In deze rapportage staat het functioneren en beoordelen van professionals in het hbo centraal. In het project Experimental Learning Labs: Functioneren en Beoordelen in Teams zijn we, mede dankzij de steun vanuit de stimuleringsregeling van Zestor, op zoek gegaan naar andere en innovatieve manieren om de HR-cyclus vorm te geven en onderlinge feedback in teams te stimuleren, op een manier die beter aansluit bij de ontwikkelingen in de organisatie, de sector en bij de wensen en behoeften van medewerkers. Het project is uitgevoerd door en met medewerkers van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Aan het project deden professionals in 3 teams, HR professionals en een aantal medewerkers van het lectoraat Samenwerkende Professionals (voorheen Teamprofessionalisering) mee. Door in ‘Experimental Learning Labs’ in een drietal verschillende teams met nieuwe vormen van aanspreken en feedback geven te experimenteren1, heeft het project input gegeven en inspiratie opgeleverd voor een meer passende kijk op en aanpak van de HR-cyclus binnen de hogeschool. Deze Experimental Learning Labs zijn uitgevoerd onder begeleiding van het lectoraat Samenwerkende Professionals in samenwerking met de HR-werkgroep ‘Functioneren & Beoordelen’
We extend a standard for doing agile scrum teamwork in education that permits individual assessment within teams (IAFOR ECE2020). Since the teacher's bandwidth in education is limited and increasingly under pressure, we focus on course design options that can be used to leverage the bandwidth. One economizing option in courses is to let teams prerecord prototype presentation videos before sprint review takes place. This allocates expensive teacher's time to team interrogation time which enriches interaction and engagement and enables effective sharing between teams to improve communication flow in sparse stakeholder feedback scenarios. We also describe three learning analytic pathways that can be smartly integrated into learning dashboards to monitor student and team progress or into learning recommender systems and chatbots to generate action-directed, just-in-time feedback and advice to students. The first one is for setup that enables control of important team diversity and student inclusion parameters such as demographic, personality and professional traits that are known from the student population in advance and that enables handy attribution of 21st-century skill sets within teams. The second one is the product pathway that builds on a datastream generated from qualitative, quantitative and immersive product features that are known from prototyping. The third one is the process pathway in which information on 21st-century skills is generated that are at play in individual and dynamic team processes. We are convinced that these extensions will further enable effective learning technology that is directed to applying agile scrum in education efficently, both for students as teachers.
Learning communities worden gezien als een effectieve manier om gezamenlijk te leren en ontwikkelen, werken, innoveren en te onderzoeken. Een manier die mensen verbindt die graag willen leren, ontwikkelen en werken over grenzen van hun organisatie en discipline, en aan een gezamenlijk doel. Het is meer dan af en toe samen komen en met elkaar en van gedachten wisselen, en kan bijdragen aan duurzame inzetbaarheid, persoonlijke ontwikkeling en groei. Maar hoe ziet dat er dan uit? In deze publicatie worden de belangrijkste bouwstenen en handvatten voor een krachtige learning community besproken, en verder toegelicht aan de hand van vier praktijkvoorbeelden: 1) Gas Erop! Learning communities in organisaties, 2) H2Hub Twente - Een learning community tussen meerdere organisaties, 3) Smart Solutions Semester - Een learning community in het onderwijs, en 4) Learning Communities bij HealthTech in Society. Over hoe deze learning communities zijn ontstaan en vormgegeven, hoe zijn gegroeid en wat ze hebben opgeleverd.
MULTIFILE
Om tegemoet te komen aan de eisen die gesteld worden aan werknemers in de huidig snel veranderende samenleving heeft de NHL Stenden Hogeschool gekozen voor een nieuw onderwijsconcept, namelijk Design Based Education (DBE). DBE is gebaseerd op het gedachtegoed van Design Thinking en stimuleert iteratieve en creatieve denkprocessen. DBE is een student-georiënteerde leeromgeving, gebaseerd op praktijk-, dialoog-, en vraaggestuurde onderwijsprincipes en op zelfsturend, constructief, contextueel en samenwerkend leren. Studenten construeren gezamenlijk kennis en ontwikkelen een prototype voor een praktijkvraagstuk. Student-georiënteerde leeromgevingen vragen andere begeleidingsstrategieën van docenten dan zij gewend zijn. Van docenten wordt verwacht dat zij studenten activeren gezamenlijk kennis te construeren en dat zij nauw samenwerken met werkveldprofessionals. Eerder onderzoek toont aan dat docenten, zelfs in een student-georiënteerde leeromgeving, geneigd zijn terug te vallen op conventionele strategieën. De overstap naar een ander onderwijsconcept gaat dus blijkbaar niet vanzelf. Collectief leren stimuleert docenten de dialoog aan te gaan met andere docenten en werkveldprofessionals met als doel gezamenlijk te experimenteren en collectief te handelen. De centrale vraag van het postdoc-onderzoek is het ontwerpen en ontwikkelen van (karakteristieken van) interventies die collectief leren van docenten en werkveldprofessionals stimuleren. Het doel van het postdoconderzoek is om de overstap naar DBE zo probleemloos mogelijk te laten verlopen door docenten te ondersteunen DBE leeromgevingen te ontwikkelen in samenwerking met werkveldprofessionals en DBE te integreren in hun docentactiviteiten. De onderzoeksmethode is Educational Design Research en bestaat uit vier fasen: preliminair onderzoek, ontwikkelen van prototypes, evaluatie en bijdrage aan de praktijk. Het onderzoek is verbonden aan het lectoraat Sustainable Educational Concepts in Higher Education en wordt hiërarchisch en inhoudelijk aangestuurd door de lector. Docenten, experts, werkveldprofessionals en studenten worden betrokken bij het onderzoek. Dit onderzoek kan zowel binnen als buiten de hogeschool een bijdrage leveren omdat steeds meer hogescholen kiezen voor een ander onderwijsconcept.
Door producten en diensten inclusief te ontwerpen kunnen deze beter bruikbaar worden voor een breed publiek of voor specifieke groepen mensen die het lastig vinden hiermee om te gaan. Ontwerpers kunnen daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan een inclusievere samenleving. Onderzoek naar inclusief ontwerpen heeft zich in het verleden vooral gericht op het begrijpen van de behoeften van eindgebruikers, maar recent is de nadruk meer komen te liggen op wat dit vraagt van ontwerpers. Zij ervaren uiteenlopende barrières in het gehele proces van opdrachtformulering tot ontwerp en implementatie. Daarom willen ze hun vermogen voor inclusief ontwerpen versterken, zodat ze beschikbare kennis, vaardigheden, houding, ontwerpprincipes, -tools, richtlijnen en voorbeelden ‘actionable’ kunnen maken in hun eigen ontwerppraktijk. Ontwerpopleidingen willen hun studenten deze competentie ook aanleren. In het project Active Inclusive Design (AID) gaan tien MKB-ontwerpbureaus met rijke uiteenlopende ervaring over inclusief ontwerpen samen met onderzoekers, docenten en co-ontwerpers in een learning community op zoek naar antwoorden op de volgende vraag: Hoe kan het vermogen tot inclusief ontwerpen van (toekomstige) ontwerpers in hun praktijk worden versterkt? Antwoorden op deze vraag worden gevonden door middel van actieonderzoek, waarbij verschillende acties door actieteams in de eigen ontwerp- en onderwijspraktijk worden uitgevoerd. De voorziene acties spitsen zich toe op het versterken van een inclusieve houding, toepassen van bestaande tools, richtlijnen en case-beschrijvingen, volwassenheid van inclusief ontwerpen bij opdrachtgevers en onderwijs over inclusief ontwerpen. De learning community voert regie over alle acties, zal regelmatig reflecteren op de processen die door de acties ontstaan en de opbrengsten daarvan, en zal voortbestaan en zich uitbreiden na afloop van het project. De resultaten van AID in de vorm van tools, werkwijzen, handreikingen en blauwdrukken worden beschikbaar gesteld aan de ontwerp- en onderwijspraktijk middels een website, presentaties en vakpublicaties. Een wetenschappelijke publicatie zal een bijdrage leveren aan theorievorming over ontwerpend vermogen.
Door producten en diensten inclusief te ontwerpen kunnen ontwerpers een belangrijke bijdrage leveren aan een inclusievere samenleving, waarin iedereen op eigen wijze kan participeren. In AID gaan negen mkb-ontwerpbureaus Afdeling Buitengewone Zaken (A/BZ), theRevolution, Design Innovation Group, Greenberry, Ideate, Keen Public, Muzus, Netrex Internet Solutions (Leer Zelf Online) en Vrienden van verandering) die rijke maar uiteenlopende ervaring hebben met inclusief ontwerpen op zoek naar antwoorden op de vraag hoe hun vermogen voor inclusief ontwerpen kan worden versterkt. Ze doen dit middels actie-onderzoek in hun eigen beroepspraktijk en door hun ervaringen te delen met onderzoekers, docenten en co-ontwerpers in een ‘learning community’.