Binnen het lectoraat Goede Onderwijspraktijken staat de persoon van de leerkracht en zijn professionele handelen in de praktijk centraal. Persoonlijk meesterschap is daarbij de kern. Eén van de aspecten daarvan is het ontwikkelen van een visie op goed onderwijs. In dit onderzoek ligt de focus op de manier waarop studenten van de pabo in het studiejaar voorafgaand aan de eindstage (de LIO-fase, waarbij LIO staat voor ‘leraren in opleiding’) hun persoonlijke visie op goed onderwijs ontwikkelen. Er zijn interventies ontworpen en aangeboden waarmee de studenten kunnen worden ondersteund bij het ontwikkelen en verwoorden van een persoonlijke visie op goed onderwijs. In dit onderzoek zijn de volgende vier vragen aan de orde: 1. Hoe ontwikkelt de persoonlijke visie van studenten zich? 2. Welke bronnen hanteren studenten bij het ontwikkelen van hun visie? 3. Welke stimulerende factoren spelen een rol in het ontwikkelen van een persoonlijke visie van studenten? 4. Hoe dragen de ontworpen interventies bij aan de bewustwording en de ontwikkeling van de persoonlijke visie? Het onderzoek is uitgevoerd bij derdejaars studenten van de voltijdroute, tweedejaarsstudenten van de driejarige deeltijdroute en docenten van de leerlijn persoonlijke en professionele ontwikkeling (ppo-docenten). Het onderzoek bestaat uit een literatuuronderzoek, een vragenlijst voor de studenten en focusgroepinterviews met studenten en docenten. Er zijn tien interventies ontworpen om de visieontwikkeling van de studenten te helpen ontwikkelen; deze interventies zijn onderzocht op hun waarde. De interventies zijn uitgevoerd in ppo-groepen (ppo staat voor persoonlijke professionele ontwikkeling). Er is gewerkt met experimentele groepen en controlegroepen.
DOCUMENT
De markt van groepsvakanties en groepsuitjes is sterk in beweging. Mensen gaan steeds meer in groepsverband op pad in wisselende samenstelling. Het aanbod kent steeds meer spelers naast de traditionele groepsaccommodaties. Ook op het gebied van marketing is de sector in beweging met een veelheid aan boekingsplatforms en groepsaccommodatie-ondernemers die het heft in eigen hand nemen. En tot slot kent ook de belangenbehartiging een roerige tijd met de oprichting van de stichting Groepsaccommodaties Nederland (GAN). GAN is een jonge brancheorganisatie die staat voor de belangenbehartiging en promotie van de op dit moment ca. 100 leden, allemaal ondernemers met één of meerdere groepsverblijven. Gelet op al deze ontwikkelingen heeft GAN het initiatief genomen om te komen tot een nieuwe strategische visie voor de groepsaccommodaties. Waar staat deze bedrijfstak voor, wat komt er op de ondernemers af en hoe kunnen ze hierop inspelen? Voor de ontwikkeling van deze visie heeft GAN samenwerking gezocht met het Centre of Expertise Leisure, Tourism and Hospitality (CELTH) en de Hogescholen Breda University of Applied Sciences (BUas; voorheen bekend als NHTV) en NHL Stenden, die hiervoor ook haar European Tourism Futures Institute heeft ingezet. De onderwijsinstellingen hebben met inzet van docenten en studenten diverse deelonderzoeken uitgevoerd die als ‘bouwstenen’ voor het proces op weg naar de visie beschouwd kunnen worden. Aanvullend is nog een schriftelijke enquête gehouden onder (450) groepsaccommodaties in Nederland (respons 34%).
DOCUMENT
De Onderwijsraad (2014) geeft aanbevelingen om meer innovatieve professionals op te leiden. Dit advies past bij het beeld van de hoger opgeleide professional met een onderzoekend vermogen, die goede beroepsproducten maakt (Andriessen, 2014). Katholieke Pabo Zwolle (KPZ) heeft, anticiperend op deze aanbevelingen en mede gezien de regionaal te verwachten tekorten van het aantal leraren basisonderwijs op de arbeidsmarkt vanaf 2018, de Stichting Vierslagleren opgericht. Een startende en een ervaren leraar van dezelfde school volgen samen de master Leren en Innoveren en verrichten beiden als teacher leader in een professionele leergemeenschap een collectief praktijkonderzoek ten behoeve van onderwijsontwikkeling. Het onderzoek beschrijft de beoordeling van de bijdrage van Vierslagleren aan het basisonderwijs en het onderwijs op KPZ en op het effect van het duoleren. Op basis van twee bestaande internationale vragenlijsten (Olivier & Hipp, 2010; Teacher Leadership Exploratory Consortium, 2011) zijn twee Nederlandstalige lijsten geconstrueerd en gevalideerd. De vragenlijsten zijn aangevuld met stimulated-recall interviews met startende en ervaren leraren, schoolleiders, besturen en docenten en tutoren van KPZ. Actoren geven aan dat het onderzoekend vermogen van zowel de professional als van de context waarin hij werkt, vergroot is. Persoonlijke ontwikkeling en schoolontwikkeling gaan hand in hand. Duoleren wordt ervaren als praktische oplossing en als krachtig middel in een veranderingsproces. De docenten en tutoren geven aan dat het onderwijs op KPZ profiteert van de kennis van externen (wetenschappers, collega-docenten van andere instituten en adviseurs) en dat ze profiteren van de kennis uit het werkveld. Vierslagleren heeft niet alleen het onderzoekend vermogen van de professional, maar ook van de organisatie vergroot.
DOCUMENT
Zoals al mijn collega’s kunsttheorie, heb ik een eigen visie ontwikkeld op het vak met eigen overwegingen en accenten. In de vakgroep hebben wij die verschillende visies kunnen samenvoegen in gezamenlijke stukken, in talloze studieprogramma’s en andere stukken geschreven ten behoeve van het kunstonderwijs, binnen en buiten de academie. Dit stuk heeft een ander doel en wil laten zien hoe mijn persoonlijke visie op het vakgebied zich heeft ontwikkeld. Ik heb verschillende manieren om dit verhaal te doen overwogen en heb uiteindelijk als rode draad gekozen voor het inzoomen op een aantal belangrijke leermeesters; in mijn visie leven veel ideeën van anderen voort en je bent in feite ‘een batterij’ (naar Joseph Beuys) van actief gebleven stromen, van relaties tussen heden en verleden. Per onderdeel in dit verhaal staat een aspect van de kunsttheorie centraal dat ik relevant vind voor het vakgebied, gekoppeld aan een aantal specifieke leermeesters en momenten. Per onderdeel start ik met een ‘beginselverklaring”. In de uitwerking van elk onderdeel tracht ik niet generaliserend, niet op een theoretische, maar op een persoonlijke manier verslag te doen van de wijze waarop ik het vakgebied heb leren kennen.
DOCUMENT
In de afgelopen decennia is de visie op verslaving sterk veranderd. Het momenteel vigerende model in de wetenschap is het hersenziektemodel, maar dit model is momenteel onderhevig aan kritiek en lijkt vooral van toepassing op mensen met een ernstige vorm van verslaving. Wanneer de ideeën vanuit de herstelbenadering worden gelegd naast de visies op verslaving, dan valt op dat het biopsychosociale (BPS) het best passend is bij deze benadering. Tegelijkertijd valt op dat bij de herstelbenadering wordt gesproken over het begrip ’een zinvol bestaan’ en zingeving, maar dat dit begrip niet naar voren komt in het BPS model. In dit artikel wordt daarom gepleit voor toevoeging van een zingeving component aan het BPS model, waardoor een BPSZ model ontstaat. Daarbij bestaat nog wel de vraag of zingeving een vierde domein is of bovenliggend of onderliggend aan de andere drie domeinen. Betoogd wordt dat zingeving niet nieuw is binnen de verslavingszorg en dat toevoeging betekent dat met iedere persoon die zich aanmeldt voor zorg moet worden gezocht naar het persoonlijke verhaal achter de verslaving en de oplossing hiervan.
MULTIFILE
De afgelopen 10 jaar heeft Prof.Dr. Olaf van Kooten als lector Duurzame verbindingen in de Greenport bij Hogeschool Inholland, Research & Innovation Centre Agri, Food & Life Sciences, meegewerkt aan bijzondere ontwikkelingen in de tuinbouwsector. De ontwikkelingen in het huidige onderzoek zijn bepalend voor de tuinbouw in de komende decennia. Een systemische visie is noodzakelijk voor het creëren van een duurzame toekomst, waarin de tuinbouw haar belangrijke functie kan vervullen in evenwicht met de natuur en de samenleving.
DOCUMENT
Dit artikel betreft het oorspronkelijke stuk waar de publicatie "Visie verbinding en verantwoordelijkheid, pijlers voor het onderwijs." in de nieuwsbrief van DHO op is gebaseerd.
DOCUMENT
Veertien docenten met uiteenlopende onderwijsvisies in de Domeinen Gezondheid, Sport en Welzijn (GZW) en Business, Finance & Law (BFL) zijn geïnterviewd in het najaar 2023 over hun visie op Student als (Inhoudelijke) Partner. Hoe kijken zij aan tegen studentparticipatie, Student als Partner, en Student als Inhoudelijke partner? Waar zien zij kansen en uitdagingen? Het interview startte met de vraag waarom ze het onderwijs ingegaan zijn, en wat energie geeft.
DOCUMENT
In hoeverre zou een basisschool ook de persoonsvorming van kinderen voor haar rekening moeten nemen? Aan dit artikel in Didactief (7-2021) voegen Peter Elshout en Mascha Enthoven in de discussie tussen Martijn Meeter en Gert Biesta voegen Peter Elshout en Mascha Enthoven een derde stem toe.Ja, persoonsvorming gebeurt op allerlei momenten tijdens het onderwijs, of we er nu doelen voor stellen of niet. En nee, dit betekent niet dat we er als leerkrachten niets mee moeten of kunnen doen. Leerkrachten kunnen een zachte grip op de persoonsvorming van kinderen krijgen door te reflecteren op eigen heel persoonlijke rol voor de klas.
DOCUMENT
Hoofdstuk 38 uit boek: Er is veel geschreven over leren, maar goede en toegankelijke overzichtswerken zijn er nauwelijks. Een basiswerk over leren in en om organisaties ontbrak al helemaal. Tot nu toe, want die constatering bracht Manon Ruijters en Robert-Jan Simons ertoe een basisboek te maken met 50 gezichtsbepalende concepten rond leren en ontwikkelen: 'Canon van het leren'. De ambitieuze auteurs kregen hulp van ruim vijftig auteurs, mensen uit wetenschap en praktijk, zodat er 50 toelichtingen op belangrijke concepten en hun grondleggers ontstonden. Deze auteurs brengen de theorieën niet alleen helder en zonder overbodige poespas over, maar delen hun persoonlijke fascinatie, ervaring en kritische reflecties.
LINK