In dit rapport treft u de resultaten aan van ons stadslab in de Haagse wijk Duindorp. In dit stadslab staat het samen leren en proberen met burgers, professionals en ambtenaren in de wijk centraal (publiek leren). De betrokken onderzoekers hebben publieke dialogen georganiseerd en actie / onderzoek uitgevoerd rondom drie prangende lokale kwesties: wonen, veiligheid en (ver)gunnen. Voor het vinden van een betere omgang met deze omstreden vraagstukken is er gelijktijdig gewerkt aan het organiseren van kennis, lokale betrokkenheid en bestuurlijk draagvlak. De onderzoekers, docenten en studenten hebben hiervoor een sterk lokaal en stedelijke netwerk opgezet met bewoners, gemeenteambtenaren en medewerkers van verschillende maatschappelijke instellingen. Deze rapportage beschrijft de gekozen aanpak, de uitkomsten en de doorwerking ervan in het beleid, het onderwijs en in de wijk. Het stadslab Duindorp geeft een goed beeld van de wijze waarop wij als netwerkhogeschool met zowel onderwijs als onderzoek willen en kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de stad Den Haag, de regio en de wijken.
DOCUMENT
Bedrijventerreinen worden vaak geassocieerd met leegstand, verloedering en verrommeling. Om van dit imago af te komen, riep de Taskforce (Her)structurering Bedrijventerreinen in 2008 op om de markt van bedrijventerreinen te gaan hervormen. Deze publicatie laat zien wat er de afgelopen jaren is gebeurd: bedrijventerreinen zijn op grote schaal geherstructureerd, de overheid speelt een andere rol en kijkt met een meer zakelijke blik op bedrijventerreinen, terwijl de rol van ondernemers en vastgoedeigenaren belangrijker is geworden. Lessen en toekomstig beleid De publicatie bespreekt welke lessen we de afgelopen jaren geleerd hebben op basis van kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar bedrijventerreinen en het gevoerde overheidsbeleid. Daarnaast vat het de inzichten samen die kunnen worden meegenomen in het formuleren van nieuw beleid voor de komende jaren. Hierbij is meer aandacht voor eigenaargebruikers van bedrijfsvastgoed en investeerders noodzakelijk, dienen ‘systeemfouten’ in de markt voor bedrijventerreinen gerepareerd te worden en is het de uitdaging om publiek geld op een ‘slimmere’ manier in te zetten. Met uiteenlopende bijdragen van onderzoekers en praktijkdeskundigen op het gebied van bedrijventerreinen is deze publicatie interessant voor iedereen die hierin inhoudelijk geïnteresseerd is. Op de eerste plaats voor beleidsadviseurs en bestuurders bij het Rijk, provincies en gemeenten, maar ook onderzoekers en adviseurs. De wisselwerking tussen beleid, de werking en uitkomsten van de vastgoedmark is bovendien ook relevant voor een breder publiek van ruimtelijke ordenaars en ruimtelijke economen.
LINK
Rosa Alberto (HU) en Bart Kleine Deters (ECBO) deden onderzoek naar welke lessen we als Nederland kunnen leren van het buitenland op het gebied van beleid in gecijferdheid. Dit deden ze aan de hand van een thematische analyse op vier terreinen: 1. Samenhang in basisvaardigheden(-beleid) 2. Implementatiemethode van basisvaardighedenbeleid 3. De rol van kenniscentra 4. Rol van werkgevers in het versterken van basisvaardigheden Het onderzoek geeft mooie aanknopingspunten en inspiratie voor de ve-plannen die bij het ministerie van OCW in de maak zijn. Dit onderzoek is verschenen binnen het project Gecijferdheid als Basisvaardigheid, waarbij de HU, CINOP en Freudenthal Instituut (UU) samen optrekken.
DOCUMENT
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
DOCUMENT
Welk soortelijk gewicht heeft sociaal beleid, en aan welke dynamiek is het onderhevig? Hoe zwaar weegt het in het Haagse? Is het verbeteren van de sociale kwaliteit van onze samenleving een opdracht die opkan tegen het equivalent daarvan in de economische en fysieke sfeer? En is het soortelijk gewicht van sociaal beleid de afgelopen jaren gedaald? (Hebben stoffen eigenlijk altijd eenzelfde soortelijk gewicht? Zou water als het bevriest en ijs wordt een ander soortelijk gewicht krijgen?) In deze bundel wordt vanuit diverse hoeken stilgestaan bij het soortelijk gewicht van sociaal beleid. De teksten zijn geschreven en samengebracht als Liber Amicorum voor Wim Woertman, ter gelegenheid van diens afscheid van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
DOCUMENT
Deze rapportage bevat een analyse van het maatschappelijk debat over de terreinen onderwijs, cultuur, wetenschap en media. De analyses zijn in de periode 2010-2015 gemaakt. De analyses van het maatschappelijk debat zijn bedoeld om het beleid beter te doen aansluiten bij de maatschappelijke vraag. De analyse van het media-debat is van de hand van Andra Leurdijk en Saskia Welchen.
DOCUMENT
Het huidige college van B&W en de gemeenteraad hebben aan het begin van hun regeerperiode een sociale agenda 2003-2006 voor Eindhoven opgesteld. Preventie en participatie zijn de kernbegrippen uit die nota. In maart 2006 zijn er nieuwe gemeenteraadsverkiezingen. Uit de huidige sociale agenda is het Sociaal Debat Eindhoven ontstaan. In de driehoek van overheid (gemeente Eindhoven), kennisinstelling (Fontys Hogeschool Sociale Studies) en werkveld (Loket W) praten de verschillende professionele kernpartners uit het maatschappelijk middenveld al enkele jaren met elkaar over actuele thema's uit de sociale agenda. De resultaten van het Sociaal Debat Eindhoven willen we met deze publicatie naar buiten brengen, om daarmee het debat te verbreden. Lokaal beleid gaat er, zeker in de sociale infrastructuur, weer meer toe doen. Landelijke ontwikkelingen als de Wet Werk en Bijstand of de Wet Maatschappelijke Ondersteuning betekenen een decentralisering van beleid en meer ruimte voor lokaal (sociaal) beleid. Het is ook om die reden dat we deze publicatie verluchten met artikelen uit het Eindhovens Dagblad. Niet alleen de lokale politiek wordt belangrijker, ook de lokale media.
DOCUMENT
Er is een nieuw hoera-begrip in beleidsland, te weten actief burgerschap. Het begrip is bezig een steile klim aan populariteit te maken en duikt na jarenlange afwezigheid terug in steeds meer beleidsstukken, nieuwsmedia en onderzoeksrapporten op. Het is het nieuwste medicijn om maatschappelijke uitdagingen te lijf te gaan. In internationale context gaat het dan om citizenship , in Nederlandstalig gebied om burgerschap, eigen verantwoordelijkheid of normen en waarden. Actief burgerschap is evenwel geen nieuwe uitvinding, maar duikt met enige regelmaat op in het denken over publieke dienstverlening. Bovendien leidt het frequente gebruik van de term niet automatisch tot duidelijkheid over wat er precies mee bedoeld wordt, noch tot een consensus over de wenselijkheid er een aangrijpingspunt voor beleid in te vinden. Er is sprake is sterke taalvervuiling en enige milieuzorg is dringend nodig. Nu de bandbreedte van lokaal beleid sterk toeneemt, is een consensus over inhoud en relevantie van burgerschap wenselijk. Deze publicatie vouwt het begrip actief burgerschap open en belicht de verschillende dimensies en aanknopingspunten voor beleid, met name het grotestedenbeleid in Eindhoven.
DOCUMENT
De binnenstad is een omgeving waar geld wordt uitgegeven, maar het is omgekeerd ook een plaats waar inkomen wordt verdiend. Dit facet van zijn economische functioneren blijft in het actuele discours over de binnenstad soms helaas nog onderbelicht. Wanneer het slecht gaat met het centrum dan heeft dit niet alleen gevolgen voor de aantrekkelijkheid van het straatbeeld en de omzet van grote (winkel)bedrijven, er staan concrete banen van inwoners op het spel. Niet vreemd dus dat gemeenten de binnenstad tot een belangrijke pijler van hun ruimtelijk-economische beleid maken.
DOCUMENT
Het overheidspakket van coronamaatregelen om het coronavirus terug te dringen, is een dreun geweest voor de culturele sector en iedereen die daarbinnen werkt. Jarenlang neoliberaal beleid heeft culturele instellingen verleid tot het aanbieden van commercieel aantrekkelijke, aanbodgerichte programma’s voor het grote en exclusieve publiek. En ineens was er geen publiek en dus geen geld en lijkt de kunstensector de rol die het moet vervullen in crisistijd te zijn verleerd. De verleiding is groot om de pijn te verzachten en snel en van bovenaf met noodpakketten en oplossingen te komen. Begrijpelijk, maar de kunsten laten zich niet zo makkelijk inkapselen
DOCUMENT