Hogeschool Utrecht, Kenniscentrum Sociale Innovatie Gemeenten zijn vanaf 2015 voor een nog grotere groep kwetsbare burgers de toegangspoort tot ondersteuning bij het meedoen in de samenleving. Door de decentralisatie van de AWBZ begeleiding zal de vraag waarmee burgers naar de gemeente komen complexer worden. Gemeenten pakken deze complexe vraagstukken steeds meer op vanuit een brede blik, dat wil zeggen over levensterreinen heen en op het hele sociale domein (werk, inkomen, opvoeding, zorg en ondersteuning) Dit vraagt behoorlijk wat van de gespreksvoerder die het Gesprek voert met de burger. In deze Train-de-trainer bieden de Hanzehogeschool Groningen, Academie voor Sociale Studies – lectoraat Rehabilitatie; Hogeschool Utrecht, kenniscentrum sociale innovatie – lectoraat participatie, zorg en ondersteuning; en Movisie trainingsmateriaal voor de gespreksvoerder, zodat deze in staat is het gesprek op een goede manier te voeren. In deze training besteden we aandacht aan: 1. De context en het kader waarin het gesprek plaatsvindt. 2. Het Gesprek met verschillende doelgroepen. 3. Gesprekstechnieken en contactvaardigheden. 4. Integraal werken en netwerkversterking.
DOCUMENT
Videoverslag van Train de Trainer, een professionaliseringsprogramma met als onderwerp 'Strategisch en conceptueel denken' ontwikkeld door Jaap van der Grinten (projectleider) en Helma Weijnand-Schut van Hogeschool Inholland. In dit internationaal georiënteerde programma, participeerden docenten van drie hogescholen èn vertegenwoordigers uit de aan het project verbonden bedrijven, in totaal 18 cursisten. In de week van 23 juni 2014 verzorgde Julia Sloan (Columbia University New York) een inspirerende ‘state of the art’ tweedaagse over strategisch en conceptueel leren denken en over het belang van het verbinden van die twee manieren van denken. Het theoretische fundament kreeg praktische handen en voeten door een fieldtrip waarin ervaringen met het verbinden van strategisch en conceptueel denken vanuit het perspectief van een reclamebureau-klantcombinatie gedeeld werden: Communicatie en adviesbureau N=5 in samenwerking met KPN. Train de trainer is een onderdeel van het Amsterdam Creative Industries Centre of Expertise. amsterdamcreativeindustries.com'
DOCUMENT
Gemeenten zijn vanaf 2015 voor een nog grotere groep kwetsbare burgers de toegangspoort tot ondersteuning bij het meedoen in de samenleving. Door de decentralisatie van de AWBZ begeleiding zal de vraag waarmee burgers naar de gemeente komen complexer worden. Gemeenten pakken deze complexe vraagstukken steeds meer op vanuit een brede blik, dat wil zeggen over levensterreinen heen en op het hele sociale domein (werk, inkomen, opvoeding, zorg en ondersteuning). Dit vraagt wat van de gespreksvoerder die, zoals in onderstaande infographic van het ministerie van VWS is weergegeven, het Gesprek voert met de burger.In deze Train-de-trainer bieden de Hanzehogeschool Groningen, Academie voor Sociale Studies - lectoraat Rehabilitatie; Hogeschool Utrecht, kenniscentrum sociale innovatie - lectoraat participatie, zorg en ondersteuning; en Movisie trainingsmateriaal voor de gespreksvoerder, zodat deze in staat is het gesprek op een goede manier te voeren. In deze training besteden we aandacht aan:1. De context en het kader waarin het gesprek plaatsvindt.2. Het Gesprek met verschillende doelgroepen.3. Gesprekstechnieken en contactvaardigheden.4. Integraal werken en netwerkversterking.
MULTIFILE
Wearable technologies are being implemented in the health and medical context with increasing frequency. Such technologies offer valuable opportunities to stimulate self-management in these domains. In this context, engagement plays a crucial role. An engaged patient is a patient who is emotionally involved and committed to the therapy or care process. Particularly for children who have to follow some sort of therapy, engagement is important to ensure a successful outcome of the therapy. To design for engagement, a framework based on theories of motivation in child therapy was developed. This framework was applied to the design of a wearable breathing trainer for children with asthma and dysfunctional breathing. As such, the present paper provides knowledge about the implementation of theory on engagement and motivation in design. Expert and first user evaluations found that the resulting prototype is appealing, perceived as useful, and may engage children in breathing training and stimulate self-management. CC BY (https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/)
MULTIFILE
Het UPPScAle-partnerschap heeft tot doel de bachelorcurricula voor pijnwetenschappen in de bachelor fysiotherapie in heel Europa te innoveren, verbeteren en standaardiseren. Er is een dynamische Open Education Source ontwikkeld om academici te ondersteunen met behulp van een verscheidenheid aan onderwijs- en beoordelingsmethoden om de leermogelijkheden voor studenten in heel Europa en daarbuiten te vergroten (e-learning, probleemoplossing -gebaseerd leren en case studies). Educatieve output als lezingen, Train-the-Trainer-handleidingen, reflectief dagboek en beoordelingen, wordt via deze website aangeboden.
LINK
Between 1 March 2021 and 30 April 2023, a consortium (consisting of in the Netherlands: the National Library of the Netherlands (Koninklijke Bibliotheek -KB), The Hague University of Applied Sciences, the Netherlands Institute for Sound and Vision in Hilversum; in Belgium: Media & Learning Association in Leuven and Public Libraries 2030 in Brussels; and in Spain: Fundación Platoniq in Barcelona) carried out an Erasmus+-funded research project on news media literacy among young people. It involved Dutch, Belgian and Spanish young people aged 12-15. The acronym SMILES, which stands for 'innovative methodS for Media & Information Literacy Education involving schools and librarieS', was chosen for the project title. The main goals of the SMILES project are: • Forming pairs between librarians and secondary school teachers in the three European countries, who were empowered through train-the-trainer workshops to teach secondary school students about news media literacy in relation to disinformation; • Helping students use digital technologies more safely and responsibly with a focus on recognising reliable and authentic information versus becoming more resilient to disinformation; • Developing five building blocks serving as teaching materials for Dutch, Belgian and Spanish pupils aged 12-15 with the aim of making them recognise disinformation and making them more resilient against it; • A scientific evaluation of the effectiveness of the implemented lessons through impact measurement using 'pre-knowledge tests' and 'post-knowledge tests'; • A strengthening of existing collaborations and creation of new collaborations between schools and libraries in the three partner countries. The SMILES project was implemented through three work packages. In the first work package, five so-called 'Baseline studies', or literature reviews, were conducted. The focus was on what the different educational approaches in Spain, Belgium and the Netherlands are with regard to disinformation and how these approaches can be linked. Based on these studies, the five building blocks were developed in the second work package. In addition, the teaching pairs were offered the training programme developed by SMILES through a 'train-the-trainer methodology' to safely and responsibly deploy the use of digital media tools during lessons with students. Also, based on the disinformation literature, the knowledge tests were designed to conduct an impact measurement of the train-the-trainer workshops and lessons among the trainers (teaching pairs) and students, respectively. These knowledge tests contained statements on disinformation that were answered correctly or incorrectly by respondents. The number of correctly answered statements prior to the lessons was compared with the number of correctly answered statements after the lessons. In this way, an attempt was made to prove a positive learning effect of the deployed lessons. In the third work package, the results from the pre-knowledge tests and the post-knowledge tests were analysed. In addition to these quantitative analyses, qualitative results were also used to analyse and look at the extent to which the training provided to trainers (teaching pairs) and the lessons with the five building blocks for students proved effective in teaching, recognising and becoming more resilient to disinformation, respectively. In doing so, we also reflect on whether the methodology tested has been effective in the three countries: what are the best practices and where do we see areas for improvement?
DOCUMENT
De training Digital Storytelling en opleiding tot trainer Digital Storytelling worden door het lectoraat Vernieuwende Opleidingsmethodiek en -didactiek van de Faculteit Educatie van de Hogeschool Utrecht samen met de Faculteit Maatschappij en Recht van de Hogeschool Utrecht uitgewerkt tot een multimediale methode voor pedagogen, docenten, coaches, opleiders, leraren en social workers.
DOCUMENT
The research methodology will be developmental research, defined as The systematic study of designing, developing and evaluating instructional programs, processes and products that must meet the criteria of internal consistency and effectiveness. (Richey and Nelson, 1996, p. 1213). Using this kind of methodology will allow me to find outcomes on a Self-Direction Learning (SDL) design process together with colleagues and student teachers - and to carry out several designed learning arrangements from an educational perspective. From the pedagogic perspective I intend to improve the relation between teacher trainer and student teacher with the accent on development, stimulation and support of SDL. This will be done during the design and carrying out of learning arrangements and also by training teacher trainers in the necessary skills of SDL in the context of relational/pedagogic didactic. Looking from both related perspectives it will lead to a construction of an SDL-environment in which teacher trainers and student teacher will learn effectively together.
DOCUMENT
Tussen 1 maart 2021 en 30 april 2023 heeft een consortium (bestaande uit in Nederland: de Koninklijke Bibliotheek (KB), De Haagse Hogeschool, het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid te Hilversum; in België: Media & Learning Association te Leuven en Public Libraries 2030 te Brussel; en in Spanje: Fundación Platoniq te Barcelona) een door Erasmus+ gesubsidieerd onderzoeksproject uitgevoerd naar nieuwsmediawijsheid onder jongeren. Het ging om Nederlandse, Belgische en Spaanse jongeren in de leeftijd van 12-15 jaar. Voor de projecttitel is gekozen voor het acroniem SMILES, dat staat voor ‘innovative methodS for Media & Information Literacy Education involving schools and librarieS’. De belangrijkste doelen van het SMILES-project zijn: • Het vormen van duo’s tussen bibliothecarissen en docenten uit het voortgezet onderwijs in de drie Europese landen, die met behulp van train-the-trainer workshops in staat werden gesteld om middelbare scholieren les te geven over nieuwsmediawijsheid in relatie tot desinformatie; • De leerlingen helpen om digitale technologieën veiliger en verantwoorder te gebruiken met een focus op de herkenning van betrouwbare en authentieke informatie versus het weerbaarder worden tegen desinformatie; • Het ontwikkelen van vijf modules dienend als lesmateriaal voor de Nederlandse, Belgische en Spaanse leerlingen tussen de 12-15 jaar met als doel hen desinformatie te laten herkennen en hen hiertegen weerbaarder te maken; • Een wetenschappelijke evaluatie van de effectiviteit van de geïmplementeerde lessen door middel van een effectmeting met behulp van ‘kennistoetsen vooraf’ en ‘kennistoetsen achteraf’; • Een versterking van de bestaande samenwerkingen en het opzetten van nieuwe samenwerkingen tussen scholen en bibliotheken in de drie partnerlanden. Het SMILES-project is uitgevoerd aan de hand van drie werkpakketten. In het eerste werkpakket werden vijf zogenaamde ‘Baseline-onderzoeken’, oftewel literatuuronderzoeken, uitgevoerd. Centraal stond de vraag wat de verschillende onderwijsbenaderingen in Spanje, België en Nederland zijn met betrekking tot desinformatie en hoe deze benaderingen met elkaar zijn te verbinden. Op basis van deze onderzoeken werden in het tweede werkpakket de vijf modules ontwikkeld. Daarnaast werd aan de onderwijzende duo’s het door SMILES op maat ontwikkelde trainingsprogramma aangeboden via een ‘train-the-trainer-methodiek’ om veilig en verantwoord het gebruik van digitale mediatools in te kunnen zetten tijdens de lessen met de leerlingen. Ook werden op basis van de literatuur omtrent desinformatie de kennistoetsen ontworpen om een effectmeting van de train-the-trainer workshops en de lessen te kunnen uitvoeren onder respectievelijk de trainers (onderwijzende duo’s) en de leerlingen. Deze kennistoetsen bevatten stellingen over desinformatie die door respondenten juist of onjuist beantwoord werden. Het aantal juist beantwoorde stellingen voorafgaand aan de lessen werd vergeleken met het aantal juist beantwoorde stellingen na afloop van de lessen. Op deze manier werd getracht een positief leereffect van de ingezette lessen te bewijzen. In het derde werkpakket werden de resultaten uit de ‘kennistoetsen vooraf’ en de ‘kennistoetsen achteraf’ geanalyseerd. Naast deze kwantitatieve analyses, werd ook met behulp van kwalitatieve resultaten geanalyseerd en bekeken in hoeverre de trainingen aan de trainers (onderwijzende duo’s)en de lessen met de vijf modules voor de leerlingen doeltreffend zijn gebleken in het respectievelijk onderwijzen, herkennen van en weerbaarder worden tegen desinformatie. Daarmee reflecteren we ook op de vraag of de geteste methodologie in de drie landen effectief is geweest: wat zijn de ‘best practices’ en waar zien we verbeterpunten? Uit de analyse blijkt dat de stellingen uit de kennistoetsen onvoldoende aansluiten bij de modules om een significante leercurve te kunnen vaststellen. Wel blijkt uit de kennistoetsen dat leerlingen zélf zeggen na het volgen van de lessen het verschil te kunnen zien tussen desinformatie en betrouwbaar nieuws. Daarnaast geven de leerlingen aan nieuwe dingen te hebben geleerd en meer te willen weten over het onderwerp desinformatie. Het leereffect blijkt ook uit de analyse van de kwalitatieve data: de modules hebben duidelijk een toegevoegde waarde in het verzorgen van onderwijs over nieuwsmediawijsheid in relatie tot desinformatie en journalistiek. Ook uit de kennistoetsen die onder de trainers (de onderwijzende duo’s) zijn ingevuld, blijken geen significante verschillen tussen het aantal juist beantwoorde stellingen in de ‘kennistoets vooraf’ en ‘kennistoets achteraf’ en zijn er geen duidelijke onderlinge verschillen tussen de landen waarneembaar. Wel blijkt, ook hier weer op grond van de kwalitatieve data, dat een ruime meerderheid van de trainers na afloop van de train-the-trainer workshops het gevoel heeft zelf de lessen aan de leerlingen te kunnen verzorgen. Ook blijkt uit de verschillende kwalitatieve bronnen dat docenten erg positief zijn over de modules. Zij geven aan dat de modules goed in elkaar zitten en een toevoeging vormen op het bestaande lesmateriaal. Alle trainers geven dan ook aan door te gaan met het onderwijzen van de door SMILES ontwikkelde modules, al zullen ze dat in de nabije toekomst soms in aangepast vorm doen. Het onderhavige rapport sluit af met aanbevelingen voor docenten en bibliotheekprofessionals die aan de slag willen gaan met de door SMILES ontwikkelde en geteste modules.
DOCUMENT
Een coalitie van V.V. De Meern, Hogeschool Utrecht en sportwelzijnsorganisatie Harten voor Sport heeft in 2014 het project Trainerskracht opgezet. Per september 2016 zijn omnivereniging Zwaluwen Utrecht 1911 en korfbalvereniging Synergo aangesloten. Bij dit project worden deelnemers met passie voor sport, maar met problemen op andere leefgebieden opgeleid als trainer. Het doel is dat deelnemende jongeren1 een groei doormaken op andere leefgebieden, zoals school of werk. In samenwerking met onder andere jongerenwerk, welzijnsinstellingen en scholen in de gemeente Utrecht bereikt Trainerskracht een brede doelgroep. In de eerste fase van het traject geven ze voetbal- of korfbaltraining aan kinderen. Dit zijn bijvoorbeeld kinderen die op de wachtlijst staan van de sportvereniging. Daarnaast participeren de deelnemers als begeleider in de door Harten voor Sport georganiseerde activiteiten in verschillende wijken van Utrecht.
DOCUMENT