Scholen kunnen potentieel een belangrijke rol spelen in het stimuleren van bewegen bij jongeren, de school bereikt immers vrijwel alle jongeren en bovendien brengen jongeren het grootste deel van de week door binnen de schoolmuren. Er is echter nog maar weinig specifiek onderzoek gedaan naar factoren tijdens de schooldag die invloed hebben op de fysieke activiteit van leerlingen. In dit artikel de eerste resultaten van een onderzoek bij een groep middelbare scholieren waarbij gedurende een week hun energieverbruik is gemeten.
DOCUMENT
In dit artikel is het energieverbruik van adolescenten gedurende een schoolweek en een weekend in kaart gebracht. Hierbij is gebruik gemaakt van gecombineerde hartslag-versnellingsmeters. Doordat deelnemers gelijktijdig een beweegdagboek bij hebben gehouden kon ook de afzonderlijke bijdrage aan het totale energievebruik van lichamelijke opvoeding, actief transport naar school en sporten in de vrije tijd bepaald worden.
LINK
It has been suggested that physical education (PE) and active transport can make a meaningful contribution to children's physical activity (PA) levels. However, data on the contribution these activities to total PA is scarce, and PE's contribution to total physical activity energy expenditure (PAEE) has to our knowledge never been determined. This is probably explained by the methodological complexity of determining PAEE (Welk, 2002). In this paper, we present the first data of an ongoing study using combined heart rate monitoring and accelerometry, together with activity diaries. Over the six measurement days, PE contributed 5% to total PAEE, and 16% to school-related PAEE, whereas active transportation had a much larger contribution.
DOCUMENT
Top Tien suggesties voor het onderwijs In het onderzoek Studentenwelzijn van het lectoraat Studiesucces is in kaart gebracht hoe het gaat met studenten. Er is onder andere onderzocht hoe gezond en bevlogen de studenten zijn en hoe zij hun studiehulpbronnen en persoonlijke energiebronnen, zoals veerkracht en zelfeffectiviteit ervaren. Uit het onderzoek blijkt dat de studenten overwegend vinden dat ze een gezonde leefstijl hebben en zichzelf als gezond beschouwen. Daarbij ervaart echter een groot deel van de studenten regelmatig (in hoge mate) stress tijdens de studententijd.
DOCUMENT
Aan de hand van casussen uit het ouderenwerk, jongerenwerk, opbouwwerk en de GGZ,wordt beschreven hoe actief burgerschap in de werkpraktijk gestalte krijgt.
DOCUMENT
Lesboek voor de vmbo-student, profiel Mobiliteit en Transport. De student gaat een onderzoek doen naar duurzame ontwikkeling volgens acht vaste stappen.
MULTIFILE
Kinderen die niet zo actief zijn halen ongeveer de helft van hun beweging uit schooltijd (Stuij, Wisse, Mossel, Lucassen, & Dool, 2011). Extra beweegmomenten op school zijn daarom juist voor deze doelgroep een goede aanvulling op het dagelijks bewegen. De laatste jaren blijkt steeds vaker dat dit tevens veelal positieve gevolgen heeft voor de schoolprestaties van kinderen (Rasberry et al., 2011). Hoe kan dat? En is elke vorm van bewegen in de pauze even goed?
DOCUMENT
Er is een nieuw hoera-begrip in beleidsland, te weten actief burgerschap. Het begrip is bezig een steile klim aan populariteit te maken en duikt na jarenlange afwezigheid terug in steeds meer beleidsstukken, nieuwsmedia en onderzoeksrapporten op. Het is het nieuwste medicijn om maatschappelijke uitdagingen te lijf te gaan. In internationale context gaat het dan om citizenship , in Nederlandstalig gebied om burgerschap, eigen verantwoordelijkheid of normen en waarden. Actief burgerschap is evenwel geen nieuwe uitvinding, maar duikt met enige regelmaat op in het denken over publieke dienstverlening. Bovendien leidt het frequente gebruik van de term niet automatisch tot duidelijkheid over wat er precies mee bedoeld wordt, noch tot een consensus over de wenselijkheid er een aangrijpingspunt voor beleid in te vinden. Er is sprake is sterke taalvervuiling en enige milieuzorg is dringend nodig. Nu de bandbreedte van lokaal beleid sterk toeneemt, is een consensus over inhoud en relevantie van burgerschap wenselijk. Deze publicatie vouwt het begrip actief burgerschap open en belicht de verschillende dimensies en aanknopingspunten voor beleid, met name het grotestedenbeleid in Eindhoven.
DOCUMENT
Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de private clean tech sector in Oost-Nederland (Gelderland en Overijssel). Clean tech is de verzamelnaam voor producten en diensten die een bijdrage leveren aan een schonere aarde. Als basis voor het onderzoek is een zo volledig mogelijke lijst van bedrijven één voor één opgebouwd op basis van de beschikbare informatie van intermediaire organisaties en kennisinstellingen. De bedrijven zijn actief op het vlak van duurzame energie (zon, wind, biomassa, waterstof), duurzame bouw, duurzaam transport, energiezuinige componenten voor apparaten, recycling, adviesverlening op het vlak van duurzaamheid, duurzame materialen en systemen of schoon water.
MULTIFILE
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE