Wat is stedelijke vitaliteit? Er zijn vele invalshoeken en definities in de markt, maar gaat het wel om de definiëring van dat begrip, of gaat het er meer om wat we eronder kunnen verstaan en welk belang het dient? Want hoe wordt het begrip door professionals, instituten en bewoners gebruikt, welke inhoud geven zij eraan en welke parameters zijn daarbij voor hen van belang? In dit boek wordt het begrip stedelijke vitaliteit verkend zonder daar meteen een allesomvattende, eensluidende definitie aan te verbinden.
DOCUMENT
Meervoudig intensief duurzaam ruimtegebruik is direct verbonden met het fenomeen stedelijke vitaliteit. De vitale stad als resultante van meervoudige vormen van intensief ruimtegebruik laat zich beschrijven op basis van publieke, private en gebruiksdynamiek die, indien ze tevens gestuurd worden vanuit circulaire processen, ook duurzaam kunnen zijn. De stad staat vanwege zijn kaderstellende rol centraal in vrijwel alle aanliggende fysiekruimtelijke, programmatische en technische productieprocessen voor materiële en immateriële ontwerpdisciplines. Het is een context voor stadslandschappelijke inrichting, architectuur, waterbeheer en civiele techniek. Voor waardecreatie en stedelijke economie, bouwconstructief aanpassingsvermogen en flexibiliteit. Voor dagelijks gebruik door mensen van alle gezindten, rassen, culturen, leeftijden en leefstijlen.
DOCUMENT
In twee jaar tijd hebben wij een enerverend en leerzaam onderzoek- en ontwikkeltraject met tien Utrechtse voetbalverenigingen en een aantal andere organisaties doorlopen. Wij hebben ons gezamenlijk over de vraag gebogen hoe voetbalverenigingen vital kunnen blijven. En in die mate vitaal, dat ze adequaat op ontwikkelingen in en buiten de club kunnen inspelen. Gangbaar onderzoek richt zich meestal op de vraag of een vereniging vitaal is; wij hebben onderzocht hoe een voetbalclub vitaal kan worden en kan blijven.
DOCUMENT
Zuyd Hogeschool werkt sinds 2019 aan versterking van de vitaliteit en toekomstbestendigheid van Maastrichtse wijken via de CDKM>Maastricht. Zuyd wil deze lokale samenwerking met ‘City Deal Kennis Maken>Limburg–Univer©ity’ opschalen naar een regionale samenwerking, waarbij studenten instellingsbreed met maatschappelijke partners werken aan het ontwikkelen van oplossingen voor stedelijke vraagstukken. De opschaling van CDKM>Limburg-Univer©ity vindt plaats in 3 dimensies: scaling-out (goed benutten van het netwerk), scaling-deep (versterken inbedding interne organisatie en versterken samenwerking met partners) en scaling-up (vergroten van maatschappelijke impact). Zuyd heeft vanaf 2021 gepreludeerd op opschaling van de CDKM>Maastricht. Naast het Urban Living Lab (ULL) van CDKM>Maastricht, zijn het lectoraat Smart Urban Redesign en de academie Built Environment namelijk ook actief met onderwijs- en onderzoeksopdrachten in ULL’s in Heerlen Sittard-Geleen. Naast het integreren van ULL Heerlen en ULL Geleen binnen de CDKM>Limburg-Univer©ity worden 2 nieuwe ULL’s opgezet met de gemeenten Roermond en Weert. Daarmee komt het aantal ULL’s voor CDKM>Limburg-Univer©ity op vijf. Om vanuit Zuyd goed aan te sluiten bij stedelijke opgaven, heeft elke ULL een eigen onderzoeksagenda passend bij de gemeentelijke context. De consortia die samenwerken binnen de ULL’s willen interdisciplinaire samenwerking tussen onderwijs en onderzoek bij het werken aan oplossingsrichtingen voor maatschappelijke opgaven versterken, zodat betere oplossingen worden ontwikkeld voor deze vraagstukken. Daarom bundelt de CDKM>Limburg-Univer©ity onderwijs en onderzoek en worden nieuwe onderwijs- en onderzoeksactiviteiten ontwikkeld op centraal niveau. Door samenwerking tussen de onderwijsprogramma’s van de vijf Zuyd domeinen centraal in te bedden binnen de CDKM>Limburg, worden studenten vaker en grootschaliger ingezet bij opdrachten, over de opleidingen heen. Hierdoor doen studenten meer ervaringen op met multidisciplinair werken. CDKM>Limburg-Univer©ity bouwt in de vijf ULL’s voort op huidige ervaringen om onderwijs en onderzoek te verbinden en samenwerking tussen bestaande minors te faciliteren. Bijvoorbeeld door het organiseren van interdisciplinaire onderwijs en onderzoeksactiviteiten zoals challenges, stages, afstudeerateliers.
De City Deal Kennis Maken biedt de gemeente Breda en aangesloten kennisinstellingen (Avans Hogeschool, Breda UAS, ROC West-Brabant en De Rooi Pannen) kansen de bestaande samenwerking te intensiveren en uit te breiden. Zo willen we de kennis en expertise van de betrokken kennisinstellingen meer inzetten voor maatschappelijke opgaven. Deze insteek past uitstekend bij de stadsslogan van Breda: ‘Breda Brengt Het Samen’. Met de City Deal Kennis Maken willen gemeente Breda en betrokken kennisinstellingen de onderlinge samenwerking opschalen, verbinden en laden. Uitgangspunt zijn bestaande projecten. Doel is om van een projectmatige samenwerking naar een programmatische aanpak toe te werken om daarmee meer samenhang en meerwaarde te creëren. Door onderzoekers, docenten en studenten meer te betrekken in het oplossen van grootstedelijke vraagstukken wordt een versnelling aangebracht: enerzijds door het beter benutten van de ontwikkelde kennis, anderzijds door de stad als contextrijke leeromgeving voor studenten in te zetten. Hiervoor is experimenteerruimte nodig om te kijken wat werkt, wat de succes- en faalfactoren zijn, welke meerwaarde de samenwerking heeft: leren door te doen. Het overkoepelend thema hierbij is Vitaliteit met drie programma lijnen: 1. Vitale burgers, 2. Vitale fysieke omgeving, 3. Vitale bedrijvigheid en werken. Hiermee willen we een impuls aan Breda Vitale Stad geven. Om de doelen te bereiken omvat de aanvraag voor de impulsgelden: • De doorontwikkeling van challenges als gevalideerde onderwijsvorm waarbij studenten vd aangesloten kennisinstellingen multidisciplinair en multilevel (mbo-hbo) samenwerken aan een grootstedelijk vraagstuk ingebracht door de overheid, bedrijf of organisatie; • De verschillende leergemeenschappen in een platform bij elkaar brengen, kennis uitwisselen om daarmee het onderwijs met de stad als leeromgeving doorontwikkelen; • De verschillende bestaande proeftuinen / living labs rondom vitaliteit in een platform bij elkaar brengen en van elkaars ervaringen en expertise leren; • Een aanjager die het proces bewaakt en coördineert.
De Hogeschool van Amsterdam versterkt met SPRONG een krachtige interfacultaire onderzoeksgroep, gedragen door zeven lectoren, op het gebied van mensen in beweging. De groep is ingebed in Urban Vitality, het speerpuntprogramma van de Hogeschool van Amsterdam dat zich richt op grootstedelijke vitaliteitsvraagstukken. De onderzoeksgroep koppelt kennis over voldoende en verantwoord bewegen aan kennis over goede voeding en aan kennis over gedragsbeïnvloeding met behulp van creatieve technieken (gaming, technologie voor monitoring, creatieve onderzoeksmethoden voor empowerment van de doelgroep). Binnen deze “driehoek” wordt gewerkt aan het centrale doel, namelijk mensen in beweging krijgen, zowel letterlijk als figuurlijk. De focus is daarbij: risicogroepen in de grote stad? Hoe kunnen risicogroepen ondersteund worden om in beweging te komen en te blijven en wat is de bijdrage van gezonde voeding? Hoe kunnen zorgverleners het zelfmanagement van risicogroepen ten aanzien van bewegen en voeding effectief ondersteunen? Daarbij bieden technieken en (onderzoek)methoden uit de creatieve industrie kansen voor vernieuwende (vormen van) kennisontwikkeling en voor kennisvalorisatie. Met het onderzoeks- en innovatieprogramma worden nieuwe mogelijkheden en interventies onderzocht, ontwikkeld en geëvalueerd. Door grootstedelijke problematiek, bijvoorbeeld samenhangend met de grote diversiteit, zijn interventies op maat nodig. Er wordt zoveel mogelijk uitgegaan van het individu, hetgeen zich vertaalt in bijvoorbeeld trainings- en voedingsprogramma’s op maat en in gepersonaliseerde instructie en feedback via apps. De onderzoeksgroep heeft een sterke verbinding met wetenschappelijke instellingen en met kennisnetwerken in Amsterdam. Het consortium bundelt kennis van bewegen, voeding en creatieve technieken, is regionaal ingebed in de metropoolregio Amsterdam en kent een gemengde publiek-private samenstelling. De onderzoeksgroep werkt aan een coherente, vraaggestuurde onderzoekagenda en zet stevig in op de ontwikkeling van onderzoekintegriteit en de verbinding van onderwijs en onderzoek. Met het aantrekken van twee senior onderzoekers wordt de capaciteit om nieuwe onderzoeken vorm te geven en het geldwervend vermogen vergroot.