Dienst van SURF
© 2025 SURF
Current guidelines on secondary prevention of cardiovascular disease recommend nurse-coordinated care (NCC) as an effective intervention. However, NCC programmes differ widely and the efficacy of NCC components has not been studied. To investigate the efficacy of NCC and its components in secondary prevention of coronary heart disease by means of a systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials. 18 randomised trials (11 195 patients in total) using 15 components of NCC met the predefined inclusion criteria. These components were placed into three main intervention strategies: (1) risk factor management (13 studies); (2) multidisciplinary consultation (11 studies) and (3) shared decision making (10 studies). Six trials combined NCC components from all three strategies. In total, 30 outcomes were observed. We summarised observed outcomes in four outcome categories: (1) risk factor levels (16 studies); (2) clinical events (7 studies); (3) patient-perceived health (7 studies) and (4) guideline adherence (3 studies). Compared with usual care, NCC lowered systolic blood pressure (weighted mean difference (WMD) 2.96 mm Hg; 95% CI 1.53 to 4.40 mm Hg) and low-density lipoprotein cholesterol (WMD 0.23 mmol/L; 95% CI 0.10 to 0.36 mmol/L). NCC also improved smoking cessation rates by 25% (risk ratio 1.25; 95% CI 1.08 to 1.43). NCC demonstrated to have an effect on a small number of outcomes. NCC that incorporated blood pressure monitoring, cholesterol control and smoking cessation has an impact on the improvement of secondary prevention. Additionally, NCC is a heterogeneous concept. A shared definition of NCC may facilitate better comparisons of NCC content and outcomes.
MULTIFILE
Video game designers iteratively improve player experience by play testing game software and adjusting its design. Deciding how to improve gameplay is difficult and time-consuming because designers lack an effective means for exploring decision alternatives and modifying a game’s mechanics. We aim to improve designer productivity and game quality by providing tools that speed-up the game design process. In particular, we wish to learn how patterns en- coding common game design knowledge can help to improve design tools. Micro-Machinations (MM) is a language and software library that enables game designers to modify a game’s mechanics at run-time. We propose a pattern-based approach for leveraging high-level design knowledge and facilitating the game design process with a game design assistant. We present the Mechanics Pattern Language (MPL) for encoding common MM structures and design intent, and a Mechanics Design Assistant (MeDeA) for analyzing, explaining and understanding existing mechanics, and generating, filtering, exploring and applying design alternatives for modifying mechanics. We implement MPL and MeDeA using the meta-programming language Rascal, and evaluate them by modifying the mechanics of a prototype of Johnny Jetstream, a 2D shooter developed at IC3D Media.
De eerste uitgave van deze publicatie is in 1991 samengesteld onder auspiciën van de werkgroep "Kwaliteitsborgingsaspecten bij de vervaardiging van gelaste constructie" ressorterend onder de stuurgroep van het NIL Collectieve Onderzoeksproject "Lassen in de Ketel- en Apparatenbouw". In 2009 is deze publicatie aangepast aan de huidige stand der techniek. De inhoud van deze publicatie gaat in op de verschillende normen ten aanzien van kwaliteitsborging en de warmtehuishouding bij het lassen. Tevens wordt getracht informatie te verschaffen met betrekking tot het hoe en waarom van de "variabelen" die staan vermeld op de lasmethodebeschrijving. Dit laatst genoemde document zal in belangrijkheid gaan toenemen als instrument bij een verantwoord kwaliteitsbeleid. Bij gelaste constructies wordt uitgegaan van een minimum wanddikte van 3 mm.
MUSE supports the CIVITAS Community to increase its impact on urban mobility policy making and advance it to a higher level of knowledge, exchange, and sustainability.As the current Coordination and Support Action for the CIVITAS Initiative, MUSE primarily engages in support activities to boost the impact of CIVITAS Community activities on sustainable urban mobility policy. Its main objectives are to:- Act as a destination for knowledge developed by the CIVITAS Community over the past twenty years.- Expand and strengthen relationships between cities and stakeholders at all levels.- Support the enrichment of the wider urban mobility community by providing learning opportunities.Through these goals, the CIVITAS Initiative strives to support the mobility and transport goals of the European Commission, and in turn those in the European Green Deal.Breda University of Applied Sciences is the task leader of Task 7.3: Exploitation of the Mobility Educational Network and Task 7.4: Mobility Powered by Youth Facilitation.
In tijden van toenemende culturele diversiteit en arbeidsonzekerheid hebben jongeren in Nederlandse en Duitse stadswijken grote behoefte aan richting met betrekking tot hun toekomstige leven. Ouders en leraren lijken zelf vaak te worden overweldigd door de snel veranderende wereld waarin ze leven. Naast deze veranderingen neemt het gebruik van sociale media sterk toe, waardoor de al bestaande generatiekloof nog groter wordt. Deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de levensloopperspectieven van jongeren en leiden er vaak toe dat ze meer dan ooit richting zoeken bij hun leeftijdgenoten. In plaats van dit te zien als een problematische situatie, is dit project erop gericht de netwerken van jongeren te gebruiken als bron voor verbetering van de stadswijken. Het basisidee is jonge adolescenten (in de leeftijd van 12-14 jaar) te empoweren via bepaalde leeftijdgenoten die al gerespecteerd, verantwoordelijk en stabiel in het leven staan. Deze ‘homies’ (vier Nederlandse en vier Duitse jongeren) worden getraind en begeleid door experts op het gebied van oplossingsgericht denken en inspirerende communicatie. Daarna gaan de homies aan de slag in hun eigen wijk, waar ze drie maanden actief zullen zijn. De meeste communicatie met hun leeftijdgenoten zal verlopen via mobiele communicatie en sociale medianetwerken. In het begeleidende onderzoek wordt een analyse gemaakt van de leefsituatie van jongeren in de geselecteerde wijken voor en na de tussenkomst van de homies. De homies houden zelf een (mobiel) dagboek bij dat inzicht zal bieden in hoe zij zelf de veranderingen bij de jongeren in hun wijk zien.
Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven (laaggeletterden) zijn ondervertegenwoordigd in onderzoek, waardoor een belangrijke onderzoekspopulatie ontbreekt. Dit is een probleem, omdat zorgbeleid dan onvoldoende op hun behoeften wordt aangepast. Laaggeletterden hebben vaak een lage sociaal economische positie (SEP). Mensen met een lage SEP leven gemiddeld 4 jaar korter en 15 jaar in minder goed ervaren gezondheid vergeleken met mensen met een hoge SEP. Om laaggeletterden te betrekken in onderzoek, is het o.a. nodig om onderzoek toegankelijker te maken. Dit project draagt hieraan bij door de ontwikkeling van een toolbox voor toegankelijke (proefpersonen)informatie (pif) en toestemmingsverklaringen. We ontwikkelen in co-creatie met de doelgroep toegankelijke audiovisuele materialen die breed ingezet kunnen worden door (gezondheids)onderzoekers van (zorggerelateerde) instanties/bedrijven én kennisinstellingen voor de werving voor en informatieverstrekking over onderzoek. In de multidisciplinaire samenwerking met onze partners YURR.studio, Pharos, Stichting ABC, Stichting Crowdience, de HAN-Sterkplaats en de Academische Werkplaats Sterker op eigen benen (AW-SOEB) van Radboudumc stellen we de behoeften van de doelgroep centraal. Middels creatieve sessies en gebruikerservaringen wordt in een iteratief ontwerpende onderzoeksaanpak toegewerkt naar diverse ontwerpen van informatiebrieven en toestemmingsverklaringen, waarbij de visuele communicatie dragend is. Het ontwikkelproces biedt kennisontwikkeling en hands-on praktijkvoorbeelden voor designers en grafisch vormgevers in het toegankelijk maken van informatie. Als laaggeletterden beter bereikt worden d.m.v. de pif-toolbox, kunnen de inzichten van deze groep worden meegenomen. Dit zorgt voor een minder scheef beeld in onderzoek, waardoor (gezondheids)beleid zich beter kan richten op kwetsbare doelgroepen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het verkleinen van gezondheidsverschillen.