De ZALC, een gestanddardiseerde test waarbij kinderen zinnen moeten aanvullen, wordt besproken.
DOCUMENT
Een spontane taalanalyse (STA) wordt gezien als de gouden standaard voor de analyse van grammaticale problemen en het stellen van behandeldoelen bij kinderen met TOS. Logopedisten erkennen het belang van STA maar geven ook aan deze analyses weinig uit te voeren. Genoemde redenen hiervoor zijn een gebrek aan tijd, kennis en vaardigheden. Er is veel behoefte aan meer kennis over grammaticale ontwikkeling bij kinderen in de leeftijd van 7-10 jaar, het slim en snel uitvoeren van STA en het selecteren van geschikte behandeldoelen. Deze handreiking heeft als doel in deze behoefte te voorzien door kennis en vaardigheden over STA toegankelijker en beter toepasbaar te maken. Omdat logopedisten vooral veel vragen hebben over kinderen met TOS van 7-10 jaar, ligt de focus in deze handreiking op deze leeftijdsgroep. De handreiking is ontwikkeld binnen het onderzoeksproject ZINnig van het Lectoraat Logopedie van Hogeschool Utrecht.
DOCUMENT
Aan de hand van recente bevindingen van hersenonderzoek en research rond ontwikkelingstheorieën wordt de vraag beantwoord: in hoeverre zijn jongeren toegerust voor het nieuwe leren en in staat tot zelfsturing? Op basis hiervan worden aanbevelingen geformuleerd voor de onderwijspraktijk.
DOCUMENT
Het doel van dit project is na te gaan hoe programma’s waarin laagopgeleide ouders worden aangemoedigd de vroege talige en geletterde ontwikkeling van kinderen te stimuleren, beter kunnen worden toegesneden op de behoeften van deelnemende gezinnen. Een consortium van onderzoekers en praktijkpartners heeft belangrijke uitdagingen gedefinieerd bij de implementatie van zulke programma’s en heeft een aantal veelbelovende mogelijkheden geïdentificeerd. In het project willen we deze veelbelovende mogelijkheden doorontwikkelen en evalueren. In het eerste deelproject bouwen we voort op een bestaande benadering, waarin pedagogisch medewerkers en gezinscoaches worden geholpen om laagopgeleide ouders in de context van de voorschool te betrekken bij de mondelinge taalontwikkeling van hun kind (Thuis in Taal). In dit deel van het project zullen we een aantal instrumenten ontwikkelen en evalueren die kunnen worden ingezet tijdens een aanvullend thuisprogramma. Het voornaamste doel van deze instrumenten is pedagogisch medewerkers/gezinscoaches te helpen bestaande routines en hulpbronnen in de thuisomgeving te identificeren en hiervan gebruik te maken om coaching en de keuze van ouder-kindactiviteiten toe te snijden op de situatie van het individuele gezin. In het tweede deelproject onderzoeken we de effecten van drie typen activiteiten ontwikkeld om tegemoet te komen aan problemen die ouders kunnen tegenkomen bij de uitvoering van ouder-kindprogramma’s. We testen de effectiviteit van het gebruik van digitale, geanimeerde prentenboeken als middel voor ouders om gezamenlijke activiteiten aan te gaan met hun kind, we testen de effectiviteit van een storytelling app die cognitief stimulerende ouder-kindinteracties kan bevorderen en we testen de effectiviteit van de inzet van activiteiten in de thuistaal voor tweetalige ouders.
Het is van groot maatschappelijk belang om de ontwikkelingskansen van jeugdigen in kwetsbare gezinnen te optimaliseren. Wanneer thuis, school en hulpverlening goed op elkaar aansluiten heeft dit een positief effect op welbevinden, leerprestaties en gedrag van jeugdigen. Het leidt tot groei in hun psychosociale ontwikkeling en versterkt de eigen regie van ouders op de opvoeding. Professionals in onderwijs en jeugdhulp zouden jeugdigen en hun ouders als partners moeten zien waarmee ze gezamenlijk werken aan hun ontwikkeling. In de praktijk is het echter complex om een duurzame samenwerking op basis van gelijkwaardigheid met ouders te realiseren en de stem van jongeren daarin een centrale plek te geven. Zeker bij kwetsbare gezinnen. Uit de evaluatie van Passend Onderwijs blijkt dat ouders en jeugdigen zich onvoldoende gehoord voelen en beter betrokken zouden moeten worden bij beslissingen rondom zorg. Het doel van het project is om partnerschap te verbeteren zodat leraren en jeugdhulpverleners samen met jeugdigen en ouders de meest passende ondersteuning bij opvoeden en opgroeien vinden. Het onderzoek kent een mixed methods design. Het is erop gericht de kwaliteit (vragenlijstonderzoek) en de aard (interviewstudie) van de samenwerking tussen ouders, jeugdigen en professionals te onderzoeken; tools voor het versterken van de eigen regie van jeugdigen en ouders te ontwikkelen (participatief actieonderzoek) en kennis van professionals uit verschillende domeinen van jeugdhulp en onderwijs te verbinden (learning communities). Het project heeft een kennisplatform (www.educatief-partnerschap.nl) waar doorlopend bevindingen, good practices en tools gedeeld worden. Het project wordt uitgevoerd bij een jeugdhulporganisatie voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking, een welzijnsorganisatie en een stichting voor speciaal onderwijs. We verbinden onderwijs en jeugdhulp in dit project en betrekken nadrukkelijk ouders en jeugdigen erbij om invulling te geven aan het server user perspective en verbeteringen voor partnerschap te creëren waar alle betrokkenen baat bij hebben.
Het doel van dit project is na te gaan hoe programma’s waarin laagopgeleide ouders worden aangemoedigd de vroege talige en geletterde ontwikkeling van kinderen te stimuleren beter kunnen worden toegesneden op de behoeften van deelnemende gezinnen. Een consortium van onderzoekers en praktijkpartners heeft belangrijke uitdagingen gedefinieerd bij de implementatie van zulke programma’s en heeft een aantal veelbelovende mogelijkheden geïdentificeerd. In het project willen we deze veelbelovende mogelijkheden doorontwikkelen en evalueren. In het eerste deelproject bouwen we voort op een bestaande benadering, waarin pedagogisch medewerkers en gezinscoaches worden geholpen om laagopgeleide ouders in de context van de voorschool te betrekken bij de mondelinge taalontwikkeling van hun kind (Thuis in Taal). In dit deel van het project zullen we een aantal instrumenten ontwikkelen en evalueren die kunnen worden ingezet tijdens een aanvullend thuisprogramma. Het voornaamste doel van deze instrumenten is pedagogisch medewerkers/gezinscoaches te helpen bestaande routines en hulpbronnen in de thuisomgeving te identificeren en hiervan gebruik te maken om coaching en de keuze van ouder-kindactiviteiten toe te snijden op de situatie van het individuele gezin. In het tweede deelproject onderzoeken we de effecten van drie typen activiteiten ontwikkeld om tegemoet te komen aan problemen die ouders kunnen tegenkomen bij de uitvoering van ouder-kindprogramma’s. We testen de effectiviteit van het gebruik van digitale, geanimeerde prentenboeken als middel voor ouders om gezamenlijke activiteiten aan te gaan met hun kind, we testen de effectiviteit van een storytelling app die cognitief stimulerende ouder-kindinteracties kan bevorderen en we testen de effectiviteit van de inzet van activiteiten in de thuistaal voor tweetalige ouders.