Gecijferdheid als basisvaardigheid
Start:
Eind:
In Nederland zijn meer dan twee miljoen mensen laaggecijferd. Dat gaat verder dan alleen hoofdrekenen. Je hebt gecijferdheid namelijk nodig in je dagelijks leven om informatie te begrijpen. Denk bijvoorbeeld aan de temperatuur aflezen, of besparen op je boodschappen. Omgaan met getallen, data en grafieken in een digitaliserende wereld is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Waarnemend lector Lonneke Boels van Hogeschool Utrecht deed samen met collega's onderzoek naar hoe gecijferdheid binnen Nederland kan worden versterkt en kwam tot verrassende conclusies.
Wat je leest in dit artikel
Zo’n twee en een half miljoen mensen in Nederland hebben moeite met gecijferdheid. Dat gaat verder dan hoofdrekenen. Ook toeslagen berekenen, de energierekening aflezen en een weergrafiek begrijpen behoren hiertoe. Binnen het lectoraat Wiskundig en Analytisch vermogen van Professionals op de Hogeschool Utrecht werd onderzoek gedaan naar de gecijferdheid in Nederland én Europa. Dit artikel belicht het onderzoek en de belangrijkste resultaten.
Over het onderzoek
Het onderzoek Gecijferdheid als basisvaardigheid wil het niveau van gecijferdheid binnen Nederland verhogen. Gecijferdheid bevordert namelijk zelfstandigheid en draagt bij aan de algehele gezondheid. Lectoraten sturen aan op een ander beleid, geven presentaties en stellen nieuw ontwikkeld materiaal ter beschikking. Zo werken ze toe naar een maatschappij die gecijferdheid als basisvaardigheid ziet.
Lonneke Boels is waarnemend lector en onderzoeker aan de Hogeschool Utrecht. Eerder werkte ze zo’n twintig jaar als docent wiskunde in het onderwijs en promoveerde ze aan de Universiteit Utrecht. Ook heeft ze lange tijd ervaring in het bedrijfsleven.
Gecijferdheid ligt haar na aan het hart. Boels vertelt: ‘"Als mensen hun gecijferdheid versterken, krijgen ze meer zelfvertrouwen en lopen ze minder risico op schulden. Ze hebben bijvoorbeeld minder kans om toeslagaanvragen verkeerd in te vullen en kunnen makkelijker besparen op hun energierekening. Ook hebben ze vaker een hoger inkomen en een betere gezondheid. Ik gun dat iedereen; juist ook mensen die dat van huis uit minder hebben meegekregen of hun opleiding niet hebben afgemaakt. Mijn opa heeft zijn basisschool niet kunnen afmaken; voor mensen zoals hij wil ik betere kansen creëren. Het versterken van gecijferdheid is daar onderdeel van."
"Er wordt landelijk te weinig aandacht aan besteed, terwijl gecijferdheid zo’n cruciale vaardigheid in iemands leven is. Dat zijn geen complexe rekensommen, want daar hebben we rekenmachines voor. Het gaat dus echt om bijvoorbeeld het regelen van je eerste huurwoning, de getallen in je medische dossier begrijpen of abonnementen afsluiten. Met dit onderzoek willen we meer aandacht vestigen op gecijferdheid als basisvaardigheid. We ontwikkelen lesmateriaal zodat andere partijen gepaste cursussen voor volwassenen kunnen opzetten en het niveau omhooggaat.”
Vrijwel iedereen weet dat het slecht gesteld is met de geletterdheid van onze samenleving. Daar is ook aandacht voor: er zijn bijvoorbeeld veel initiatieven opgezet om kinderen weer aan het lezen te krijgen. Helaas is het met gecijferdheid nóg slechter gesteld; deels door een gebrek aan educatieaanbod vanuit bijvoorbeeld bibliotheken en deels doordat de taalvrijwilligers die hiervoor worden ingezet zelf ook moeite met gecijferdheid hebben of niet goed weten hoe je anderen daarmee kunt helpen.
Lonneke Boels: "In sommige gevallen worden geletterdheid en gecijferdheid samengevoegd, maar je ziet dat gecijferdheid echt een vak apart is en dat veel meer mensen er moeite mee hebben. We moeten de kennis en vaardigheden op dat punt versterken. We besteden er nu steeds meer aandacht aan in bibliotheken, maar ook bij docenten en bibliotheekmedewerkers is er nog veel onwetendheid over gecijferdheid. Bovendien is het aanbod magertjes. Daarin willen we verandering brengen."
Een van de redenen dat er een beroep wordt gedaan op bibliotheken, is dat er in Nederland geen scholen voor volwasseneneducatie bestaan. Dat onderwijs is heel versnipperd; vooral in vergelijking met andere landen om ons heen. Het geld komt van gemeentes, maar die investeren te weinig in cursussen voor volwassenen waarin gecijferdheid voorkomt. Dit onderzoek wil dus ook bewustzijn bij overheidsinstellingen creëren.
Lonneke Boels: “Ons onderzoek was deels internationaal. Zo konden we mooi vergelijken. In bijvoorbeeld België of Spanje is wel voldoende volwassenenonderwijs beschikbaar. Dan kun je gecijferdheid veel makkelijker op de agenda zetten. In Nederland moet dat via bibliotheken of vrijwilligers. En dan heb je ook nog het probleem dat niemand komt, omdat mensen niet weten waar ze terechtkunnen en de cursussen niet aansluiten bij de behoeften van volwassenen. Bovendien vraagt het om een ander soort onderwijs. Je kunt geen basisschoolboeken gebruiken voor volwassen cursisten.”
We moeten een andere koers varen. Dat kan bijvoorbeeld door specifieke cursussen in bibliotheken aan te bieden, zoals: Hoe breng ik mijn energierekening omlaag? Daarin komen tal van aspecten die te maken hebben met gecijferdheid aan bod: je meter aflezen, energieleveranciers vergelijken, berekenen hoeveel je hebt verbruikt en hoe je hierop kunt besparen.
Lonneke Boels: “Als je cursussen aanbiedt waaraan mensen echt wat hebben, zijn ze vaak veel gemotiveerder. Niemand heeft zin om te leren rekenen. Maar leren om geld te besparen, draagt bij aan hun zelfstandigheid en dan komen ze vaak wel. Ook daarbij komen allerlei rekenvaardigheden kijken.”
Vanuit het uitgangspunt van het internationale onderzoek werden acht thema’s uitgewerkt. Daarbinnen werd materiaal ontwikkeld dat mensen kunnen gebruiken om beter om te gaan met alledaagse zaken rondom gecijferdheid. Er staan bijvoorbeeld tips in om op boodschappen te besparen, duurzamer te leven of goedkoper te reizen.
In Nederland valt nog veel te behalen. Vooral de rol van lectoraten is hierin cruciaal: die kunnen de brug vormen tussen theorie en praktijk door er gerichte, relevante en vrij beschikbare cursussen te ontwikkelen gebaseerd op theorieën over leren én op praktijkonderzoek met volwassenen. Ook gebruiken ze observatieonderzoek om te weten welke gecijferdheid mensen in de praktijk tegenkomen en hoe ze daarmee omgaan. Dat maakt dit onderzoek typisch praktijkgericht.
Dat veel mensen moeite hebben met gecijferdheid in Nederland is een maatschappelijk probleem.
Lonneke Boels: “Het maakt mensen minder zelfstandig en daardoor minder zelfredzaam. Dat veroorzaakt bijvoorbeeld geldproblemen en stress, die weer leiden tot een slechtere gezondheid. Maar ook voor het maken van gezonde keuzes is gecijferdheid nodig. Gecijferdheid draagt dus bij aan een prettiger leven én meer maatschappelijk welzijn. Daar heeft iedereen baat bij; ook de overheid. We hebben al een hoop inzichten verworven, maar er is nog een lange weg te gaan.”