In this article, the main question is whether and, if so, to what extent online journalism raises new moral issues and, if any, what kind of answers are preferable. Or do questions merely appear new, since they are really old ones in an electronic wrapping, old wine in new bottles? And how does journalism deal with the moral aspects of online journalism? The phenomenon of the Internet emerged in our society a few years ago. Since then, a large number of Dutch people have gone online, and the World Wide Web is now an integral part of our range of means of communication. Dutch journalism is online too, although certainly not in the lead. More and more journalists use the Internet as a source, especially for background information. Newspapers have their web sites, where the online version of the printed paper can be read. And that is it for the time being. There are no more far-reaching developments at present, certainly not on a large scale. Real online journalism is rather scarce in the Netherlands. The debate concerning the moral aspects of online journalism is mainly being conducted in the United States. First of all, by way of introduction, I will present an outline of online journalism. The first instance is the online version of the newspaper. Here, only to a certain degree new issues come up for discussion, since the reputation of reliability and accuracy of the papers, in spite of all criticism, also applies to their online versions. Besides, especially in the United States and increasingly in European countries as well, there is the so-called dotcom journalism, the e-zines, the online news sites without any relationship with printed newspapers. This may be the reason why these sites do not have a strong commitment to moral standards, at least as they have developed in the journalistic culture of the newspapers. After having outlined the moral issues arising in online journalism, the question will be addressed whether and, if so, to what extent it is meaningful and desirable to develop instruments of self-regulation for this new phenomenon of journalism.
Research to indicators to build a typology of virtual communities in organized sports.
Social media and sharing economy platforms do not only disrupt industries. They also bypass democratic institutions. That’s not without risk, because the dominant Silicon Valley based online platforms are designed to create shareholder value, not to strengthen society or democracy. Which is unfortunate, because online platforms – if designed to that purpose – can be uniquely power full tools for organising our networked society.In Amsterdam over 90 neighbourhood networks use online platforms for self organisation. This development accelerated from 2010 on. The networks aim at strengthening social ties and local initiatives and are increasingly involved in some way of democratic innovation. This study is a deep dive into this urban bottom-up-movement. It puts the phenomena of online neighbourhood platforms in a broader societal and economical context. It points at the importance of user owned platforms and data. And it draws conclusions on how society and specifically municipal management can bring this movement to a next level. Ultimately with the potential of growing into an alternative for the Silicon Valley owned online platform ecosystem.
Patiëntdata uit vragenlijsten, fysieke testen en ‘wearables’ hebben veel potentie om fysiotherapie-behandelingen te personaliseren (zogeheten ‘datagedragen’ zorg) en gedeelde besluitvorming tussen fysiotherapeut en patiënt te faciliteren. Hiermee kan fysiotherapie mogelijk doelmatiger en effectiever worden. Veel fysiotherapeuten en hun patiënten zien echter nauwelijks meerwaarde in het verzamelen van patiëntdata, maar vooral toegenomen administratieve last. In de bestaande landelijke databases krijgen fysiotherapeuten en hun patiënten de door hen zelf verzamelde patiëntdata via een online dashboard weliswaar teruggekoppeld, maar op een weinig betekenisvolle manier doordat het dashboard primair gericht is op wensen van externe partijen (zoals zorgverzekeraars). Door gebruik te maken van technologische innovaties zoals gepersonaliseerde datavisualisaties op basis van geavanceerde data science analyses kunnen patiëntdata betekenisvoller teruggekoppeld en ingezet worden. Wij zetten technologie dus in om ‘datagedragen’, gepersonaliseerde zorg, in dit geval binnen de fysiotherapie, een stap dichterbij te brengen. De kennis opgedaan in de project is tevens relevant voor andere zorgberoepen. In dit KIEM-project worden eerst wensen van eindgebruikers, bestaande succesvolle datavisualisaties en de hiervoor vereiste data science analyses geïnventariseerd (werkpakket 1: inventarisatie). Op basis hiervan worden meerdere prototypes van inzichtelijke datavisualisaties ontwikkeld (bijvoorbeeld visualisatie van patiëntscores in vergelijking met (beoogde) normscores, of van voorspelling van verwacht herstel op basis van data van vergelijkbare eerdere patiënten). Middels focusgroepinterviews met fysiotherapeuten en patiënten worden hieruit de meest kansrijke (maximaal 5) prototypes geselecteerd. Voor deze geselecteerde prototypes worden vervolgens de vereiste data-analyses ontwikkeld die de datavisualisaties op de dashboards van de landelijke databases mogelijk maken (werkpakket 2: prototypes en data-analyses). In kleine pilots worden deze datavisualisaties door eindgebruikers toegepast in de praktijk om te bepalen of ze daadwerkelijk aan hun wensen voldoen (werkpakket 3: pilots). Uit dit 1-jarige project kan een groot vervolgonderzoek ‘ontkiemen’ naar het effect van betekenisvolle datavisualisaties op de uitkomsten van zorg.
De fashion-industrie is in transitie, nu consumenten steeds meer online zoeken, kopen en communiceren. De meeste retailers hebben inmiddels een webshop gerealiseerd, maar inzicht ontbreekt hoe de fysieke winkel levensvatbaar te maken en houden. Dit betekent in de praktijk dat lastig is om fysieke winkels open te houden hetgeen in veel steden leidt tot teloorgang van winkelstraten en –gebieden. Ook hebben retailers onvoldoende handvatten om de omni-channel consument goed te herkennen en te benaderen en de verschillende kanalen goed op elkaar te laten aansluiten. Veel retailers hebben behoefte aan goede informatie op de winkelvloer over producten en klanten. Graag zouden ze snel willen weten wat consumenten in het verleden hebben gekocht, of ze de nieuwsbrief ontvangen, welke producten er online of in andere filialen nog beschikbaar zijn. Daar kan in een verkoopgesprek op worden ingespeeld. De technologische oplossingen zijn daarvoor beschikbaar, maar deze worden nog maar mondjesmaat gebruikt. Daar waar ze wel beschikbaar zijn, weten medewerkers niet altijd goed hoe ze bijvoorbeeld een medewerkersapp optimaal gebruiken en maken consumenten weinig gebruik van bijvoorbeeld loyalty apps op hun smartphone. Daarnaast bestaat er bij veel retailers wel de wil om te innoveren, maar moeten er eerst barrières worden beslecht. De beschikbare technologie moet zich liefst al in een testsituatie hebben bewezen en men heeft behoefte aan praktische handvatten hoe de technologie optimaal in te zetten. Om tot innovatie in de branche te komen is het daarom nodig om in samenwerking met enkele innovatieve retailers, technologiebedrijven en kennisinstellingen de innovatie markt-fähig te maken. Dit project heeft als doel om een bijdrage te leveren aan de duurzaamheid van de fashion-industrie door relevante klanttechnologie geschikt te maken voor marktintroductie, alsmede de toegevoegde waarde van deze technologie te onderzoeken voor de branche.
Betonprinten biedt veel nieuwe mogelijkheden op het gebied van productie en materiaal, maar vraagt van het MKB en startups flinke investeringen in kennis en middelen om er mee aan de slag te gaan. Met name slicer software, dat 3D modellen omzet naar printercode, vormt een bottleneck omdat deze alleen commercieel en printer-specifiek verkrijgbaar zijn. Saxion, Vertico en White Lioness willen in dit project de haalbaarheid van gratis open source slicer software die als cloud dienst wordt aangeboden onderzoeken. Deze oplossing maakt betonprinten bereikbaar voor meer innovatieve toepassingen vanuit MKB en startups, en vormt een platform voor het verzamelen en delen van kennis op het gebied van betonprinten.