Niet alleen op het gebied van nieuwe technologie, maar ook door bijvoorbeeld slimme nieuwe hulpmiddelen. De techoplossingen en nieuwe hulpmiddelen volgen elkaar in razend tempo op, zeker vanaf de coronaperiode. Dat roept vragen op. Want hoe implementeren we al die nieuwe hulpmiddelen en technologie? Wat is daarvoor nodig? En schiet de cliënt er onder de streep iets mee op? Jolanda van Til is projectleider practoraat Gezondheid & Technologie bij Deltion College en docent-onderzoeker bij Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg van hogeschool Windesheim. Zij ziet vijf uitdagingen.
Innovaties in de zorg, met name technologie en hulpmiddelen, groeien snel, vooral sinds de coronaperiode, waardoor de vraag ontstaat hoe deze effectief te implementeren. Jolanda van Til van Deltion College identificeert diverse uitdagingen waaronder onwetendheid over beschikbare technologieën, de noodzaak om technologie in het onderwijs te integreren, en weerstand op de werkvloer tegen technologische toepassingen. Positieve voorbeelden van technologiegebruik moeten worden gepromoot om de voordelen te benadrukken en weerstand bij cliënten te verminderen.
De ontwikkelingen gaan zó snel, dat het maar moeilijk bij te houden is. Van Til: “Mede daardoor weten mensen niet wat er nu al beschikbaar is aan bestaande en nieuwe hulpmiddelen. Als een zorgprofessional op zoek is naar een bepaald hulpmiddel weten ze vaak ook niet waar ze moeten zoeken. Je hebt bijvoorbeeld de hulpmiddelenwijzer van Vilans en Zorg van Nu, vanuit het ministerie. Maar dat is heel onbekend.” Er bestaat ook nog veel onwetendheid over technologische mogelijkheden en hoe deze de zorg kunnen verbeteren. “Het gebrek aan kennis en het ontbreken van een actieve zoektocht naar informatie is zorgwekkend”, vertelt Van Til. “Het zit te weinig in ons systeem om ons daar écht in te verdiepen. Daar moeten we juist op inzetten.” En daar liggen kansen voor het onderwijs.
“Als zelfs docenten niet op de hoogte zijn van de nieuwste ontwikkelingen, hoe kunnen we de nieuwe generatie zorgprofessionals dan goed opleiden? Daarom moeten we weten wat er beschikbaar is en hoe we deze technologieën kunnen integreren in het onderwijs.” Daar komt volgens Van Til ook een stukje eigen verantwoordelijkheid bij kijken. “Heb je het over incontinentie, zoek dan eens uit wat er allemaal nieuw is op dat gebied en geef het mee aan je studenten.” Zelf is Van Til betrokken bij de Werkgroep Onderwijs van de coalitie Digivaardig in de Zorg. “Daarmee organiseren we werkconferenties en inspiratiesessies. Daar bieden we docenten handvatten om ermee aan de slag te gaan. Maar je kunt ook per opleiding al keuzes maken. Nu is les over deze onderwerpen vaak een apart vak, maar waarom integreer je technologie niet in al je lessen?"
Eenmaal op de werkvloer bestaat er onder zorgprofessionals ook weerstand tegen technologie. "Mensen zijn bijvoorbeeld bang dat ze hun baan verliezen of dat ze juist het menselijk contact met cliënten verliezen. En er is onzekerheid over het gebruik van technologische toepassingen. Als je het niet begrijpt, kan er een hoge drempel zijn om ermee aan de slag te gaan.” Een oplossing: techambassadeurs. Van Til: "Je kiest mensen die enthousiast zijn over technologie in de zorg en dat enthousiasme graag over willen dragen. Samen met de Technologie & Zorg Academie (TZA) IJssel-Vecht leiden we deze techambassadeurs op, nu vooral in de ouderen- en thuiszorg. Zo leggen hun teamleden dingen uit over het gebruik, en creëren ze draagvlak onder professionals en cliënten.
Tja, de cliënten... Uiteindelijk doe je het daarvoor. En die zitten niet altijd te wachten op innovatie. Zeker ouderen hebben moeite met technologische hulpmiddelen. “De toegevoegde waarde van technologie aan de kwaliteit van leven moet duidelijk zijn. Positieve voorbeelden laten zien, helpen daarbij", volgens Van Til. "Wat dacht je van zelfmonitoring, dat bespaart mensen tripjes naar de huisarts of het ziekenhuis. Of laat zien dat er door beeldbellen contact is met een eenzame oudere, wat er anders door tijdsgebrek niet zou zijn. We moeten af van het idee dat technologische ontwikkelingen ingewikkeld of onpersoonlijk zijn. De focus moet juist op de voordelen liggen, want die zijn er genoeg. . En wanneer de technologie ingewikkeld is, is het goed dit met fabrikanten op te pakken om het makkelijker. Ook hier kan onderwijs een rol spelen.”
“Als we bepaalde innovaties echt gaan implementeren moeten we altijd in ons achterhoofd houden: schiet de cliënt er iets mee op? Zorg is en blijft maatwerk. Voor de ene persoon zal beeldbellen een uitkomst zijn, voor de ander totaal niet. Daarom moeten we altijd de toegevoegde waarde toetsen.”