsdeskundigen, docenten en onderzoekers. De kenniskring heeft door middel van onderzoek, workshops met experts en werkbezoeken aan praktijken in de regio een tweetal ‘kijkramen’ ontwikkeld. De een gaat over kwartiermaken en de ander over presentie. Beide benaderingen beschouwen we als onmisbare onderdelen van het Supportgericht Werken in de Wmo. Kijkramen zijn bedoeld als hulpmiddelen om naar een bepaalde praktijk te kijken om te kunnen bepalen in welke mate er volgens de principes van presentie of kwartiermaken gewerkt wordt. Het zijn geen ‘meetinstrumenten’ maar ze kunnen wel helpen om een globaal beeld te krijgen van het ‘presentiegehalte’ of ‘kwartiermakersgehalte’. De kijkramen kunnen gebruikt worden als checklist. Door de verschillende ingrediënten langs te lopen kun je als professional of als team nagaan waar je al wel goed bezig bent en waar je nog kunt verbeteren.
DOCUMENT
Deze openbare les beschrijft ontwikkelen van digitale diensten als een waardegevend proces. Een kernbegrip daaruit is architectuur als 'gewetensvol lanceerplatform'.
DOCUMENT
Hoofdstuk 5 in Supportgericht werken in de WMO Wijk en Psychiatrie kan beschouwd worden als een goed voorbeeld hoe support, kwartiermaken en de presentiebenadering leiden tot succesvolle participatie. WeP wordt gekenmerkt door een outreachende werkwijze en buurtgerichte samenwerking tussen gezondheids- en welzijnsorganisaties. Zo worden directe verbindingen gelegd tussen wijkbewoners, zorg- en welzijnsprofessionals, om langs beide zijden de integratie en participatie binnen de wijk te stimuleren. Het project is sinds 2005 gevolgd door Hogeschool Utrecht, sinds 2009 in het kader van de Wmo-werkplaats Utrecht. Vanuit de Wmo-werkplaats is de aanpak systematisch beschreven en geëvalueerd
DOCUMENT
Hoofdstuk 3 in Supportgericht werken in de Wmo van Jean Pierre Wilken en Trudy Dankers De Wet maatschappelijke ondersteuning wordt ook wel participatiewet genoemd. Deze participatie betreft drie zaken: 1.De wet moet de participatie van kwetsbare groepen ondersteunen. 2.Lokale Wmo-raden, waarin de doelgroepen zijn vertegenwoordigd, moeten in de vormgeving van het beleid sterk betrokken worden. 3.Er wordt een beroep gedaan op de participatie van de samenleving ten behoeve van de eerste doelstelling. Dit laatste wordt ook wel zodanig vertaald, dat de formele zorg de informele zorg (beter) moet mobiliseren en ondersteunen. De werkprincipes van ‘Kwartiermaken’ (Kal, 2001) sluiten goed aan op de wet. De centra¬le boodschap van kwartiermaken is dat het proces van patiënt naar burger alleen kans van slagen heeft als in de samenleving daadwerkelijk ruimte wordt gemaakt voor men¬sen met een beperking. Kwartiermakers willen een maatschappelijk klimaat bevorderen waarin meer mogelijkheden ontstaan voor mensen met beperkingen om een volwaardig burger te worden. Kwartiermakers onderzoeken wat maatschappelijk nodig is om hen te ondersteunen in een volwaardig burgerschap
DOCUMENT
Hoofdstuk 15 in Supportgericht werken in de Wmo van Jean Pierre Wilken en Trudy Dankers. Uit dit boek blijkt duidelijk hoezeer het gedachtegoed van de Wmo aansluit bij vragen en behoeften van diverse groepen die de Nederlandse samenleving kent. Vaker dan gedacht wordt, sluit het gedachtegoed van de wet ook aan bij de ontwikkelingen in het denken over goede zorg- en dienstverlening van de laatste decennia.
DOCUMENT
Dit boek maakt deel uit van een serie publicaties van de Wmo-werkplaatsen in samenwerking met MOVISIE en het ministerie van VWS. Het boek is geschreven voor professionals in de praktijk van zorg en welzijn, en voor studenten van sociale opleidingen. Het bevat bijdragen die gericht zijn op het geven van ondersteuning in de ‘frontlinie’ van de Wmo, aan individuen of groepen. Het bevat ook waardevol materiaal voor bestuurders en beleidsmedewerkers van gemeentes en uitvoeringsorganisaties, bijvoorbeeld hoe ‘de Kanteling’ vorm en inhoud kan worden gegeven, en hoe maatschappelijke steunsystemen opgezet kunnen worden. Het gaat om praktische methoden en benaderingen die zich goed lenen om interdisciplinair te gebruiken.
DOCUMENT
Hoofdstuk 1 in Supportgericht werken in de Wmo Maatschappelijke ondersteuning is eigenlijk een raar begrip. Het kan zowel betekenen: ondersteuning vanuit de maatschappij, als ondersteuning bij maatschappelijk functioneren. In de wettekst van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) staat geen heldere definitie van maatschappelijke ondersteuning. In artikel 1 wordt simpelweg opgesomd wat er allemaal onder maatschappelijke ondersteuning verstaan wordt, echter zonder een begripsomschrijving te geven. Het valt op dat er heel veel, en nogal ongelijksoortige, elementen in deze lijst staan. Het gaat zowel om het bevorderen van meer sociale cohesie en participatie, en een betere geestelijke gezondheid (prestatieveld 1, 5, 8 en 9), als om het verstrekken van voorzieningen (veld 6 en 7), maar ook om het geven van informatie en advies (veld 3). Daarnaast betreft het veel verschillende doelgroepen: jeugdigen, mantelzorgers, mensen met een beperking of chronische ziekte, dak- en thuislozen, verslaafden. Wij vertalen ‘maatschappelijke ondersteuning’ vooral als community care, zorg en ondersteuning in en door de gemeenschap. Hierbij beschouwen we de inzet van sociale professionals als onderdeel van deze gemeenschapszorg. Professionals zijn niet alleen professional, maar ook medemens en medeburger.
DOCUMENT
We baseren ons hierbij op de principes van de rehabilitatie- en supportbenadering, in dit boek kortweg Supportgericht Werken genoemd. Dit is een benadering die al een lange traditie heeft in de geestelijke gezondheidszorg en de verstandelijk gehandicaptenzorg, maar nog nauwelijks bekend is in het welzijnswerk, de jeugdhulpverlening en het maat¬schappelijk werk. In Nederland houden twee lectoraten zich al jarenlang bezig met onderzoek naar deze benaderingen, en de verspreiding hiervan. Dit zijn het lectoraat Participatie, Zorg en Ondersteuning van Hogeschool Utrecht en het lectoraat Rehabilitatie van Hanze-hogeschool Groningen. Beide lectoraten hebben de afgelopen jaren geparticipeerd in de Wmo-werkplaatsen en onderzocht hoe de kennis uit deze benaderingen bruikbaar is in het kader van de Wmo. De conclusie is dat de principes van de rehabilitatie- en support¬benadering zich goed laten integreren met de doelstellingen en begrippen van de Wmo. Bovendien is er een schat aan methodische kennis beschikbaar
DOCUMENT