Halverwege de jaren zestig van de negentiende eeuw heeft Haarlem acht bordelen met een vergunning. Tien jaar later zijn vrijwel alle eigenaren vertrokken of hebben ze tenminste hun bedrijf gesloten. Slechts één bordeel in de stad weet het vol te houden tot de invoering van het bordeelverbod rond 1900. De naam van de desbetreffende eigenaresse is Cornelia Winkelaar-Hermans (of: Moeder Kee). Dit artikel gaat in op de vraag waarom zij wel wist te overleven en de anderen niet. Daarbij heb ik gekeken naar het gemeentebeleid en de levens van de bordeelhouders in deze periode van economische groei.